Bekennen (geslachtsgemeenschap)

Uit Christipedia

Bekennen is het woord dat de Statenvertaling gebruikt voor het Hebreeuwse yada, dat meestal weten, kennen betekent, doch in meerdere Schriftplaatsen de betekenis heeft van 'geslachtsgemeenschap hebben', dat is een intiem kennen.

Het Nederlandse woord 'bekennen' is een samenstelling van 'be' (= van) en 'kennen' (= bemerken, kennen, weten). Vergelijk 'bekend'.

De eerste verzen in de Bijbel waarin het Hebreeuwse werkwoord yada' voorkomt tonen beide de gewone betekenis van kennen en de bijzondere betekenis van intiem kennen in de vorm van seksuele omgang.

Ge 3:5 Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad. (SV)

Ge 3:7 Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt [waren]; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten. (SV)

Ge 3:22 Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid. (SV)

Ge 4:1 En Adam bekende Heva, zijn huisvrouw, en zij werd zwanger, en baarde, Kaïn, en zeide: Ik heb een man van den HEERE verkregen! (SV)

Ge 4:9 En de HEERE zeide tot Kaïn: Waar [is] Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet [het] niet; [ben] ik mijns broeders hoeder? (SV)

Ge 4:17 En Kaïn bekende zijn huisvrouw, en zij werd bevrucht en baarde Henoch; en hij bouwde een stad, en noemde den naam dier stad naar den naam zijns zoons, Henoch. (SV)

Ge 4:25 En Adam bekende wederom zijn huisvrouw, en zij baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Seth; want God heeft mij, [sprak] [zij], een ander zaad gezet voor Habel; want Kaïn heeft hem doodgeslagen. (SV)

Bronnen

'Bekennen' op Etymologiebank.nl