Dodenbezwering

Uit Christipedia

Dodenbezwering is het voorspellen van de toekomst door het bevragen van doden. Wie dit doet heet een dodenbezweerder.

Synoniem is het woord necromantie, van het Franse nécromancie, van het middeleeuws-Latijnse necromantia, van Gr. nekros (lijk) + manteia (het waarzeggen)[1].

Doodenbezweerders werden gerekend de afgestorvenen te kunnen raadplegen en zelfs te doen verschijnen. Gelijk bij alle volken vrouwen zich hiermee bezighielden, vinden wij bij Israël deze soort van bezwering in de toveres van Endor (1 Sam. 28:7). Het werd vooral door afgodische regeringen begunstigd (2Kon. 21:6; 2 Kron. 33:6). De Mozaïsche wet had het raadplegen van hen verboden (Lev. 19: 31) en het uitroeien door doodstraf bevolen (Lev. 20:6; Deut. 18:11). Niet alleen de dodenbezwering zelf, maar ook het gebruik maken van de dienst van een dodenbezweerder (zoals koning Saul deed) is een kwaad in de ogen van God.

Le 20:6 En de persoon die zich tot de dodenbezweerders of tot de waarzeggers wendt om als in hoererij achter hen aan te gaan-tegen die persoon zal Ik Mijn aangezicht keren en Ik zal hem uit het midden van zijn volk uitroeien. Le 20:7 Heilig uzelf en wees heilig, want Ik ben de HEERE, uw God. (HSV)

Vergelijk deze twee andere vertalingen:

Le 20:6 En iemand, die zich tot de geesten van doden of tot waarzeggende geesten wendt, om die overspelig na te lopen; tegen zo iemand zal Ik mijn aangezicht keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien. (NBG51)

Le 20:6 Wanneer er een ziel is, die zich tot de waarzeggers en tot de duivelskunstenaars zal gekeerd hebben, om die na te hoereren, zo zal Ik Mijn aangezicht tegen die ziel zetten, en zal ze uit het midden haars volks uitroeien. (SV)

Een dodenbezweerder is een waarzegger (zie de Statenvertaling van Lev. 20:6) indien en voorzover hij of zij aan de communicatie met een dode een waarzegging ontleent.

Het Hebreeuwse woord is ob, dat blijkbaar een verbastering is van ab, ‘vader’. Het woord ‘ob’ komt 17 x voor in het Oude Testament. De Statenvertaling vertaalt 8x door ‘waarzegger’, 5x door ‘waarzeggende geest’, 2x door ‘waarzegster’, 1x door ‘tovenaar’ en 1x door ‘lederen zak’. De vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap uit 1951 vertaalt  11x ‘geesten van doden’, 5x ‘dodenbezweerders’, 1x ‘zakken’ (Job 32:19).

Waar het Hebreeuwse ob verwijst naar dodenbezwering, kan het in het bijzonder verwijzen naar[2]:

  • iemand de een dode oproept en bevraagt,
  • of een dode (diens geest) die opgeroepen wordt,
  • of de praktijk van dodenbezwering

Bron

W. Moll, P.J. Veth, F.J. Domela Nieuwenhuis e.a., Bijbelsch woordenboek voor het christelijk gezin. Eerste deel A – H. Amsterdam: P.N. van Kampen, 1852. Uit het lemma Bezweerder is op 29 juni 2015 enige tekst genomen en verwerkt.

Voetnoten

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie, jaar 2000.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.