2 Korinthiërs/Hoofdstuk 1

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

2 Korinthiërs:


Hoofdstuk 1 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting en indeling

1:1-2 zegenwens

1:3-11 Paulus’ verdrukking, vertroosting, verlossing

1:12-24 Paulus’ bezoek uitgesteld

Na de inleiding maakt Paulus de heiligen bekend met het lijden dat hem en Timotheüs in Asia is overkomen, alsook de troost en verlossing door God. De Korinthiërs zijn deelgenoten van het lijden en van de vertroosting. Ze werken mee door het gebed.

Vanaf vers 12 begint de verdediging van zijn bediening. Hij heeft zijn bezoek aan de Corinthiers uitgesteld en geeft zijn beweegreden te kennen.

1:12-24 bestaat uit 3 delen, die gaan respectievelijk over: reinheid, reisplan en verandering van reisplan.

2 Kor .1:1

2Co 1:1 Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, en Timotheus, de broeder, aan de gemeente van God die in Korinthe is, met alle heiligen die in heel Achaje zijn; (Telos)

Door de wil van God. Hiermee duidt Paulus' zijn roeping aan. Hij doet dat ook in de eerste zin van de eerste brief aan de Korinthiërs en van zijn brieven aan de Efeziërs, de Kolossenzen en Timotheüs.

2 Kor. 1:11

2Co 1:11  terwijl ook u voor ons meewerkt door het gebed, opdat voor de genadegave die ons door vele personen geschonken is, door velen dankzegging voor ons gedaan wordt. (Telos)

De genadegave. Duidt op (1) de genade die hem op de voorbede door anderen geschonken is, of (2) de geldelijke gift die Paulus inzamelde en met beproefde broeders naar Jeruzalem zou brengen. Voor (1) pleit (a) "dankzegging voor ons", d.i. voor Paulus en zijn medearbeiders, niet voor de gemeenten en hun geldelijke steun, (b) ook het volgende vers en vers 15.

2Co 1:12  Want dit is onze roem: het getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid voor God, en niet in vleselijke wijsheid maar in de genade van God, hebben verkeerd in de wereld en in het bijzonder bij u. (Telos)

2Co 1:15  En in dit vertrouwen wilde ik al eerder tot u komen, opdat u een tweede genade zou hebben, (Telos)

2 Kor. 1:12

2 Kor. 1:12  Want dit is onze roem: het getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid voor God, en niet in vleselijke wijsheid maar in de genade van God, hebben verkeerd in de wereld en in het bijzonder bij u. (Telos)

Eenvoudigheid en oprechtheid voor God. Lett. “van God”: zoals God het graag ziet of door Hem gewerkt.

Niet in vleselijke wijsheid. De Griekse wereld was er een van vleselijke wijsheid.

In de genade van God verkeren in de wereld. In afhankelijkheid van, vertrouwen op en ontvangen van Gods hulp, bijstand en gaven tot de dienst en het leven.

2 Kor. 1:14

2 Kor. 1:14  zoals u ook ten dele ons hebt erkend dat wij uw roem zijn, evenals u ook de onze bent op de dag van onze Heer Jezus. (Telos)

Uw roem zijn. De Corinthiers verkondigden de lof van Paulus en dankten mede aan hem hun stand.

Filippenzen 2:16 terwijl u het woord van het leven vertoont, mij tot roem tegen de dag van Christus, dat ik niet tevergeefs gelopen of tevergeefs gearbeid heb.

De dag van onze Heer Jezus. De dag dat Hij komt en in heerlijkheid verschijnt in de wereld. → Dag van Christus Jezus.

1Co 1:8 die u ook zal bevestigen tot het eind toe, zodat u onstraffelijk bent op de dag van onze Heer Jezus Christus. (Telos)

1 Co 5:5 zo iemand aan de satan over te geven tot verderf van het vlees, opdat de geest behouden wordt in de dag van de Heer Jezus. (Telos)

Filip 1:6 in dit vertrouwen, dat Hij die een goed werk in u begonnen is, het ook zal voltooien tot op de dag van Christus Jezus. (Telos)

Filip 1:10 om te beproeven wat het beste is, opdat u zuiver en onberispelijk bent tegen de dag van Christus, (Telos)

Filip 2:16 terwijl u het woord van het leven vertoont, mij tot roem tegen de dag van Christus, dat ik niet tevergeefs gelopen of tevergeefs gearbeid heb. (Telos)

2 Kor. 1:15

2Co 1:15   En in dit vertrouwen wilde ik al eerder tot u komen, opdat u een tweede genade zou hebben, (Telos)

Een tweede genade. Een zegen door de genade van God door de dienst van Paulus. Vergelijk:

2Co 1:11  terwijl ook u voor ons meewerkt door het gebed, opdat voor de genadegave die ons door vele personen geschonken is, door velen dankzegging voor ons gedaan wordt. 2Co 1:12  Want dit is onze roem: het getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid voor God, en niet in vleselijke wijsheid maar in de genade van God, hebben verkeerd in de wereld en in het bijzonder bij u. (Telos)

2 Kor. 1:17

2 Kor. 1:17  Heb ik dan soms door mij dit voor te nemen lichtvaardig gehandeld? Of wat ik mij voorneem, neem ik mij dat naar het vlees voor, zodat er bij mij zou zijn het ja, ja en het nee, nee? (Telos)

Ja ja en het nee, nee.

Het ja zowel als het nee schrijft de apostel twee keer in de levendigheid van de rede, om de tegenstelling van beide met nadruk aan te geven.[1]

2 Cor. 1:21-22

2Co 1:21  Hij nu die ons met u bevestigt in Christus en ons heeft gezalfd, is God, 2Co 1:22  die ons ook verzegeld en het onderpand van de Geest in onze harten gegeven heeft. (Telos)

De Drie-eenheid komt naar voren: Christus, God, de Geest.

Ons heeft gezalfd. Geheiligd en gewijd tot dienstbaarheid aan God, tot een leven voor God.

Verzegeld. Vgl. Ef. 1:13; 4:30.

2 Cor. 1:23

2Co 1:23  Maar ik roep God aan als getuige over mijn ziel, dat ik om u te sparen nog niet naar Korinthe ben gekomen! (Telos)

Om u te sparen. Vgl. 13:2.

2 Cor. 1:24

2Co 1:24  Niet dat wij heersen over uw geloof, maar wij zijn medewerkers aan uw blijdschap; want door het geloof staat u. (Telos)

Door het geloof staat u. Vgl. Rom. 14:4.

Voetnoot

  1. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op dit vers in 2 Kor. 1. Commentaar is van Burger en is onder wijziging verwerkt.