6e eeuw voor Chr.
De zesde eeuw v.C. omvat de jaren 600 tot 501 vóór de geboorte van Christus. De eeuw wordt voorafgegaan door de 7e eeuw voor Chr. en gevolgd door de 5e eeuw voor Chr.
Omstreeks 600 leven in het land van Israël de profeten Jeremia (c. 625-587 of 621-580), Habakuk, Nahum en Zefanja. Bij de eeuwwisseling is Jojakim koning van Juda (609/608-598/597) en Nebukadnezar koning van Babel (605-562). In de eerste helft van deze eeuw profeteert Ezechiël (593 - 570).
De volgende kaart toont de wereld in het Midden-Oosten in de eerste helft van de 6e eeuw v.C.
600 v.C.
Ca. 600 zijn daar de hangende tuinen van Babylon.
598 v.C.
Jojachin koning van Juda (598-597). Hij komt in opstand tegen Babel.
597-538 v.C.
Periode van de Babylonische ballingschap der Joden.
597 v. C.
Eerste wegvoering der Joden naar Babel. De Babylonische koning Nebukadnezar belegert Jeruzalem. De Judese koning Jojachin (Jechonja) capituleert. Jojachin en de familie van Mordechai, de oom van de latere Perzische koningin Esther, worden gevankelijk weggevoerd.
Es 2:5 Er was een Joods man op den burg Susan, wiens naam was Mordechai, een zoon van Jaïr, den zoon van Simei, den zoon van Kis, een man van Jemini; Es 2:6 Die weggevoerd was van Jeruzalem met de weggevoerden, die weggevoerd waren met Jechonia, den koning van Juda, denwelken Nebukadnezar, de koning van Babel, had weggevoerd. (SV)
Dit is de eerste wegvoering. De tweede deportatie zal 10 jaren later plaatsvinden (587). Jojachin keerde nooit terug.
Zedekia. Jojachin wordt opgevolgd door Zedekia, koning van Juda van 597 tot 588/587. Ook deze komt, enige jaren later, in opstand tegen de overheersing door Babel.
594 v.C.
Solon is wetgever in Athene.
593 v.C.
Ezechiël tot profeet geroepen. Hij is profeet van 593 tot 570.
591 v.C.
Op de 10e van de Hebreeuwse maand ab 9 (=juli/aug) geschiedt het woord van de HEER tot de profeet Ezechiël.
Eze 20:1 En het geschiedde in het zevende jaar, in de vijfde [maand], op den tienden derzelver maand, dat er mannen uit de oudsten van Israël kwamen, om den HEERE te vragen; en zij zaten neder voor mijn aangezicht. Eze 20:2 Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: (SV)
589 v.C.
In 588 of 589 wordt Hofra farao van Egypte. Hij regeert van 588 tot 568.
587 v.C.
Optreden van de profeet Obadja.
586 v.C.
Tweede wegvoering der Joden naar Babel. In 586 of 587 is de val van Jeruzalem, na een lange en ingrijpende belegering door de Babyloniërs. Verwoesting van Jeruzalem en de tempel door de legers van Babel. Einde van de 11-jarige regering van Zedekia, de laatste regerende koning uit het koningshuis van Juda. Alle leiders worden weggevoerd naar Babel. Juda is niet langer een koninkrijk, het wordt voor een groot deel ontvolkt.
De meeste inwoners van Jeruzalem worden weggevoerd. Dit is de tweede wegvoering; de eerste was 10 jaren eerder (597), de derde zal vijf jaar later gebeuren (582-581).
De profeet Jeremia wordt bevrijd uit het kamp bij Rama.
De 'tijden der heidenen" breken aan. Ze duren voort tot de verschijning van Jezus Christus, de Koning der koningen, in heerlijkheid.
Een deel van de achterblijvende Joden vlucht naar Egypte, tegen de waarschuwing van Jeremia in. Jeremia gaat onwillig met hen mee.
585 v.C.
Thales van Milete, de eerste filosoof, voorspelt een zonsverduistering.
582 v.C.
Derde wegvoering van de Joden (582-581); de tweede wegvoering was vijf jaren eerder (587).
580 v.C.
Ongeveer in het jaar 580 doet de profeet Jeremia in Egypte de afvallige Joden het teken van de zekere vervulling van Gods gericht over hen horen (Jer. 44:29v): Farao Hofra zou in de hand van zijn vijanden worden overgegeven.
573 v.C.
Op de 10e dag van de maand Abib in het jaar 573 v.Chr., 25 jaar na de eerste gevankelijke wegvoering van Jojachin van Juda, 14 jaar na de val van Jeruzalem, ontvangt de priester en profeet Ezechiël een visioen van de nieuwe tempel.
Eze 40:1 In het vijfentwintigste jaar van onze ballingschap, aan het begin van het jaar, op de tiende van de maand, in het veertiende jaar nadat de stad was verslagen, op diezelfde dag was de hand van de HEERE op mij en bracht Hij mij erheen. (HSV)
572 v.C.
Geboorte van Pythagoras (ca. 572 - ca. 500), Griekse filosoof en wiskundige.
570 v.C.
Hofra, farao van Egypte, wordt door woedende volksgenoten vermoord. De profetie van Jeremia (Jer. 44:29v) wordt hierdoor vervuld.
563 v.C.
Geboorte van Boeddha (563-483 v.C.).
562 v.C.
Nebukadnezar van Babel sterft. Geen van zijn opvolgers zal erg krachtig regeren.
561 v.C.
Pisistratus is tiran in Athene.
559 v.C.
Kores de Grote (of Cyrus de Grote) koning van Perzië (559-529, of 560-530).
556 v.C.
Nabonidus koning van het Babylonische rijk (556-539).
553 v.C.
De Babylonische koning Nabonidus maakt zijn zoon Belsazar mede-regent en draagt hem de verdediging van Babylon op.
551 v.C.
Geboorte van Confucius (551-479 v.C.).
550 v.C.
Belsazar koning van Babel (550-539).
In deze tijd bereikt het Babylonische rijk onder koning Nabonidus zijn grootste omvang[1]
De volgende kaart toont Griekse en Fenicische nederzettingen omtrent 550 v.C.
539 v.C.
Val van Babel. Op 10 october slaat Nabonidus op de vlucht voor de Pers Cyrus, in de Bijbel Kores geheten. Twee dagen later, op 12 oktober, valt Babel (Babylon), hoofdstad van het Babylonische rijk, in handen van Cyrus.
Het verlies van onafhankelijkheid leidt tot een trek uit Babylon. Enkele eeuwen later, in 275 v.C., is de stad verlaten[1].
538 v.C.
Eerste terugkeer van Joodse ballingen naar Juda. Cyrus (Kores) de Grote, koning van Perzië, geeft, op Gods bevel, de Joden toestemming om van Babel naar Jeruzalem terug te keren en beveelt hen het huis van God (de tempel) te herbouwen.
Ezr 1:1 In het eerste jaar nu van Kores, koning van Perzie, opdat volbracht wierd het woord des HEEREN, uit den mond van Jeremia, verwekte de HEERE den geest van Kores, koning van Perzie, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk, zelfs ook in geschrift, zeggende: Ezr 1:2 Zo zegt Kores, koning van Perzie: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is. Ezr 1:3 Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij met hem, en hij trekke op naar Jeruzalem, dat in Juda is, en hij bouwe het huis des HEEREN, des Gods van Israel; Hij is de God, Die te Jeruzalem [woont]. (SV)
Cyrus verleent de meeste volken de mogelijkheid om terug te keren en hun godsdienst te beoefenen.
Een geringe groep Joden, zo’n 50.000 in getal, keert terug, onder wie Haggai en Zacharia. Dit is de eerste terugkeer van Joodse ballingen; de tweede terugkeer vindt 13 jaren later plaats (525).
In 538 veroveren de Perzen de stad Susan terug.
537 v.C.
Altaar in Jeruzalem wederopgericht, offerdienst hersteld. In de 6e maand (Ezr. 3:1-2), de maand Elloel, richt het ‘overblijfsel van het volk’ (Hagg. 1:12, 2:3) in Jeruzalem het brandofferaltaar op. Van de eerste dag van de 7e maand, de maand Tisjrie, begonnen zij aan Jhwh brandoffers te offeren (Ezr. 3:6). De eerste dag is het Feest van het Geklank.
Ezr 3:2 En Jesua, de zoon van Jozadak, maakte zich op, en zijn broederen, de priesters en Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en zijn broederen, en zij bouwden het altaar des Gods van Israel, om daarop brandofferen te offeren, gelijk geschreven is in de wet van Mozes, den man Gods. Ezr 3:3 En zij vestigden het altaar op zijn stelling, maar met verschrikking, [die] over hen was, vanwege de volken der landen; en zij offerden daarop brandofferen den HEERE, brandofferen des morgens en des avonds. (SV)
Loofhuttenfeest. Op 15-23 Tisjrie viering van het Loofhuttenfeest in het land van Israël (Ezr. 3:4v).
Herbouw van Gods huis. Van 537 tot 516, dus in zo'n twintig jaar tijd, wordt de tempel te Jeruzalem herbouwd. In 537, het tweede jaar van de eerste terugkeer van de Joodse ballingen, wordt het fundament van de tempel gelegd. Echter, de Joden ontmoeten tegenstand, raken ontmoedigt en de herbouw van de tempel blijft tot 520, dus gedurende 17 jaren, stilliggen.
529 v.C.
Cambyses (of Kambyses) II wordt in 530 of 529 koning van het Perzische rijk. Hij regeert tot 522 v.Chr.. Onder hem wordt Susan de hoofdstad van het rijk.
526 v.C.
Optreden van Zerubbabel.
525 v.C.
Tweede terugkeer van Joodse ballingen naar Juda; de eerste terugkeer was 13 jaren eerder (538).
De Perzische koning Cambyses verovert Egypte.
522 v.C.
In 521 of 522 wordt Darius I (Darius de Grote) koning van Perzië. Hij regeert tot 485 of 486.
520 v.C.
Omstreeks 520 treedt de profeet Haggaï op. Van 520 - 515 wordt de tempel te Jeruzalem verder herbouwd, na een onderbreking van zo'n 17 jaren.
In het tweede regeringsjaar van Darius I van Perzië, in 6e maand, geschiedt het woord van Jhwh tot Haggai (Hag 1:1).
23 dagen later, in de 6e maand van datzelfde jaar, op de 24e dag, wordt de bouw van de tempel hervat (Hag. 2:1).
Een maand na de hervatting van de nagelaten tempelbouw, in de 7e maand, op de 21e dag, geschiedt voor de tweede keer het woord van Jhwh door de dienst van Haggai (Hag 2:2) tot Zerubbabel, Jozua en het volk. God vermaant hen sterk te zijn en te werken, want Hij is met hen, met Zijn Woord en Zijn Geest. Hij bemoedigt de Joden, die vinden dat de tweede tempel niets voorstelt, door een messiaans toekomstbeeld (oordeel, heerschappij van de messias, huis van God met heerlijkheid vervuld, vrede).
In de 8e maand, geschiedt het woord van Jhwh tot Zacharia, dat de Joden tot ware bekering vermaant.
In de 9e maand, op de 24e dag, geschiedt voor de derde keer het woord van Jhwh door de dienst van Haggai (Hag. 2:11). God verklaart het volk en hun werk onrein. Maar vanaf nu, na de fundering van de tempel, zal God zegenen.
Op dezelfde dag geschiedt het woord van God voor de vierde keer tot Haggai. Aan Zerubbabel, de vorst van Juda, wordt gezegd dat God de koninkrijken der heidenen zal tenietdoen. Te dien dage zal God Zerubbabel, dien Hij verkoren heeft, stellen als een zegelring.
In de 11e maand, op de 24e dag, geschiedt wederom het woord van Jhwh tot Zacharia en de profeet ziet gezichten. God betuigt zijn grote ijver en ontferming over Jeruzalem en over Sion. “Mijn huis zal daarin gebouwd worden” (Zach. 1:16) Jeruzalem zal talrijk worden, God zal haar beschermen en “tot heerlijkheid wezen in het midden van haar” (Zach 2:5). God roept de achtergebleven Joden in Babel om terug te keren (Zach 2:6v). In een ander gezicht ziet Zacharia de hogepriester Jozua, wiens ongerechtigheid wordt weggenomen (Zach. 3). God voorzegt ook dat zijn Knecht, de Spruit, zal komen. Op één dag zal de onrechtigheid van het land worden weggenomen (Zach 3:9). Door Zacharia spreekt God ook tot Zerubbabel, die Gods huis zal voleindigen.
515 v.C.
515 / 516 v. Chr.: Bouw van de Tweede tempel voltooid.
510 v.C.
Einde van de tirannie in Athene.
509 v.C.
Stichting van de Romeinse Republiek.
500 v.C.
Ca. 500 wordt de Indiase volksgemeenschap georganiseerd in het kastenstelsel.