Brief aan Filémon

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Brief aan Filemon)

De brief van Paulus aan Filémon is een brief opgenomen in het Nieuwe Testament, het tweede deel van de Bijbel. 

De brief aan Filemon is de kortste bewaard gebleven brief van de apostel Paulus. Gezien het karakter van de brief kan men het persoonlijke correspondentie van Paulus noemen. De apostel verzoekt dat Filémon diens eerder gevluchte slaaf Onésimus zal ontvangen en als een broeder in de Heer aannemen. 

Schrijver(s) en omstandigheid

Zoals uit vs. 1 blijkt, zijn het Paulus en zijn medewerker Timotheüs, die deze brief hebben geschreven. In vers 19 zegt de apostel: 'Ik, Paulus, heb het met mijn eigen hand geschreven'.

Paulus, een oude man, zat in de gevangenis.

Flm 1:9 doe ik ter wille van de liefde liever een beroep op u, daar het zo met mij is dat ik, Paulus, een oud man ben, en nu ook een gevangene van Christus Jezus. (TELOS)

Met hem zat Epafras gevangen. Ook had hij contact met enkele met name genoemde medearbeiders. 

Flm 1:23 U groeten Epafras, mijn medegevangene in Christus Jezus, Flm 1:24 Markus, Aristarchus, Demas en Lukas, mijn medearbeiders. (TELOS)

De oorzaak van zijn gevangenschap was zijn arbeid voor het evangelie. 

Flm 1:13 ... in mijn gevangenschap voor het evangelie. (TELOS)

Zijn gevangenschap was echter onder Gods toelating en in Gods hand. Ja, hij noemt zichzelf 'een gevangene van Christus Jezus'. 

Flm 1:9 doe ik ter wille van de liefde liever een beroep op u, daar het zo met mij is dat ik, Paulus, een oud man ben, en nu ook een gevangene van Christus Jezus. (TELOS)

Vergelijk: 

Flm 1:23: U groeten Epafras, mijn medegevangene in Christus Jezus, (TELOS)

Paulus geeft aan dat hij verwacht spoedig vrij te komen (vs.22).

Datering

Paulus geeft aan dat hij verwacht spoedig vrij te komen (vs.22). Hierom nemen sommigen aan dat Paulus op dat moment gevangen zat in Caesarea (Hand. 23:23-26:32). In dat geval is de brief ca. 58 na Christus geschreven. 

Anderen[1] echter nemen aan dat Paulus de brief schreef tijdens zijn eerste gevangenschap in Rome (Hand. 28:30). De brief is dan geschreven in het jaar 62/63 of 60/61 n.C[1]

Adressanten

Paulus gaf de brief mee aan Onésimus, die tot geloof was gekomen en een gevluchte slaaf van de reeds gelovige Filemon was. De brief is van zeer persoonlijke inhoud en geadresseerd aan Filemon en twee anderen (Apfia, Archippus) en de gemeente in zijn huis (vers 2) te Kolosse, in het zuidwesten van het huidige Turkije.

Ligging van Kolosse (Colossae) in het zuidwesten van het tegenwoordige Turkije

Filemon wordt in Paulus' brief aan de heiligen te Kolosse (4:9) "een van de uwen" genoemd. Misschien was hij gehuwd met de vrouw Apfia, 'de zuster', door Paulus na Filemon genoemd als een van de geadresseerden van de brief. Archippus wordt in de Kolossenzenbrief aangespoord zijn bediening getrouw te verrichten. 

Ook EpafrasMarkusAristarchusDemas en Lukas worden in de brief aan Filémon genoemd. 

Doel en boodschap van de brief

Onesimus was een slaaf van Filemon en diens huis ontvlucht. Blijkbaar was hij een lastige slaaf ('die u vroeger van geen nut was', vers 11), die hoogst waarschijnlijk ook nog zijn meester bestolen had ('als hij u enig onrecht heeft aangedaan of u iets schuldig is', vers 18).

Onesimus is bij Paulus terecht gekomen, door de dienst van de apostel tot geloof gekomen en zeer behulpzaam voor Paulus geworden. Paulus vindt dat Onesimus terug moet naar zijn meester en doet in de brief een beroep op Filemon om zijn slaaf genadig te behandelen (vers 17). Indirect vraagt hij hem of Onesimus terug mag komen om Paulus in zijn gevangenschap bij te staan (13-14). 

Paul vraagt ​​niet om de vrijheid van Onesimus, maar dat deze in genade zal worden ontvangen als een geliefde broeder. Paul doet niet zijn apostolisch gezag gelden, maar doet een bede als 'gevangene' en 'oude man'.

Boodschap

Paulus keurt de slavernij niet af noch stelt hij haar ter discussie. Wel benadrukt hij dat binnen de christelijke gemeente slaven behandeld moeten worden als gelijkwaardige medemensen, als broeders en zusters. Daarmee geeft hij slavernij een andere inhoud, centraal staat de liefde van Christus. Paulus roept hier niet op om een maatschappelijke instelling (de slavernij) te veranderen, hij roept op tot hartsverandering bij christenen. 

Het kan sommigen verrassen dat een dergelijke brief een deel van geïnspireerde Woord uitmaakt. Maar het is 'nuttig': gedurende vijftienhonderd jaar hielden christenen er slaven op na. Velen hebben misschien nooit gedacht aan het bevorderen van de bekering van hun slaven of waren er zelfs, bevooroordeeld, op tegen. Een christenboer in Zuid-Afrika vertelde een prediker dat hij er zeker van was dat hij net zo goed kon prediken tot honden als tot zijn Afrikaanse dienstknechten. God zag de noodzaak van een dergelijke brief. De slaaf genoemd in de brief was 'een geliefde broeder' geworden. 

De manier waarop Paulus in de bres springt voor Onesimus - hij is zelfs bereid eventuele materiële schade persoonlijk te vergoeden (18-19) - laat zien dat Paulus een waardig navolger van Christus is. 

De naam Onesimus betekent "nuttig". Paulus maakt hierop een woordspeling in vs. 11. 

Onésimus, die u vroeger van geen nut was, maar nu voor u én mij zeer nuttig is..." (vers 11)

Indeling

Dit Bijbelboekje is in drie hoofdgedeelten in te delen:

  • vs. 1-7 Inleiding, groet en dankzegging
  • vs. 8-21 Hoofddeel: voorspraak voor Onésimus
  • vs. 22-25 Slot, groeten en zegen

Commentaar

Zie Filémon voor commentaar op verzen uit de brief.

Bron

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Philemon, epistle to. Tekst van dit lemma is op 9 jan. 2016 vertaald en verwerkt. 

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Zo de inleiding tot brief in de TELOS-vertaling.