Hizkia: verschil tussen versies

9 bytes verwijderd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 25:
Sanherib eiste echter volledige onderwerping, en de Assyriërs kwamen met een geweldige leger tegen Jeruzalem (2 Kon. 18:17v). Hun generaal schold niet alleen Hizkia, maar sprak ook tegen God. Ze stelden Jahweh gelijk met de goden van de overwonnen volken. De God van Israël zou even onmachtig blijken te zijn.
 
Wegens de bedreiging scheurde Hizkia zijn klederen, bedekte zich met een zak, en ging in het huis van Jahweh. God schonk bevrijding. De belegering van Jeruzalem werd echter afgebroken. Een engel van God vernietigde het leger van Sanherib<ref>Aan de vernietiging van het leger – door het ingrijpen van God door een engel – zijn verschillende ‘natuurlijke’ verklaringen gegeven. Volgens de oude Griekse geschiedschrijver Herodotus werd het leger van de Assyriërs getroffen door een muizenplaag. Een andere verklaring wil dat Sanherib het beleg staakte nadat Hizkia hem goud en zilver had betaald. Assyrische bronnen, die bij archeologische opgravingen zijn gevonden, bevestigen deze verklaring. Waarschijnlijk wilden de Assyriërs de ontzettend grote nederlaag niet boekstaven en een eervolle vermelding van Sanheribs aftocht doen. </ref>. Van de Assyriërs werden 185.000 zielen in één nacht gedood. Ook kwam er een gerucht van verzet elders. Generaal Sanherib vertrok en keerde terug naar Nineve. Later werd hij gedood door twee van zijn eigen zoons.
 
'''Hizkia's ziekte.''' Na de wonderbare uitredding lezen wij van Hizkia’s ziekte. De profeet Jesaja was naar hem gestuurd met de boodschap dat hij zou sterven. De koning weende zeer en bad voor zijn leven. God hoorde zijn smeekbede en Hizkia’s leven werd vijftien jaar verlengd. Hoewel hij getuige was geweest van een grote verlossing door de Heer, was zijn geloof op dat moment zwak en vroeg hij om een teken. God maakte dat de schaduw op de wijzerplaat van Achaz tien graden terugging. Maar Hizkia gaf niet aan de Heer naar de weldaad aan hem geschied, daar zijn hart verheven werd, en daarom was er toorn over hem en over Juda en Jeruzalem. Toch, toen Hizkia zichzelf vernederde met de inwoners van Jeruzalem, kwam de toorn niet in zijn dagen.