Celsus

Uit Christipedia

Celsus (2e eeuw) was een Griekse filosoof en een van de felste heidense bestrijders van de eerste christenen.

Hij moet niet verward worden met de Romeinse schrijver en arts Aurelius Cornelius Celsus (ca. 3 v. C. - 64 n.C.).

Van zijn levensgeschiedenis is zo goed als niets bekend. Hij was volgens Origenes een Epicureeër en een vriend van Lucianus. Uit de uitgebreide aanhaling, welke Origenes ons meedeelt, blijkt dat Celsus een wijsgeer was met dialectische talenten begaafd, die de geschriften van de apostelen en ook het Oude Testament gelezen had.

Zijn geschriften zijn verloren gegaan; maar, omdat de kerkleraar Origenes hem in zijn geschriften aangehaald, weergegeven en bestreden heeft, weten wij dat hij een uitvoerig geschrift vervaardigd heeft in het midden van de 2e eeuw na Chr. om het christendom te bestrijden. De naam van dit geschrift, geschreven ca. 178, was in het Grieks Logos Alèthès, d.w.z. Het ware woord.

Nu eens schrijft hij in de trant van de frivole Epicuristen, dan weer in de stijl van de ernstige Platonisten. Nu eens verdedigt hij de heidense volksgodsdienst, het polytheïsme en dan weer stelt hij zich tegenover het polytheïsme op een pantheïstisch standpunt. Hij stelt zich op het standpunt van zijn tijd. Alle hulpmiddelen van spot en sarcasme, van retorica en dikwijls dramatische voorstellingen bezigt hij, om het christendom te bekampen, en zeer opmerkelijk is het dat hij zich van argumenten bedient, die in latere eeuwen door het ongeloof telkens gebruikt zijn.

Na enkele voorafgaande opmerkingen laat Celsus in zijn geschrift een Jood optreden, die Maria, de moeder van Jezus, beschuldigt van echtbreuk met een Romeinse soldaat, Panthera[1] genaamd. Volgens Celsus zou een godheid nooit een vrouw als Maria uitkiezen om het goede in de wereld te brengen, omdat zij van zo'n lage komaf was. Jezus is niet geboren uit een maagd. De vader van Jezus was die Romeinse soldaat, die geen hoge militaire rang had.

Het verraad van Judas, en de verloochening van Petrus en bovenal de dood van Jezus voert hij aan als bewijzen tegen Jezus' belijdenis, dat Hij de Zoon van God was. De opstanding van de Heiland wordt door hem genoemd een vrucht van bedrieglijke mededelingen.

Daarna begint Celsus met zijn eigenlijke beschrijving. Hij ontkent, dat Joden en christenen recht hebben om te beweren, dat zij een bovennatuurlijke openbaring bezitten. Hij verklaart dat Mozes een bedrieger was. De scheppingsgeschiedenis maakt hij belachelijk. Met de ark van Noach drijft hij de spot. Joden en christenen houdt hij voor de verachtelijkste volken. Vergeleken bij de Grieken en Romeinen zijn ze nog minder dan wormen en vleermuizen. Hij stelt daarom Joden en christenen op één lijn, omdat de Joden ook aan de voorspellingen aangaande de Messias geloven, een verlosser der mensheid, hoewel deze menen, dat die Messias nog komen moet.

Hij noemt het dwaas, dat God op aarde moet komen. Dat brengt een verandering mee, die bij de absolute godheid ontoelaatbaar is. Aan de andere zijde beweert hij, dat God zich evenmin om de mensen bekommert als om de apen en de vliegen. Hij loochent alle openbaring, soms uit pantheïstisch standpunt, soms uit epicuristisch-deïstisch standpunt. Het christendom is volgens hem afkomstig van de Barbaren. Het verlangt een blind geloof, rust op geen redelijke grondslagen en houdt zich staande door de mensen vrees aan te jagen. Hij noemt het ergerlijk, dat het christendom zich erop beroemt, dat het voor de armen en onwijzen is.

De leer der wedergeboorte, der zondenvergeving, evenals die over de opstanding noemt hij absurd. De leer der opstanding vindt hij een verwachting voor de wormen. Hij beschuldigt de christenen van onwetendheid, willekeur, onverschilligheid jegens de staat, sektemakerij en afkeer van beelden, tempels en altaren. Dat hebben de christenen volgens hem van de Joden geërfd.

Origenes, Contra Celsum (Cambridge, 1676 editie)

Tot het christendom behoren geringe, bijgelovige mensen, handwerkslieden, slaven, vrouwen en kinderen. De meeste zijn bedrogenen en de bedriegers zijn de apostelen, die de geschiedenis van de wonderen verzonnen hebben en in het bijzonder de leugen van Jezus' opstanding hebben verbreid. De allervoornaamste bedrieger was Jezus zelf, die in Egypte magische kunsten geleerd heeft en die daardoor grote opgang onder zijn volk maakte. Hij was maar een kleine en hatelijke man, die echter door zijn volgelingen buiten de maat is vereerd en zelfs boven de keizer geschat werd.

Ziedaar in korte woorden de bestrijding van deze vinnige vijand.

Hij tracht de grondslagen van het christendom te ondergraven. Hij bestrijdt echter het christendom zeer oppervlakkig, omdat hij niet het minste inzicht had in zijn wezen. Hij had als een natuurlijk mens niet de minste notie van het bederf van onze menselijke natuur door de zonde en hij verstond daarom ook niets van de noodzakelijkheid van de verlossing en het werk van de Verlosser. Hij was een vinnige vijand.

De kerkvader Origenes diende Celsus van repliek in zijn werk Contra Celsum (= Tegen Celsus), geschreven in het jaar 248. Het is jammer, bij al het goede, dat Origenes geeft dat hij zich dikwijls in detailpunten verliest.

Vanaf Celsius heeft de Gemeente van Christus niet slechts met de gewone druk van de wereld te maken, maar met bestrijding in de arena van het verstand. En die bestrijding wordt beantwoordt door de apologeten[2].

Israël en Gemeente 50-99 < Kerkgeschiedenis 100 — 199 > 200 — 300
OrigenesCelsusTertullianusJustinus de MartelaarPolycarpus van SmyrnaPolycarpus van SmyrnaPapias

Meer informatie

Christian Apologists and Early Heresies. Youtube.com: Ryan Reeves, 18 jan. 2015. Vanaf 10 sec. vertelt kerkhistoricus Ryan Reeves over Celcus.

Bron

F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Tekst van het lemma 'Celcus' is onder wijziging verwerkt op 20 dec. 2022.

Voetnoten

  1. Een gewone naam van soldaten in het Romeinse rijk.
  2. Christian Apologists and Early Heresies. Youtube.com: Ryan Reeves, 18 jan. 2015. Vanaf 10 sec. vertelt kerkhistoricus Ryan Reeves over Celcus.