Bath (inhoudsmaat)

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Bat)
De bath (ook gespeld bat) is een oude Israëlische inhoudsmaat voor vloeibare stoffen als melk en olie. Eén bath is ongeveer gelijk aan 22[1] liter. Een bath (natte maat) = een efa (droge maat).
Eze 45:10 Een rechte waag, en een rechte efa, en een rechte bath zult gijlieden hebben.
Jes 5:10 Ja, tien bunders wijngaard zullen een enig bath geven, en een homer zaad zal een efa geven.
De Griekse vorm van het Hebreeuwse woord bath is batos. In het Nieuwe Testament komt batos één keer voor, in een meervoudsvorm, vertaald door 'vaten':
Lu 16:5 En hij riep de schuldenaars van zijn heer één voor één bij zich en zei tegen de eerste: Hoeveel bent u mijn heer schuldig? Lu 16:6 En hij zei: Honderd vaten olie. En hij zei tegen hem: Neem uw schuldbekentenis, ga zitten en schrijf snel vijftig. (HSV)
Eenzelfde hoeveelheid (ongeveer 22 liter) graan werd in het Hebreeuws aangeduid als één efa (graan). Een efa is een gelijke inhoudsmaat voor droge stoffen.
Eze 45:11 Een efa en een bath zullen van enerlei mate zijn, dat een bath het tiende deel van een homer houde; ook een efa het tiende deel van een homer; de mate daarvan zal zijn naar den homer.
Tien bath of tien efa samen werden een homer (of ezelslast, of kor) genoemd.

Een bath staat gelijk aan zeven hin, een Hebreeuwse inhoudsmaat voor vloeistoffen, ongeveer 3,66 liter.

Het grote koperen wasvat in de voorhof van de tempel gebouwd door Salomo had een inhoud van 2000 bath, dat is 2000 x ongeveer 22 liter = ongeveer 44.000 liter.
1Kon 7:26 En zijn dikte was een handbreed en zijn rand had de vorm van de rand van een beker, [als] een leliebloesem. Hij kon tweeduizend bath bevatten. (HSV)

Voetnoot

  1. Dit lemma gaat uit van de maatduiding in Bijbels Theologische Encyclopedie ed. 2008. Anderen hebben: 23 liter, of 36 liter, of 40 liter, of 45 liter. De Herziene Statenvertaling zegt: "Een bath is vermoedelijk tussen de 20 en 45 liter". De heer Rob van Aarsen uit Enschede rekende uit dat een bath gelijk is aan 24,53125 liter. Hij ging uit van de maten van het wasvat genoemd in 1 Kon. 7: 23-25 en onderstelde dat het vat de vorm van een cilinder had.