Ahinoam
Ahinoam ('broeder der liefelijkheid'), ook geschreven Achinoam, is de naam van een van Davids vrouwen en van een Sauls vrouwen.
De Hebreeuwse naam is אחינעם, Achinoam. De eigennaam betekent 'broeder der liefelijkheid'[1][2] of liever: 'wier broeder de liefelijkheid is'[1], van Ach, broer, en Noam, lieflijkheid, van het werkwoord Naôm, 'liefelijk, bekoorlijk zijn'.
De naam wordt 7x genoemd in het Oude Testament. Het Strongnummer is 0293.
De eigennaam is in de Bijbel van twee verschillende vrouwen:
1. de vrouw van Saul, een dochter van Ahimaäz.
Geslachtslijn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
1Sa 14:50 De naam van Sauls vrouw was Ahinoam, een dochter van Ahimaäz. (HSV)
Van Saul kreeg zij drie zonen en twee dochters (zie schema), onder wie Jonathan, de vriend van David, en Michal, die David tot vrouw werd. Haar man en drie zonen sneuvelden in de slag tegen de Filistijnen op het gebergte Gilboa.
2. de Jizreëlitische vrouw van David, de moeder van Ammon. Zijn derde vrouw. 1 Sam. 25:43; 27:3; 30:5, 18; 2 Sam. 2:2; 3:2; 1 Kron. 3:1.
1Sa 25:43 Ook nam David Ahinoam uit Jizreël tot vrouw; (HSV)
Zij was na Michal, de dochter van koning Saul, en Abigaïl, de weduwe van Nabal, de derde die David zich tot vrouw nam. Michal was intussen door Saul aan een andere man gegeven.
Ahinoam verbleef met Abigaïl bij David in Gath (1 Sam. 27:3) en later in Ziklag. Toen David afwezig vielen Amalekieten de stad binnen, plunderden haar en brandden haar plat. Ahinoam, Abichaïl en de andere inwoners werden meegenomen. David en zijn mannen bevrijdden hen.
Ahinoam schonk David te Hebron zijn eerste zoon.
2Sa 3:2 Bij David werden in Hebron zonen geboren. Zijn eerstgeborene was Amnon, van Ahinoam uit Jizreël; (HSV)
1Kr 3:1 Dit waren de zonen van David, die bij hem in Hebron geboren zijn: de eerstgeborene Amnon, bij Ahinoam uit Jizreël; de tweede Daniël, bij Abigaïl, uit Karmel; (HSV)
Voetnoot
- ↑ 1,0 1,1 Aldus S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ahinoam. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.
- ↑ Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia, geeft als betekenis op: 'mijn broeder is vreugde'.