Barbaar

Uit Christipedia

Een barbaar (Gr. Ραρβαρος, Barbaros) is in Nieuwe Testament de aanduiding voor een buitenlander, vreemdeling: het woord 'barbaar' werd door de Romeinen gebruikt voor alle mensen die geen Latijn of Grieks begrepen.

In de Nederlandse taal heeft het woord ‘barbaar’ tegenwoordig de betekenissen van:

  1. onbeschaafd, ruw, ongevoelig mens
  2. wreedaard

In Rom. 1:14 worden de barbaren onderscheiden van de Grieken.

Ro 1:14 Van Grieken en barbaren, van wijzen en onwetenden ben ik een schuldenaar. (TELOS)

In 1 Kor. 14:11 zijn twee personen die verschillende talen spreken en elkaar niet verstaan ten opzichte van elkaar ‘barbaars’: een vreemdeling of buitenlander.

1Co 14:11 Indien ik dan de kracht der stem niet weet, zo zal ik hem, die spreekt, barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij mij barbaars zijn. (SV)
1Co 14:11 Als ik dan de betekenis van het geluid niet ken, zal ik voor hem die spreekt een buitenlander zijn en zal hij die spreekt voor mij een buitenlander zijn. (HSV)
1Co 14:11 Als ik nu de betekenis van het geluid niet ken, zal ik voor hem die spreekt, een vreemdeling zijn, en hij die spreekt, zal voor mij een vreemdeling zijn. (TELOS)

De bewoners van het eiland Malta werden zo genoemd door Lukas (Hand. 28:2-4):

Hnd 28:2 En de barbaren bewezen ons geen gemene vriendelijkheid; want een groot vuur ontstoken hebbende, namen zij ons allen in, om den regen, die overkwam, en om de koude. (SV)

De meeste Nederlandse vertalingen vertalen hier “inlandse bevolking”,  “inheemsen” e.d., bij voorbeeld:

Hnd 28:2 En de inlandse bevolking bewees ons buitengewone menslievendheid, want zij staken een vuur aan en haalden ons er allen bij, vanwege de regen die was gaan vallen, en vanwege de koude. (HSV)
Hnd 28:2 En de inheemsen bewezen ons buitengewone menslievendheid, want zij staken een vuur aan en haalden er ons allen bij vanwege de regen die begon te vallen en vanwege de koude. (TELOS)

In Col 3:11 staat de 'barbaar' naast de onbeschaafde Scyth. Door de beschaafde volken van de oudheid werden de Scythen beschouwd als de wildste barbaren.

Col 3:11 Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar [en] Scyth, dienstknecht [en] vrije; maar Christus is alles en in allen. (SV)
Col 3:11 Daarbij is niet Griek en Jood [van belang], besnedene en onbesnedene, barbaar [en] Scyth, slaaf [en] vrije, maar Christus is alles en in allen. (HSV)
Col 3:11 Daarin is niet Griek en Jood, besnijdenis en onbesnedenheid, barbaar, Scyth, slaaf, vrije; maar Christus is alles en in allen. (TELOS)

Bron

In de eerste versie van dit artikel is vertaalde tekst opgenomen uit A New and Concise Bible Dictionary s.v. Barbarian. George Morris, 1899.