Clemens Romanus
Clemens Romanus of Clemens van Rome was volgens de overlevering bij Irenaeus de derde opvolger van Petrus als bisschop van Rome. Volgens Irenaeus was hij bisschop van 92 tot 101 na Christus. Volgens de Rooms-Katholieke Kerk was hij paus van 88 of 92 tot 97 n.Chr.
Dat Clemens in Rome de derde plaats innam na de apostelen Petrus en Paulus is onwaarschijnlijk. Wel is zo goed als zeker, wat Irenaeus meedeelt, dat Clemens de apostelen Petrus en Paulus nog gezien heeft. Men mag deze Clemens, die een voornaam en vooraanstaand lid van de kerk te Rome was, niet vereenzelvigen met Clemens, die in Fil. 4 : 3 genoemd wordt en evenmin met Titus Flavius Clemens, die door keizer Domitianus gedood werd. Deze laatste was een neef van de keizer, die het Heidendom niet welgezind was en daarom moest sterven.
Brieven. Hij wordt door de oudste overleveringen genoemd als de schrijver van de „brief der gemeente Gods, welke te Rome was, aan de gemeente Gods, welke te Corinthe woonde." Gewoonlijk wordt deze brief de eerste brief van Clemens Romanus genoemd. Hij is geschreven vóór 70 n.C., omstreeks het jaar 69, volgens anderen omstreeks het jaar 95. Voor de vroege datering pleit dat de brief spreekt over de offerdienst in Jeruzalem in de tegenwoordige tijd, alsof deze nog altijd werd uitgevoerd, terwijl de marteldood van Petrus wordt vermeld.
In de brief waarschuwt Clemens de Corinthiërs voor afgunst en vermaant hij hen tot vrede en tot onderwerping aan degenen, die Christus over hen stelde, om te waken voor hun zielen, dus tot onderwerping aan het gezag van ouderlingen. In de brief noemt Clemens de Paulus de schrijver van de Eerste brief aan de Korinthiërs. De brief eindigt met een gebed en is zeer belangrijk om het leven van de gemeente te Rome in die tijd te leren kennen. De brief kwam in hoog aanzien te staan.
Het originele handschrift van de Clemens-brief berust in het Britse Museum te Londen. Het ontbrekende is in 1873 door de Metropoliet Philotheas Bryennios ontdekt.[1]
De tweede brief aan de Corinthiërs, welke gewoonlijk ook aan Clemens wordt toegeschreven, is waarschijnlijk van een ander, maar deze werd wel in de 2e eeuw geschreven. Het is geen brief, maar een homilie.
Martelaar? Volgens sommigen is Clemens als martelaar omgekomen tijdens de derde vervolging der christenen onder het bewind van keizer Trajanus (98-117 n.C.). Hij zou naar de Krim verbannen zijn om als slaaf in de steengroeven te werken, en later met een anker aan de hals in zee zijn geworpen[2]. Echter, de oudste bronnen van zijn leven, Eusebius en Hieronymus, vermelden niets van zijn martelaarschap.
Meer informatie
Pope Clement I, op: En.Wikipedia.org
Bronnen
F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Tekst van het lemma 'Clemens" is verwerkt op 22 okt. 2018.
H.M.H. Bartels, Geschiedenis der Katholieke Kerk (Venloo: G. Mosmans senior, 1926) blz. 60. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 24 okt. 2021.