Bijbel:Psalm 144: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<section begin=1 /><sup>1</sup> [Een psalm] van David. Gezegend zij de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten strijde, mijn vingeren ten oorlog; <section end=1 /><noinclude> </noinclude><section begin=2 /><sup>2</sup> Mijn Goedertierenheid en mijn Burg, mijn Hoog Vertrek en mijn Bevrijder voor mij, mijn Schild, en op Wien ik mij betrouwe; Die mijn volk aan mij onderwerpt! <section end=2 /><noinclude> </noinclude><section begin=3 /><sup>3</sup>...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
</noinclude><section begin=2 /><sup>2</sup> Mijn Goedertierenheid en mijn Burg, mijn Hoog Vertrek en mijn Bevrijder voor mij, mijn Schild, en op Wien ik mij betrouwe; Die mijn volk aan mij onderwerpt! <section end=2 /><noinclude>
</noinclude><section begin=2 /><sup>2</sup> Mijn Goedertierenheid en mijn Burg, mijn Hoog Vertrek en mijn Bevrijder voor mij, mijn Schild, en op Wien ik mij betrouwe; Die mijn volk aan mij onderwerpt! <section end=2 /><noinclude>


</noinclude><section begin=3 /><sup>3</sup> O HEERE! wat is de mens, dat Gij hem kent, het kind des mensen, dat Gij het acht? <section end=3 /><noinclude>
</noinclude><section begin=3 /><sup>3</sup> O Jahweh! wat is de mens, dat U hem kent, het mensenkind, dat U het acht? <section end=3 /><noinclude>(Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.)


</noinclude><section begin=4 /><sup>4</sup> De mens is der ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw. <section end=4 /><noinclude>
</noinclude><section begin=4 /><sup>4</sup> De mens is aan de ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw. <section end=4 /><noinclude>(Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.)


</noinclude><section begin=5 /><sup>5</sup> Neig Uw hemelen, HEERE! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken. <section end=5 /><noinclude>
</noinclude><section begin=5 /><sup>5</sup> Neig Uw hemelen, HEERE! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken. <section end=5 /><noinclude>

Versie van 2 mei 2024 18:47

1 [Een psalm] van David. Gezegend zij de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten strijde, mijn vingeren ten oorlog;

2 Mijn Goedertierenheid en mijn Burg, mijn Hoog Vertrek en mijn Bevrijder voor mij, mijn Schild, en op Wien ik mij betrouwe; Die mijn volk aan mij onderwerpt!

3 O Jahweh! wat is de mens, dat U hem kent, het mensenkind, dat U het acht? (Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.)

4 De mens is aan de ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw. (Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.)

5 Neig Uw hemelen, HEERE! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken.

6 Bliksem bliksem, en verstrooi hen; zend Uw pijlen uit, en verdoe hen.

7 Steek Uw handen van de hoogte uit; ontzet mij, en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der vreemden;

8 Welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid.

9 O God! ik zal U een nieuw lied zingen; met de luit en het tiensnarig instrument zal ik U psalmzingen.

10 Gij, Die den koningen overwinning geeft, Die Zijn knecht David ontzet van het boze zwaard;

11 Ontzet mij en red mij van de hand der vreemden, welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid;

12 Opdat onze zonen zijn als planten, welke groot geworden zijn in hun jeugd; onze dochters als hoekstenen, uitgehouwen naar de gelijkenis van een paleis.

13 Dat onze winkelen vol zijnde, den enen voorraad na den anderen uitgeven; dat onze kudden bij duizenden werpen, ja, bij tienduizenden op onze hoeven vermenigvuldigen.

14 Dat onze ossen wel geladen zijn; dat geen inbreuk, noch uitval, noch gekrijs zij op onze straten.

15 Welgelukzalig is het volk, dien het alzo gaat; welgelukzalig, is het volk, wiens God de HEERE is.