Betrouwbaarheid van de Bijbel: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Regel 69:
“As a matter of fact, however, it may be clearly stated categorically that no archaeological discovery has ever contradicted a single Biblical reference. Scores of archaeological findings have been made which confirm in clear outline or exact detail historical statements in the Bible.”  ([http://en.wikipedia.org/wiki/Nelson_Glueck Nelson Glueck], bekend archeoloog)
 
=== '''Gevallen van bevestiging''' ===
Veel Bijbelse personen, gebeurtenissen en plaatsen worden op kleitabletten en in antieke geschriften buiten de Bijbel genoemd. In de stad Ebla, in het huidige Syrië, werden in de jaren 60 van de 20e eeuw rijke archieven ontdekt. Daar kende men namen als Adam, Abraham, Ismaël en Ezau<ref name=":0">Pieter J. Lalleman, [http://www.refdag.nl/opinie/oude_testament_gebaseerd_op_historische_feiten_1_738187 Oude Testament gebaseerd op historische feiten] (RefDag.nl, 14 mei 2013). </ref>. In Noord-Syrië zijn 7000 klei-tabletten gevonden daterend uit 2300-2500 v. Chr. Op deze tabletten wordt de menselijke geschiedenis beschreven vanaf 2900 v. Chr. Er wordt gesproken over Heber, de zesde overgrootvader van Abraham, over de ark van Noach, enz.
 
Hieronder volgen andere voorbeelden van buitenbijbelse vondsten die de Schrift bevestigen.
 
==== '''Nineve''' ====
De Bijbel spreekt over een stad genaamd Nineve. Jona werd er heen gezonden om tot haar te prediken opdat zij zich zou bekeren. Het was een zondige stad. Nineve werd in een oorlog verwoest en bleef duizenden jaren onder het zand verborgen. Het werd in de vorige eeuw ontdekt. Archeologen vonden geschriften die over dingen verhalen die nog niet in de geschiedenisboeken stonden.
 
Dit zijn enkele feiten die ons duidelijk laten zien dat de Bijbel geen gewoon boek is. De Bijbel is het Woord van God dat Hij aan ons mensen wilde geven opdat wij Hem zouden kunnen leren kennen.
 
==== '''Koningen David en Ahazia''' ====
In de Bijbel is koning David een bekende figuur. Maar tot 1993 was er buiten de Heilige Schrift geen bewijs voor het historisch bestaan van de Israëlische vorst. [[Vrijzinnigheid|Vrijzinnige]] geleerden beweerden dan ook dat het koninkrijk van David en Salomo niet meer was dan een verdichtsel, een sprookje. In 1993 werd in Tel Dan, in het noorden van Israël, een steen gevonden waarop een tekst van een Syrische koning het "huis van David" noemt. De Syriër verhaalt hoe hij oorlog voerde tegen koning Ahazia uit het huis van David. Dit gebeurd zo’n 150 jaar na de tijd van David.
 
Regel 86:
De Franse archeoloog André Lemaire trof eveneens de naam David aan op de zogenoemde ''Steen van Mesa''. Mesa was een Moabitische koning Mesa. De steen werd in 1868 gevonden in het huidige Jordanië en bevindt zich in het Louvre in Parijs. Deze zwarte basaltsteen werd rond het jaar 830 voor Christus beschreven<ref>Hillel Findel, [http://www.israelnationalnews.com/News/News.aspx/123041 Babylonian King's Eunuch Really Existed!] Nieuwsbericht op IsraelNationalNews.com, 11 juli 2007. </ref>.
 
==== '''Koning Hizkia''' ====
In Jes. 36-37 en 2 Kon. 18-19 lezen we hoe de Assyriërs Jeruzalem belegerden en bijna innamen. Dat was in het jaar 701 voor Christus. In 1830 werd te Ninevé een zeshoekige cilinder van klei gevonden, naar de ontdekker genoemd het Taylor prisma. Het voorwerp wordt thans bewaard in het Brits Museum te Londen. Op dit stuk klei staat de kroniek geschreven van acht veldtochten van de Assyrische koning Sanherib, door hemzelf verteld. De vorst verhaalt hoe hij koning Hizkia van Juda wilde bestraffen vanwege diens rebellie en hoe hij vrijwel heel Juda veroverde. „Hemzelf sloot ik op in Jeruzalem als een vogel in een kooi”, voegt hij eraan toe. De cilinder vertelt echter niet hoe het afloopt, vertelt niet dat hij Jeruzalem had veroverd, en dat is opvallend. Sanheribs zwijgen is veelzeggend<ref name=":0" />. Uit de Bijbel weten we hoe God ingreep en het plan van Sanherib verijdelde.
 
==== '''Hoofdkamerling Nevoe Sarsekim''' ====
De Bijbel verhaalt van de inname van Jeruzalem door de Babyloniërs. In het elfde jaar van de Judese koning Zedekia, in de vierde maand, op de negende dag, werd de stad opengebroken (Jer. 39:1-2). Al de vorsten van de koning van Babel kwamen naar binnen. Enkele namen worden genoemd. Vertaling blijkt lastig. Eén naam lichten wij eruit: ''Sarsekim''.<blockquote>''Jer 39:3 En alle vorsten des konings van Babel togen henen in, en hielden bij de middelste poort; [namelijk] Nergal-sarezer Samgar-nebu, Sarsechim Rab-saris, Nergal-sarezer Rab-mag, en al de overige vorsten des konings van Babel. (SV)'' </blockquote><blockquote>''Jer 39:3 Toen kwamen alle vorsten van de koning van Babel naarbinnen en zij vatten post bij de Middenpoort, [namelijk] Nergal-Sarezer, Samgar-Nebu, Sarsechim, de bevelhebber van de hofhouding, Nergal-Sarezer, de rab-mag, en al de overige vorsten van de koning van Babel. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Jer 39:3 Dan komen alle vorsten van Babels koning aan en zetten zich neer in de middenpoort: Nergal, vorst van Etser, Samgar Nevoe, vorst van Sechiem, groot-stadhouder, Nergal, vorst van Etser, groot-magiër, en heel de rest van de vorsten van Babels koning. (NB)''</blockquote><blockquote>''Jer 39:3 And all the princes of the king of Babylon came in, and sat in the middle gate, [even] Nergalsharezer, Samgarnebo, Sarsechim, Rabsaris, Nergalsharezer, Rabmag, with all the residue of the princes of the king of Babylon. (AV)''</blockquote>Sarsekim of Sarsechim diende de Babylonische koning Nebukadnezzar. Hij wordt alleen genoemd in Jer. 39:3. Hij was een 'Rab-saris', Hebreeuws voor de 'de bevelhebber van de hofhouding', aldus de Herziene Statenvertaling. De Naardense vertaling heeft 'groot-stadhouder'. De functie van 'rab-mag' is onzeker en blijft daarom in de Herziene Statenvertaling onvertaald; de Naardense vertaling heeft 'groot-magiër'. Dat vertalen van de namen en functies lastig is, blijkt ook uit de King James-bijbel (AV).
 
Buiten de Bijbel was Sarsekim niet bekend - tot het jaar 2007. Michael Jursa, deskundige inzake het oude Babylonië en verbonden aan de universiteit van Wenen, ontcijferde een kleitablet gevonden bij Bagdad<ref name=":0" />. Daarop wordt melding gemaakt van 'de hoofdkamerling van koning Nebukadnezzar', een man genaamd Nabu-sharussu-ukin. Volgens Jursa is deze gelijk aan de (Samgar) Nevoe Sarsekim van Jer. 39, die hoofd van Nebukadnezzars hofhouding was.
 
==== '''Koning Belsazar''' ====
In het verleden is getwijfeld aan het ''bestaan'' van de Babylonische koning Belsazar (6e eeuw v.Chr.), omdat hij buiten de Schrift niet bekend was. Veel geleerden zagen in hem slechts een legendarische figuur, omdat de Griekse schrijvers hem niet noemden. Latere archeologische vondsten hebben echter het bestaan van Belsazar bevestigd. Ook bleek dat Belsazar een zoon van Nabonidus was, die al wel bekend was. Door de vondsten werden oude denkbeelden weerlegd: sommigen hadden gemeend dat de bijbelse Belsazar gelijk was aan Nabonidus, anderen hadden gemeend dat Belsazar en Evil-Merodach, de zoon van Nebukadnezar, dezelfde waren.
 
Regel 100:
De terugkeer van de Joden uit de Babylonische ballingschap wordt genoemd in de Bijbel en archeologisch bevestigd door vondsten van de stichting van nieuwe dorpen. Niemand trekt de terugkeer van de Joden in twijfel.
 
==== '''Naïn ommuurd''' ====
Volgens de geschiedenis van Luc. 7:11 had de Galilese plaats [[Naïn]] een stadspoort. Dit betekent dat de stad ommuurd was.<blockquote>''Lu 7:11 En het gebeurde vervolgens dat Hij naar een stad ging, Nain geheten, en met Hem gingen vele van zijn discipelen en een grote menigte. Lu 7:12 Toen Hij nu de stadspoort naderde, zie, een gestorvene werd uitgedragen, een eniggeboren zoon van zijn moeder, en zij was weduwe, en een aanzienlijke menigte uit de stad was bij haar.'' (TELOS)</blockquote>Men heeft ooit gemeend dat de vers 12 een probleem vormde, omdat de oude stad niet ommuurd leek te zijn. "Een onderzoek in 1982 heeft echter aangetoond dat Naïn wel een ommuurd stadje is geweest"<ref>J.J. Bimson, ''Encyclopedie van bijbelse plaatsen'' (Kok Ten Have, 2008), s.v. Naïn. </ref>.