Deuteronomium 8 is een hoofdstuk van Deuteronomium, een geschrift in de Bijbel, en telt 20 verzen.

Hoofdstukken van Deuteronomium samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 13
Verzen van Deuteronomium 8 becommentarieerd: · 3 · 11 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19

Samenvatting

God gedenken en gehoorzamen brengt welvaart. 1-6 Om welvarend in Kanaän te zijn, moet Israël Gods geboden onderhouden en Gods leiding en zorg tijdens de woestijntocht gedenken. 7-10 Het vooruitzicht van al het goede dat hen in Kanaän wacht. 11-18 Zij moeten echter bij de overvloed hun Weldoener niet vergeten, als hadden zij hun welvaart aan zichzelf te danken; daar God hun alles geeft. 19-20 God vergeten en andere goden gaan dienen zal tot hun ondergang leiden.

3

  8: 3 En Hij verootmoedigde u, en liet u hongeren en voedde u met het Man, dat u niet kende noch uw vaderen gekend hadden; opdat Hij u bekend maakte dat de mens niet alleen van het brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit van Jhwh mond uitgaat. (CP[1])

Dat de mens niet alleen van het brood leeft, enz. De Heer Jezus beriep zich op deze tekst, toen hij in de woestijn door de duivel verzocht werd.

Mattheüs 4:4  Hij antwoordde echter en zei: Er staat geschreven’: Niet van brood alleen zal de mens leven, maar van alle woord dat door de mond van God uitgaat’. (Telos)

11

  8: 11 Wacht u, dat u Jhwh, uw GODen, niet vergeet, dat u niet zoudt houden Zijn geboden en Zijn rechten en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede; (CP[1])

Vergeet. Zie vs. 14, 19. Tegendeel: gedenkt (vs. 18).

14

  8: 14 Uw hart zich dan verheft, zodat u vergeet Jhwh, uw GODen, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgevoerd heeft; (CP[1])

U vergeet Jhwh, uw GOD. Zie vs. 11, 19.

Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgevoerd heeft. De verlossing.

God vergeten en Zijn verlossing.

15

  8: 15 Die u geleid heeft in die grote en vreselijke woestijn, [waar] giftige slangen en schorpioenen en dorheid, waar geen water was; Die u water uit de keiachtige rots voortbracht; (CP[1])

Grote en vreselijke woestijn. Allesbehalve een oord waar men graag vertoeft.

  Deuteronomium 1: 19 Toen vertrokken wij van Horeb, en doorwandelden heel die grote en vreselijke woestijn, die u gezien hebt, op de weg naar het gebergte der Amorieten, gelijk Jhwh, onze GODen, ons geboden had; en wij kwamen tot Kades-barnea. (CP[1])

Giftige slangen. Sommige vertalingen hebben 'vurige' slangen. Het Hebreeuwse woord is שׂרף, saraph, afgeleid van een werkwoord dat '(ver)branden' betekent, vandaar 'vurige', wellicht "wegens brandend gevoel van het gif"[2]. Zie Slang.

En schorpioenen. Die kunnen steken. Hun steek is giftig. Zie Schorpioen.

In Luk. 10: 19 is aan de zeventig leerlingen ‘s Heren bescherming toegezegd tegen de schorpioenen, die hier wel in 't algemeen een beeld zijn van gevaarlijke vijanden.

Lu 10:19 Zie, Ik heb u de macht gegeven op slangen en schorpioenen te treden en over alle kracht van de vijand, en niets zal u enige schade toebrengen. (TELOS)

Dorheid, waar geen water was. Geestelijk toegepast: de wereld, die ons een woestijn is, bevat geen water dat onze dorst kan lessen.

Jeremia 2:6  En zeiden niet: Waar is de HEERE, Die ons opvoerde uit Egypteland, Die ons leidde in de woestijn, in een land van wildernissen en kuilen, in een land van dorheid en schaduw des doods, in een land, waar niemand doorging, en waar geen mens woonde? (SV)

Water uit de keiachtige rots. Petrus Canisius-vertaling en de NBV'04-vertaling hebben: "steenharde rots". Christus, de "geestelijke steenrots" (1 Kor. 10:3), geeft ons levend water gedurende onze reis door dit tijdelijke aardse leven.

1 Corinthiërs 10:1  Want ik wil niet, broeders, dat u onbekend is, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee zijn heengegaan, 10:2  allen tot Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee, 10:3  allen hetzelfde geestelijke voedsel aten 10:4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken. (Want zij dronken uit een geestelijke steenrots die volgde; de steenrots nu was Christus.) (Telos)

Christus heeft Zijn aangezicht gesteld als een keisteen.

Jesaja 50:6  Ik geef Mijn rug dengenen, die [Mij] slaan, en Mijn wangen dengenen, die [Mij] het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel. 50:7  Want de Heere HEERE helpt Mij, daarom word Ik niet te schande; daarom heb Ik Mijn aangezicht gesteld als een keisteen, want Ik weet, dat Ik niet zal beschaamd worden. (SV

Dit vers spreekt over Jezus' vastberadenheid en standvastigheid tegenover hen die hem mishandelden en deden lijden.

Het gaat in dit vers Deut. 8:15 om de levensbehoeften van zijn volk, waarin God heeft voorzien: veiligheid, drinken.

16

  8: 16 Die u in de woestijn spijsde met Man, dat uw vaderen niet gekend hadden; om u te verootmoedigen en om u te verzoeken, opdat Hij u ten laatste weldeed; (CP[1])

Man. Brood uit de hemel. Voedsel is, naast drinken (vs. 15), een levensbehoefte, waarin God voorzag.

17

  8: 17 En u in uw hart zegt: Mijn kracht, en de sterkte van mijn hand heeft mij dit vermogen verkregen. (CP[1])

Dit vermogen. Dit rijke bezit.

18

  8: 18 Maar u zult gedenken Jhwh, uw GODen, dat Hij het is die u kracht geeft om vermogen te verkrijgen; opdat Hij Zijn verbond bevestigt, dat Hij aan uw vaderen gezworen heeft, gelijk het te dezen dage is. (CP[1])

Gedenken. En dus niet vergeten (vs. 11, 14).

Zijn verbond bevestigt. Gestand doet. De zegen wordt hun geschonken op grond van de beloften aan de vaderen gegeven. Zo zijn ook wij gezegend met alle geestelijke zegening in de hemelse gewesten, zijn wij gezegend in Christus.

19

  8: 19 Maar indien het geschiedt dat u Jhwh, uw GODen, geheel vergeet, en andere goden navolgt en hen dient en u voor hen buigt, dan betuig ik heden tegen u dat u voorzeker zult vergaan. (CP[1])

Vergeet. Zie vzn. 11 en 14.

Bron

Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Deuteronomium 8 is onder wijziging verwerkt op 25 sept. 2024.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 1,7 1,8 Her- of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.