2 Samuël 1
2 Samuël 1 is een hoofdstuk van 2 Samuël, een geschrift in de Bijbel, en telt 27 verzen.
■ Hoofdstukken van 2 Samuël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 21 |
■ Verzen van 2 Samuël 1 becommentarieerd: · 26 |
26
26 Ik ben benauwd om uwentwil, mijn broeder Jonathan! U was mij zeer liefelijk; uw liefde was mij wonderlijker dan liefde der vrouwen.(CP[1])
U was mij zeer liefelijk enz. Een sterke, hartelijke liefde had Jonathan tot David. Jonathan had hem lief als zijn eigen ziel. David vond deze liefde voor hem wonderlijk. Een voorbeeld van het gebod om de naaste lief te hebben als zichzelf.
1Sa 18:1 Het geschiedde nu, als hij geëindigd had tot Saul te spreken, dat de ziel van Jonathan verbonden werd aan de ziel van David; en Jonathan beminde hem als zijn ziel. 1Sa 18:3 Jonathan nu en David maakten een verbond, dewijl hij hem liefhad als zijn ziel. (SV)
De NBV'04-vertaling heeft:
NBV'04: "Het verdriet verstikt me, Jonatan, Je was mijn broeder, en mijn beste vriend. Jouw liefde was mij dierbaar, meer dan die van vrouwen."
Is wonderlijker. Het Hebreeuwse werkwoord is פלא, pala = wonderbaar zijn, wonderlijk zijn, overtreffen, buitengewoon zijn. Hier in de werkwoordsvorm niphal gebruikt: a) iemand macht te boven gaan, moeilijk te doen zijn; b) moeilijk te begrijpen zijn; c) wonderlijk zijn, buitengewoon zijn[2].