Columbanus

Uit Christipedia

Columbanus (ca. 540 — 615) was een Ierse abt, missionaris en stichter van verscheidene kloosters op het Europese vasteland.

Hij moet worden onderscheiden van zijn tijdgenoot Columba, de stichter van de abdij op het eiland Iona en missionaris bij de Picten in Schotland. Hij is ook een andere dan de Ierse monnik Columbanus die in de 10e eeuw in Gent werkzaam was.

Fresco van Columbanus

Zijn naam betekent 'witte duif'.

Hij werd ca. 540[1] geboren in de west-Ierse provincie Leinster. Hij ontving zijn opleiding in het klooster te Bangor, waar hij ook dertig jaar lang onderricht gaf. Omdat hij zich door God geroepen achtte om buiten zijn vaderland in het Evangelie te arbeiden, stak hij met twaalf metgezellen over naar het vasteland van Europa. Deze metgezellen waren: Gallus, Columbanus de Jongere, Deicolus, Attala, Cummain, Eogain, Eunan, Gurgano, Libran, Lua, Sigisbert en Waldoleno.

Columbanus landde in Frankrijk (Bretagne) en begon te arbeiden onder de Franken. De godsdienst der Franken was zeer uitwendig, velen waren weer in het heidendom teruggevallen, en degenen die zich nog christenen noemden, waren slechts met een weinig christelijk vernis gesierd. Columbanus predikte met zijn twaalf medearbeiders onder hen.

Hij begaf zich uit Bretagne naar de Vogezen waar koning Gontram (of Gunthram) van Bourgondië hem vriendelijk ontving en hem een Romaanse missie schonk bij Annegray, waar het eerste klooster van de Ieren gesticht werd (584). Daarna werd het klooster Luxeuil gesticht (590). Nog later verrees een derde te Fontaines. Het schijnt dat Columbanus deze kloosters bouwde zonder verlof van de Frankische bisschop. Hij schreef voor deze gemeenschappen strenge kloosterregels (Regula monachorum en Regula coenobialis) en een poenitentiale (boeteboek). Deze regels zijn in de 9e eeuw door de Regel van Benedictus vervangen.

Al spoedig ontstond er botsing met de Franse geestelijkheid, want Columbanus bracht de gewoonten van de Iro-Schotse kerk mee. In die kerk was het priesterhuwelijk nog in zwang, werd niet gerekend met de ordening alleen door de bisschop en had men een andere berekening van Pasen dan de Franken. Voor de berekening van de Paasdatum hield hij vast aan de methode die gebruikelijk was in het Keltische christendom (zie Quartodecimanen). Dat gaf ergernis. Bovenal de grote gestrengheid van Columbanus en de zijnen hinderde de wereldse geestelijkheid en niet het minst het Bourgondische hof. Hij verweet de koning Gontram vier buitenechtelijke kinderen te hebben, wat als zedeloos gold. De invloed van Columbanus en de zijnen was wel heilzaam, maar hij miste de gave van organiseren.

Op last van de koningin-moeder, Brunhilde van Austrasië, de schoonzus van Gontram van Bourgondië, werd hij, nadat hij 10 jaar in de Vogezen gearbeid had, gevangengenomen. Men wilde hem uit het land verbannen, maar hij wist te ontvluchten (610). Hij bezocht nu het graf van Martinus van Tours, vertoonde zich aan het hof van Chlotarius II van Neustrië en daarna aan het hof van Theodebert van Austrasië en ging daarna naar Zwitserland, om onder de Alemannen en Sueven te arbeiden, bij het meer van Constanz en van Zürich. Hij bleef daar drie jaren, maar, toen die gehele landstreek onder Bourgondië kwam, moest hij weer vluchten.

Verdeling van de Frankische koninkrijken in 587. Bourgogne (Frans) is Bourgondië.


Toen ging hij in 614 naar Italië om te arbeiden onder de Longobarden. Daar werd door zijn toedoen aan de Trebbia het klooster Bobbia gesticht (614)[2].

Op 21 november 615 stierf de onvermoeide arbeider in het Evangelie in Bobbio (Italië).

Als Ierse missionaris op het vasteland heeft hij een aanzienlijke invloed gehad op de godsdienstige en culturele ontwikkeling van West-Europa. De orde van zijn kloosters vond lange tijd meer ingang dan die van de Benedictijnen; maar door pauselijke inmenging wonnen de laatste het langzamerhand. En toen in Engeland de Rooms-Katholieken de zegepraal behaalden over de Iro-Schotten (Synode van Streanes-Halch in 644) was het uit met de invloed van Columbanus en de zijnen. Bonifatius heeft later de rest van hun arbeid verstoord.

Bronnen

F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Tekst van het lemma 'Columbanus' is onder wijziging verwerkt op 26 juni 2020.

Columbanus, nl.wikipedia.org. Tekst van dit artikel is onder wijziging verwerkt op 26 juni 2020.

Voetnoot

  1. J.H. Landwehr, 'Columbanus', in: F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk (Kampen: J.H. Kok, 1925-1931), heeft ca. 543.
  2. J.H. Landwehr, in aangehaald werk, heeft 613.