![]() |
![]() |
Christipedia.nl > Artikelen > Z > Zondvloed
ZondvloedVan $1Inhoudsopgave
https://christipedia.miraheze.org/wiki/Zondvloed De zondvloed (Eng. deluge; Fr. déluge) is de wereldwijde overstroming die in het derde millennium voor Christus als Godsgericht de aarde trof en al het menselijke en dierlijke leven op het land verdelgde. In de ark van Noach was er echter ontkoming. Het woord 'zondvloed' betekent letterlijke 'grote vloed'. Schilderij: Zondvloedscène (Scène de déluge) van Jean Louis Théodore Géricault (1791–1824)[7] TijdDe wereldwijde vloed gebeurde in het derde millennium vóór Christus, volgens sommigen rond 2345 v. Chr.[4]. De Schrift vermeldt van enkele gebeurtenissen wanneer ze plaatsvonden, zie onderstaand overzicht[1], dat uitgaat van een Hebreeuws jaar van 360 dagen. Noach en de zijnen en de dieren die met hen zijn verblijven ruim een jaar in de 'reddingsboot'.
OmvangDe zondvloed was een wereldwijde gebeurtenis, niet enkel een regionale overstroming. Voor die omvang zijn meedere aanwijzingen, bijbelse en buitenbijbelse. Bijbelse aanwijzingenWanneer de Bijbelse passages over de zondvloed worden bestudeerd, dan is het duidelijk dat de zondvloed de wereld omspande. Genesis 7:11 stelt dat “alle bronnen van de diepte losbraken en de sluizen van de hemel opengingen” (zie de WV95 vertaling). De duidelijkste verzen die het over de omvang van de zondvloed hebben zijn Genesis 7:19-23:
In de bovenstaande passage zien we niet alleen het herhaaldelijke gebruik van hert woord “alles”, maar ook zinsnedes als “zodat alle hoge bergen, die onder den gansen hemel zijn, bedekt werden” (Statenvertaling), “tot vijftien el daarboven reikte het water, de bergen stonden helemaal onder” (dat was voldoende om de ark hier veilig overheen te laten varen) en “alles wat op aarde bestond werd weggevaagd: de mensen, het vee, de kruipende dieren en de vogels”, etcetera. Als deze beschrijvingen niet bedoeld waren om een universele zondvloed te beschrijven die de hele aarde overspoelde, dan weet ik niet hoe God het nog duidelijker gezegd zou kunnen hebben. Bovendien is daar het gebod tot bouw van de ark. Als er sprake zou zijn geweest van een plaatselijke vloed, waarom zou God Noach dan hebben geboden om een ark te bouwen in plaats van er gewoon voor te zorgen dat de dieren en Noach’s mensen zouden migreren? En dan is er de omvang van de ark. Waarom gebood God Noach om een ark te bouwen die groot genoeg was om alle verschillende landdieren te kunnen huisvesten die we tegenwoordig op aarde aantreffen? Het moet opgemerkt worden dat zelfs grote dinosaurussen op jonge leeftijd slechts kleine dieren zijn en dat het niet noodzakelijk was dat Noach volwassen dieren in de ark zou brengen. God droeg Noach op om twee van elk landdier in de ark te brengen (zeedieren werden niet meegenomen) met uitzondering van de ceremonieel reine dieren en alle vogels; van deze moest hij er zeven van elke soort in de ark brengen (Genesis 7:2-3).
In deze verzen vergelijkt Petrus het “universele” komende oordeel met de zondvloed uit Noach’s tijd. Hij stelt dat de wereld die toen bestond door water werd overspoeld. Daarnaast zou God’s belofte (Genesis 8:21; 9:11, 15) dat Hij nooit meer een dergelijke zondvloed zou gebruiken al herhaaldelijk zijn gebroken als het een plaatselijke zondvloed zou zijn geweest. Verder kan gezegd worden dat alle mensen in de huidige wereld afstammelingen zijn van de drie zonen van Noach (Genesis 9:1, 19) en dat veel latere Bijbelse schrijvers de historiciteit van de wereldwijde Zondvloed accepteerden (Jesaja 54:9; 1 Petrus 3:20; 2 Petrus 2:5; Hebreeën 11:7). Tenslotte geloofde de Heer Jezus Christus Zelf in de wereldwijde Zondvloed en Hij gebruikte deze als een symboliek voor de komende vernietiging van de wereld wanneer Hij terugkomt (Matteüs 24:37-39; Lucas 17:26, 27). Buiten-bijbelse aanwijzingenEr bestaan vele niet-Bijbelse bewijsstukken die op een wereldwijde catastrofe als de universele zondvloed wijzen.
Volgens geleerden stond het zeeniveau ooit zo'n 200 meter hoger dan dat van het jaar 2012[8]. Op de Chathameilanden, ten oosten van Nieuw-Zeeland gelegen, zijn gefossiliseerde grote bomen in hun originele stand, bloeiende planten, zaadkegels en vreemde insecten aangetroffen[9]. Oorsprong van het waterUit Genesis 1:6-7 en 2:6 is het duidelijk dat het klimaat vóór de zondvloed aanzienlijk anders was dan wat we tegenwoordig waarnemen. Gebaseerd op deze en andere bijbelse beschrijvingen, alsmede het fossielenbestand en de huidige geologische bevindingen, kan er redelijkerwijs gespeculeerd worden dat de aarde ooit door het een of andere watergewelf werd bedekt. Dit gewelf zou kunnen hebben bestaan uit waterdamp of zou uit ringen kunnen hebben bestaan, zoals de ijsringen van Saturnus. In combinatie met een diepe ondergrondse waterlaag, die tegelijkertijd over het land zou worden uitgestort (Genesis 2:6), zou dit een wereldwijde zondvloed tot gevolg hebben gehad. De theorie van het watergewelf is onder bijbelgetrouwe christenwetenschappers echter om wetenschappelijke redenen omstreden. Na de vloedNa de zondvloed verlaten Noach en de zijnen en de meegenomen dieren de ark (Gen. 8:18-19). De eerste daad van Noach die de Schrift dan vermeldt is de bouw van een altaar voor Jhwh, waarop hij brandoffers offert (Gen. 8:20). Naar aanleiding van dit welriekende offer besluit God de aarde voortaan niet meer te vervloeken en al het leven te doden (Gen. 8:21). Zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter zullen niet ophouden (Gen. 8:22). God zegent Noach en zijn zonen en draagt hen op zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen (Gen. 9:1). Dan richt Hij een verbond met hen en de dieren op, inhoudend de belofte dat er geen wereldwijde vloed meer zal komen (Gen. 10:8v). Als teken van het verbond stelt God de regenboog in (Gen. 10:12v). Buitenbijbelse overleveringMisschien heeft geen overlevering zich meer onder de volken verbreid dan die van de zondvloed. Er zijn ca. 300 authentieke zondvloedverhalen gedocumenteerd, ze zijn aangetroffen in alle windstreken, in alle culturen, op alle continenten. Het Gilgamesj-epos is het bekendste zondvloedverhaal buiten de Bijbel. Een vermelding van de zondvloed vinden we bij de Noormannen. Ymirs bloed bedekt de ijsmassa van Ginnünga Gap tot zulk een hoogte, dat alle reuzen daarin verdrinken. Wie denkt daarbij niet aan hetgeen in Genesis te lezen staat van de vermenging der zonen Gods met de dochters der mensen, waaruit ook een reuzengeslacht wordt geboren, dat in de zondvloed omkomt? Toch bestaat er tussen de voorstelling in Genesis en die der Noormannen dit grote onderscheid, dat in Genesis vóór de zondvloed zowel gewone mensen als reuzen leefden, terwijl de zondvloed der Noormannen lange tijd vóór het ontstaan der eerste mensen valt, ja, vóór de eigenlijke wereldschepping. In beide verhalen echter ontkomt één huisgezin in een houten schip[5]. De Azteken verbonden aan de overlevering enige bijzondere omstandigheden, die de verhalen van het oosten tamelijk nabij kwamen. Zij geloofden namelijk dat twee personen de zondvloed hadden overleefd, een man, genaamd coxcox, en zijn vrouw. Hun hoofden worden op oude afbeeldingen voorgesteld, tegelijk met een op het water drijvend vaartuig, aan den voet van een berg. Ook ziet men de afbeelding van een duif met het hieroglyphische zinnebeeld van talen in haar mond, welke talen zij aan de stomgeborene kinderen van coxcox uitdeelt [1]. Het naburige volk van Michuacan, dat dezelfde hoge vlakten van de Andes bewoont, had nog een nadere overlevering, dat het schip, waarin Terpi, hun Noach, zich redde, met verschillende soorten van dieren en vogels was bevracht. Na enige tijd werd een gier uit het vaartuig gelaten, maar deze bleef zich vergasten aan de lijken van de reuzen, die bij het vallen van het water, op het droge voor de dag waren gekomen. Toen werd het kleine kolibrietje, huitzitzilin, uitgezonden, en het keerde weer met een twijgje in de bek [2]. Bij de Chinezen is het Confucius die het eerst van de zondvloed gewag maakt. We vinden de overlevering dat - naar onze tijdrekening 2297 v. Chr. - de vloed tot aan de hemel steeg, de bergen bedekte, en het gehele Rijk overstroomde. Naderhand was alles in een woestijn herschapen en de wilde dieren namen de woonplaatsen van de mensen in hezit. In het lenigen van dit ontzettend onheil, maakte zich de rechtschapen, brave Jao (die met Noach te vergelijken is), hoogst verdienstelijk. De ellende was verschrikkelijk. Hij zond zijn beroemden zoon Schim (Schem) uit om de hossen af te branden en de moerassen droog te maken; terwijl Ju na veeljarige en ongehoorde moeite eindelijk gelukkig genoeg was, door kanalen en het openen van de monden der rivieren, het water wederom af te leiden en de aarde bewoonhaar te maken. Knen (Ham) was niet in staat dit ten uitvoer te brengen, maar zijn zoon Ju slaagde daarin zo goed dat hij het land oorbaar maakte; hij verdeelde het later in verschillende distrikten, en legde de provincies schattingen overeenkomstig hun producten op[3]. Meer informatie
Boeken
BronnenOnder meer:
Voetnoten1. ↑, 2. ↑ Bron: De Navorscher (1861), p. 187.
Labels: (Bewerk labels)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Powered by MindTouch Core |
Verrijk Christipedia door informatie
toe te voegen. Help mee de tekst te verbeteren. Zie Meedoen. |
http://www.answersingenesis.org/articles/nab2/doesnt-egyptian-chronology-prove-bible-unreliable
http://www.answersingenesis.org/articles/arj/v4/n1/egyptian-chronology-genesis bewerkte 21:11, 22 okt 2012