Deuteronomium 4

Deuteronomium 4 is een hoofdstuk van Deuteronomium, een geschrift in de Bijbel, en telt 49 verzen.

■ Hoofdstukken van Deuteronomium samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 13

2

 4: 2 U zult tot dit woord, dat ik u gebied, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat u bewaart de geboden van Jhwh, uw GODen, die ik u gebied. (CP)

Niet toedoen, ook daarvan niet afdoen. Vergelijk:

Openbaring 22: ¹⁸ Ik betuig aan een ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn; ¹⁹ als iemand van de woorden van het boek van deze profetie afneemt, zal God zijn deel afnemen van de boom van het leven en uit de heilige stad, van de dingen die in dit boek beschreven zijn. (Telos)

Opdat u bewaart de geboden van Jhwh. Ze doet, zie vs. 5, 6.

5

 4: 5 Ziet, ik heb u geleerd de inzettingen en rechten, gelijk als Jhwh, mijn GODen, mij geboden heeft; opdat u zo doet in het midden van het land waar u naar toe gaat, om het te erven. (CP)

Zie vs. 2.

7

 4: 7 Want welk groot volk is er, dat [de] goden [zo] nabij zijn als Jhwh, onze GODen, zo dikwijls als wij Hem aanroepen? (CP)

Wat groot volk. Gelijk Israël is (vs. 6).

Goden. Hebr. elohiem, evenals de God van Israël.

Nabij zijn als Jhwh, onze GOD.

Mattheüs 28: ²⁰ En zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de eeuw. (CP)

8

 4: 8 En wat groot volk is er, dat [zo] rechtvaardige inzettingen en rechten heeft, als deze hele wet is, die ik heden voor uw aangezicht geef? (CP)

Rechtvaardige inzettingen en rechten.

Romeinen 7: ¹² De wet is dus heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed. (Telos)