Burcht

Uit Christipedia

Een burcht - van het woord 'burg'- is een versterkt kasteel[1]. In de Wartburg hield Luther zich verborgen. God is ons een burcht.

De Marksburg in Braubach is een hoogteburcht.

'Burcht' en 'burg'

De oorsprong van 'burcht' ligt in het woord burg, vergelijk het Duitse woord Burg en het Zweedse Borg.

Ps 91:2 Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burg! mijn God, op Welken ik vertrouw! (SV)

Ps 91:2 Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw! (HSV)

'Burg' betekende 'versterkte nederzetting' of 'omwalde plaats', dus stad en geen kasteel. Het oorspronkelijke woord is behouden gebleven in woorden als burger, burgemeester, burggraaf en burgwal. 'Burg' komt bijvoorbeeld in Amsterdam nog in straatnamen voor, bijvoorbeeld in 'Nieuwezijds Voorburgwal', en daarnaast in een groot aantal plaatsnamen: Middelburg, Domburg, Borgt, Souburg, Burgh-Haamstede, Den Burg (plaats op Texel), Leopoldsburg, Luxemburg, Boksburg e.a.

Het Gravensteen in Gent, een 12e-eeuwse waterburcht

Burg behoort tot een groep woorden die later een -t heeft gekregen (andere voorbeelden zijn inkt, dat in het Engels ink heet, en rijst). Door deze t is in de spelling de oorspronkelijke g vervolgens in ch veranderd: de spelling burgt komt in oudere teksten voor, in het huidige Nederlands is het burcht. De Groningse variant borg heeft de t niet overgenomen. Bovendien is er een betekenisverschil ontstaan tussen "burg" (omwalling) en "burcht" (versterkt gebouw). Dit Germaanse woord heeft ook - zoals wel meer militaire termen - stand gehouden in het Frans, en wel als bourg, dat in tal van plaatsnamen voorkomt, bijvoorbeeld Luxembourg, Mariembourg, Cherbourg, Bourg-en-Bresse e.a.

Verwante begrippen

'Slot' is vanaf de 14de eeuw synoniem aan 'burcht'. In de Nederrijnse bronnen komt het in de betekenis van burcht voor het eerst voor in 1339. In de 19de eeuw krijgt slot een romantische betekenis waarbij de weerbaarheid is verdwenen.

'Huis'. De algemene term voor een versterkt gebouw in de middeleeuwen is 'huis' dat behalve voor burchten ook gebruikt werd voor adellijke huizen en voor de curtis of hof die voorzien was van een wal en een gracht.

'Kasteel'. Het meest gangbare woord voor burcht is kasteel, dat echter eerst aan het einde van de 16de eeuw voor burcht gebruikt werd. Het Nederlandse kasteel is dan ook geen juiste term voor een middeleeuws gebouw.

Soorten burchten

Een burcht is een sterk kasteel. Gewoonlijk lag de burcht op een rots of bergtop om de dreigingen te kunnen voorzien (hoogteburcht). In vlakke gebieden werden waterburchten opgericht, met diepe grachten langs alle zijden. De burchten met een gracht hebben ook een valbrug.

Een burcht bezat tevens vaak een donjon, een heel zware toren welke als laatste steunpunt werd gebruikt mocht de rest van de burcht zijn ingenomen. De donjon en andere torens waren bovenaan meestal afgewerkt met kantelen.

De extra versterking van de (wal)burcht bestaat meestal uit een droge of natte gracht en een aarden wal en/of zware stenen ommuring. Een van de oudste nog bestaande voorbeelden in Nederland is de Burcht van Leiden. Voor België is het Gravensteen in Gent een goed voorbeeld (zie foto).

De burg Sion

De burg Sion was een vesting in Jebus, die David veroverde. In deze burg ging David wonen. Hij noemde hem 'Davids stad'.

1Kr 11:5 En de inwoners van Jebus zeiden tot David: Gij zult hier niet inkomen. David dan nog won den burg Sion, welke is de stad Davids. (SV)

2Sa 5:7 Maar David nam den burg Sion in; dezelve is de stad Davids. (...) 2Sa 5:9 Alzo woonde David in den burg en noemde dien Davids stad. En David bouwde rondom van Millo af en binnenwaarts. (SV)

God is ons een burcht

God is voor ons een burg, een veilige vesting.

2Sa 22:1 En David sprak de woorden dezes lieds tot den HEERE, ten dage als de HEERE hem verlost had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul. 2Sa 22:2 Hij zeide dan: De HEERE is mij mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper. 2Sa 22:3 God is mijn Rots, ik zal op Hem betrouwen; mijn Schild en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek en mijn Toevlucht, mijn Verlosser! Van geweld hebt Gij mij verlost! (SV)

Ps 31:3 (31:4) Want U bent mijn rots en mijn burcht! Wijs mij dan de weg en leid mij zachtjes, omwille van Uw Naam. (HSV)

Ps 71:3 Wees mij tot een rots om daarin te wonen, om voortdurend daarin te gaan. U hebt bevel gegeven om mij te verlossen, want U bent mijn rots en mijn burcht! (HSV)

Ps 91:2 Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw! (HSV)

Ps 144:2 mijn goedertierenheid en mijn burcht, mijn veilige vesting en mijn, ja, mijn Bevrijder, mijn schild, tot Wie ik de toevlucht heb genomen, Die mijn volk aan mij onderwerpt. (HSV)

Luther in de Wartburg

In de Wartburg vond Luther een veilig onderkomen.

De Wartburg, een kasteel op een 441 m hoge heuvel boven de stad Eisenach in het Duitse Thüringen, speelde een belangrijke rol in de tijd van de Reformatie. Op 26 mei 1521 deed het keizerlijk edict van Worms de monnik Maarten Luther in de rijksban. Luther's beschermheer, keurvorst Frederik III van Saksen, had hem echter voor zijn veiligheid naar de Wartburg laten overbrengen, waar hij bijna een jaar incognito als jonker Jörg (hij laat zijn hoofdhaar bijgroeien) leefde. Luther's kamer, waar hij onder meer het Nieuwe Testament in het Duits vertaalde (gepubliceerd in 1524), is er te bezichtigen.

Luther schreef het bekende lied 'Ein feste Burg ist unser Gott', zie hieronder.

Ein feste Burg ist unser Gott

1. Ein feste Burg ist unser Gott, ein gute Wehr und Waffen. Er hilft uns frei aus aller Not, die uns jetzt hat betroffen. Der alt böse Feind, mit Ernst er´s jetzt meint; groß Macht und viel List sein grausam Rüstung ist, auf Erd ist nichts seinsgleichen.

2. Mit unsrer Macht ist nichts getan, wir sind gar bald verloren; es streit für uns der rechte Mann, den Gott hat selbst erkoren. Fragst du, wer der ist? Er heißt Jesus Christ, der Herr Zebaoth, und ist kein andrer Gott; das Feld muss er behalten.

3. Und wenn die Welt voll Teufel wär / und wollt uns gar verschlingen, so fürchten wir uns nicht so sehr, es soll uns doch gelingen. Der Fürst dieser Welt, wie saur er sich stellt, tut er uns doch nichts; das macht, er ist gericht: ein Wörtlein kann ihn fällen.

4. Das Wort sie sollen lassen stahn / und kein Dank dazu haben. Er ist bei uns wohl auf dem Plan / mit seinem Geist und Gaben. Nehmen sie den Leib, Gut, Ehr, Kind und Weib, lass fahren dahin! Sie haben's kein Gewinn; das Reich muss uns doch bleiben.

A mighty fortress is our God

1. A mighty fortress is our God, a bulwark never failing;
Our helper He, amid the flood of mortal ills prevailing:
For still our ancient foe doth seek to work us woe;
His craft and pow’r are great, and, armed with cruel hate,
On earth is not his equal.

2. Did we in our own strength confide, our striving would be losing,
Were not the right Man on our side, the Man of God’s own choosing:
Dost ask who that may be? Christ Jesus, it is He;
Lord Sabaoth, His Name, from age to age the same,
And He must win the battle.

3. And though this world, with devils filled, should threaten to undo us,
We will not fear, for God hath willed His truth to triumph through us;
The Prince of Darkness grim, we tremble not for him;
His rage we can endure, for lo, his doom is sure,
One little word shall fell him.

4. That word above all earthly pow’rs, no thanks to them, abideth;
The Spirit and the gifts are ours through Him Who with us sideth;
Let goods and kindred go, this mortal life also;
The body they may kill: God’s truth abideth still,
His kingdom is forever.


A Mighty Fortress, muziekvideo op Youtube.com geüpload door Fountainview Academy, 21 okt. 2016

Bron

Burcht (kasteel), Wikipedia.nl. De tekst hiervan is verwerkt op 28 jan. 2017.

Wartburg (kasteel), Wikipedia.nl. Enige tekst hiervan is verwerkt op 28 jan. 2017.

Voetnoot

  1. Aldus VanDale.nl, geraadpleegd 28 jan. 2017.