Openbaring 2: verschil tussen versies

13.157 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 2:
 
== Samenvatting ==
Dit hoofdstuk bevat korte brieven, door de Heer Jezus gedicteerde en door Johannes opgeschreven boodschappen aan drie christelijke gemeenten: 1-7 Boodschap voor de christengemeentegemeente te Efeze. 8-11 Boodschap voor christengemeentegemeente te Smyrna. 12-17 Boodschap voor christengemeentegemeente te Pergamus. 18-29. Boodschap voor christengemeentegemeente te Thyatira.
 
== Ligging van de zeven gemeenten ==
De ligging van de zeven gemeenten die in de hoofdstukken 2 en 3 worden aangeschreven, wordt op de onderstaande kaart aangegeven.[[Bestand:Zeven gemeenten Openbaring Access Foundation.jpg|miniatuur|1024x1024px|Ligging van de zeven christelijke gemeenten.|geen]]
== Boodschap voor Efeze (1-7) ==
 
Regel 136 ⟶ 138:
Opb 2:15 Zo hebt ook u er die op dezelfde wijze aan de leer van de Nicolaïeten vasthouden. (Telos)
Enkelvoud: "Zo hebt ook u (enkelvoud) er die op dezelfde wijze aan de leer van de Nicolaïeten vasthouden."
 
'''De leer van de Nicolaïeten.''' Te midden van de gemeente zelf was het heidendom binnengedrongen door de sekte van de [[Nicolaïeten]], die zich aan de haar omgevende wereld gelijkvormig stelden en heidense wellusten en afgodische offermaaltijden met het Christendom wilden verenigen<ref name=":0">Enige tekst is ontleend aan: [[Pergamus]].</ref>.
 
== 16 ==
Regel 146 ⟶ 150:
Opb 2:17 Wie een oor heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, die zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op de steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan hij die hem ontvangt. (Telos)
'''Verborgen manna.''' In plaats van afgodenoffers te eten (vs. 14). Het verborgen manna is de Heer Jezus. Verborgen: onzienlijk voor aardse ogen + toekomstig (“zal”). Manna = brood der wereld = Christus. “Ik ben het brood der wereld”. Tegenover de zichtbare afgodenoffers in het heden is het onzichtbare manna in de toekomst. De gelovige geniet nu al in de gemeenschap met Christus.  
 
'''Witte steen geven.''' Een in het oordeel vrijsprekende witte steen. Met 'een witte steen geven' verwijst de Heer Jezus misschien naar het toenmalige gebruik in de rechtspraak om voor vrijspraak te stemmen met een witte steen en voor schuldigverklaring met een zwarte stem. De Heer geeft een witte steen, rechtvaardigt 'wie overwint' (vers 17).<ref name=":0" />
 
== Boodschap aan Thyatira (18-29) ==
 
== 18 ==
Opb 2:18 En schrijf aan de engel van de gemeente in [[Thyatira]]: Dit zegt de Zoon van God, die zijn ogen heeft als een vuurvlam en zijn voeten aan blinkend koper gelijk: (Telos)
'''Zoon van God.''' Dit lijkt te wijzen op Zijn hoogheid en gezag. In Thyatira waren er christenen die, helaas, afgodenoffers aten en misschien ontucht pleegden in verband met de afgodendienst.
 
''Ps 2:12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij [op] den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.'' (Telos)
 
'''Ogen als een vuurvlam.''' Beproevend en beoordelend.
 
''Opb 1:14  en zijn hoofd en haar als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam.  Opb 1:15  en zijn voeten aan blinkend koper gelijk, als gloeiden zij in een oven, en zijn stem als een gedruis van vele wateren.'' (Telos)
 
[[Daniël (profeet)|Daniël]] zag eens een engel/Engel met de volgende gedaante:
 
''Da 10:4 En op den vier en twintigsten dag der eerste maand, zo was ik aan den oever der grote rivier, welke is Hiddekel. Da 10:5 En ik hief mijn ogen op, en zag, en ziet, er was een Man met linnen bekleed, en Zijn lenden waren omgord met fijn goud van Ufaz. Da 10:6 En Zijn lichaam was gelijk een turkoois, en Zijn aangezicht gelijk de gedaante des bliksems, en Zijn ogen gelijk vurige fakkelen, en Zijn armen en Zijn voeten gelijk de verf van gepolijst koper; en de stem Zijner woorden was gelijk de stem ener menigte. (SV)''
 
'''Blinkend koper.''' Zie het zojuist aangehaalde vers Dan. 10:6.
 
''Eze 1:7 En hun voeten waren rechte voeten, en hun voetplanten waren gelijk de voetplanten van een kalf, en glinsterden gelijk de verf van glad koper.'' (SV)
 
== 19 ==
Opb 2:19 Ik weet uw werken, uw liefde, uw geloof, uw dienst en uw volharding, en dat uw laatste werken meer zijn dan uw eerste. (Telos)
Enkelvoudsvormen van 'uw': ''"Ik weet uw (enkelvoud) werken en liefde en geloof en dienst en uw (enkelvoud) volharding en uw (enkelvoud) werken, en dat de laatste werken meer zijn dan de eerste."''
 
De Heer prijst hiermee de goede dingen bij hen.
 
== 20 ==
Opb 2:20 Maar Ik heb tegen u, dat u de vrouw Izebel, die zich een profetes noemt, laat begaan; en zij leert en misleidt mijn slaven om te hoereren en afgodenoffers te eten. (Telos)
Enkelvoudsvormen van 'u': ''"Maar Ik heb tegen u (enkelvoud), dat u (enkelvoud) de vrouw Izebel, die zich een profetes noemt, laat begaan; en zij leert en misleidt mijn slaven om te hoereren en afgodenoffers te eten.''"
 
'''Izebel.''' Haar naam is van Hebreeuwse oorsprong en betekent mogelijk "onkuis"<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref> of, integendeel, "kuis"<ref>''Grieks-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. </ref>. De [[Izebel]] in het OT was de Sidonische vrouw van de goddeloze koning Achab. Zij was een immorele en wrede koningin, die de Baälsdienst beschermde en de profeten van God vervolgde. Ze bracht eertijds het volk Israël tot de afgoderij van Baäl. Zij bracht het volk vervolgens ook tot hoererij. Met zulke afgoderij was gewoonlijk hoererij gemengd.
 
''1Kon 16:31 En het geschiedde (was het een lichte zaak, dat hij wandelde in de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat?), dat hij nog ter vrouwe nam Izebel, de dochter van Eth–baal, den koning der Sidoniers, en heenging, en diende Baal, en boog zich voor hem. (SV)''
 
''2Kon 9:22 Het geschiedde nu, als Joram Jehu zag, dat hij zeide: Is het ook vrede, Jehu? Maar hij zeide: Wat vrede, zo lang als de hoererijen van uw moeder Izebel, en haar toverijen zo vele zijn?'' (SV)
 
'''Die zich een profetes noemt.''' Zij beweert goddelijke ingevingen te hebben. Ook vandaag de dag zijn er mannen en vrouwen die zich als profeten voordoen, maar verkeerde dingen leren.
 
''1Th 5:20 Veracht de profetieën niet, 1Th 5:21 maar beproeft alles, behoudt het goede. 1Th 5:22 Onthoudt u van elke vorm van kwaad. 1Th 5:23 Moge nu de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen en moge geheel uw geest en ziel en lichaam onberispelijk worden bewaard bij de komst van onze Heer Jezus Christus.'' (Telos)
 
'''Laat begaan.''' Permissiviteit. In contrast met Thyatira kon de gemeente te Efeze de bozen niet verdragen (vs. 2). Efeze schoot echter tekort in liefde tot de Heer, terwijl de Heer van Thyatira zegt: "Ik weet uw liefde" (20). Ook de gelovigen in Korinthe lieten iemand onterecht begaan, een in ontucht levende man:
 
''1Co 5:1 Men hoort algemeen van hoererij onder u, en zo’n hoererij als zelfs onder de volken niet bestaat, dat iemand de vrouw van zijn vader heeft. 1Co 5:2 En u bent opgeblazen, en hebt niet veeleer getreurd, opdat hij die deze daad begaan heeft, uit uw midden werd weggedaan? 1Co 5:3 Want ik, naar het lichaam afwezig maar naar de geest aanwezig, heb reeds, alsof ik aanwezig was, hem geoordeeld die dit zo bedreven heeft, in de naam van onze Heer Jezus Christus 1Co 5:4 (als u en mijn geest vergaderd zijn met de kracht van onze Heer Jezus) 1Co 5:5 zo iemand aan de satan over te geven tot verderf van het vlees, opdat de geest behouden wordt in de dag van de Heer Jezus. 1Co 5:6 Uw roemen is niet goed. Weet u niet, dat een beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt? 1Co 5:7 Zuivert het oude zuurdeeg uit, opdat u een nieuw deeg bent; u bent immers ongezuurd. Want ook ons pascha, Christus, is geslacht. 1Co 5:8 Laten wij daarom feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid. 1Co 5:9 Ik heb u in de brief geschreven, dat u geen omgang moet hebben met hoereerders; 1Co 5:10 niet in het algemeen met de hoereerders van deze wereld, of de hebzuchtigen en rovers, of afgodendienaars, want dan zou u wel de wereld moeten uitgaan. 1Co 5:11 Maar nu heb ik u geschreven, dat als iemand die broeder genoemd wordt, een hoereerder is, of een hebzuchtige, afgodendienaar, lasteraar, dronkaard of rover, u met hem geen omgang moet hebben, dat u met zo iemand zelfs niet moet eten. 1Co 5:12 Want wat heb ik hen die buiten zijn te oordelen? Oordeelt u niet hen die binnen zijn? 1Co 5:13 Maar hen die buiten zijn, zal God oordelen. Doet de boze uit uw midden weg.'' (Telos)
 
'''Zij leert en misleidt.''' Het is bovendien niet aan een vrouw om mannenbroeders te leren.
 
'''Om te hoereren en afgodenoffers te eten.''' 'Gewijde' ontucht in de vorm van tempelprostitutie kwam veel voor. Waarschijnlijk is zulks ook hier het geval.
 
== 21 ==
Opb 2:21 En Ik heb haar tijd gegeven om zich te bekeren en zij wil zich niet bekeren van haar hoererij. (Telos)
Bekering heeft soms tijd nodig. Zij echter wilde zich niet bekeren van haar hoererij.
 
== 22 ==
Opb 2:22 Zie Ik werp haar op een bed en werp hen die met haar overspel bedrijven in grote verdrukking, als zij zich niet bekeren van haar werken. (Telos)
'''Ik werp haar op een bed.''' De Heer straft haar door ziekte.
 
“Namelijk in een zware en kwellende ziekte, opdat het bed, dat haar tevoren tot wellust diende, haar nu diene tot straf en verdriet, en zij nog tijd hebbe om zich met hare kinderen te bekeren, gelijk volgt.” (KANT)
 
'''Overspel.''' “Die met haar overspel bedrijven” is een zinnebeeldige uitdrukking voor afgodendienaars. “Dat is, afgoderij en hoererij, als voren. Want afgoderij is ook geestelijk overspel, omdat zij den mens van God, den waren man van zijn gemeente, afkeert.” (KANT)
 
'''In grote verdrukking.''' “Namelijk òf door de straf der overheid, òf door ziekte, òf ook door wroeging van hun geweten over hun boos leven.” (KANT) Sommige uitleggers<ref>Zoals Bill Salus, in: https://www.youtube.com/watch?v=A_46dg4pOZc&t=37m43s, 23 jan. 2023.</ref> zien hierin ook een voorzegging, dat de Rooms-Katholiek Kerk in de eindtijdse [[grote verdrukking]] komt.
 
'''Haar werken.''' Hoererij en afgoderij.
 
== 23 ==
Opb 2:23 En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen, en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben die nieren en harten doorzoek, en Ik zal u geven ieder naar uw werken. (Telos)
Meervoudvorm van 'u': "''En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen, en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben die nieren en harten doorzoek, en Ik zal u (meervoud) geven ieder naar uw werken''."
 
'''Haar kinderen.''' “Sommigen verstaan hierdoor haar discipelen. Doch daar tevoren daarvan gesproken is, zo verstaan anderen hier de kinderen, die uit deze vrouw en haar navolgers waren voortgekomen; en hier wordt zonder twijfel gezien op de kinderen, die afkomstig waren van Achab en Jezebel, die allen door het zwaard van Jehu zijn omgebracht, gelijk te lezen is {#2Kon 9:22}, en {#2Kon 10:6}, enz.
 
''2Kon 10:11 Daartoe sloeg Jehu al de overgeblevenen van het huis van Achab te Jizreel, en al zijn groten, en zijn bekenden, en zijn priesteren; totdat hij hem geen overigen liet overblijven.'' (SV)
 
== 24 ==
Opb 2:24 Maar tot u zeg Ik, tot de overigen in Thyatira, allen die deze leer niet hebben, die de diepten van de satan, zoals zij zeggen, niet hebben gekend: Ik leg u geen andere last op; (Telos)
Meervoudvorm van 'u': "''Maar tot u (meervoud) zeg Ik, tot de overigen in Thyatira, allen die deze leer niet hebben, die de diepten van de satan, zoals zij zeggen, niet hebben gekend: Ik leg u (meervoud) geen andere last op;"'' (Telos)
 
== 25 ==
Opb 2:25 wat u echter hebt, houdt dat vast totdat Ik kom. (Telos)
Meervoudvorm van 'u': "''wat u (meervoud) echter hebt, houdt dat vast totdat Ik kom.''" (Telos)
 
== 26 ==
Opb 2:26 En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, die zal Ik macht geven over de volken; (Telos)
'''Macht geven over de volken.''' Om hen te hoeden en zo nodig te tuchtigen (27).
 
== 27 ==
Opb 2:27 en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf; als pottenbakkersvaten worden zij verbrijzeld, zoals ook Ik die macht van mijn Vader heb ontvangen; (Telos)
'''Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf.''' Samen met de Heer Jezus, die voornaamste Hoeder.
 
''Opb 12:5  En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en naar zijn troon.'' (Telos)
 
''Opb 19:15  En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmigheid van de toorn van God de Almachtige.'' (Telos)
 
''Ps 2:1 Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? Ps 2:2 De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, [zeggende]: Ps 2:3 Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. Ps 2:4 Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. Ps 2:5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. Ps 2:6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. Ps 2:7 Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Ps 2:8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde [tot] Uw bezitting. Ps 2:9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. Ps 2:10 Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! Ps 2:11 Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. Ps 2:12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij [op] den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgeluk zalig zijn allen, die op Hem betrouwen.'' (SV)
 
== 28 ==
Opb 2:28 en Ik zal hem de morgenster geven. (Telos)
De morgenster gaat vooraf aan de opgang van de zon der gerechtigheid in de wereld. De gelovige zal deel hebben aan de [[opname van de gemeente]], waardoor hij in het licht komt.
 
''Opb 22:16 Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster.'' (SV)
 
== Meer weten ==
[https://www.youtube.com/watch?v=XPHBrY3Y0ys Je hebt Mij niet meer zo lief als eerst! | Henk Jan Leijendekker | 28 okt 2018]. Youtube.com: De Schaapskooi Ouderkerk, 4 nov. 2018. Duur: 38 min. 31 sec. Over de brief van de Heer Jezus aan de gelovigen te Efeze, bijzonder over de eerste liefde.
 
== VoetnootVoetnoten ==