Fabel

Uit Christipedia

Fabel (Lat. fabula) is in het Nieuwe Testament de vertaling van het Griekse woord μυθος, muthos, waarvan ons woord ‘mythe’ afkomstig is.

Het zelfstandig naamwoord ‘muthos’ betekent 1) gesproken woord, rede, toespraak, of 2) verhaal, vertelsel. Het verhaal of vertelsel kan een waargebeurd verhaal zijn, maar ook een fictief verhaal, verdichtsel, sprookje, onwaarheid, fictie, mythe. Bij de Griekse prozaschrijvers is ‘muthos’ het tegendeel van oλογος (de reden, de oorzaak) en betekent het vertelsel of verdichtsel, sprookje, fabel.

In de ongunstige betekenis van verzonnen verhaal, gefantaseerde geschiedenis, mythe e.d., komt ‘muthos’ in het Nieuwe Testament voor, in totaal 5x, 1Ti 1:4; 4:7; 2Ti 4:4; Tit. 1:14; 2Pe 1:16.

Timotheüs had de opdracht om sommige gelovigen af te houden van fabels.

1Ti 1:3 Blijf, zoals ik je toen ik naar Macedonie reisde aangespoord heb, nog in Efeze, om sommigen te bevelen geen andere leer te brengen 1Ti 1:4 en zich niet bezig te houden met fabels en eindeloze geslachtsregisters, die veeleer twistvragen tot gevolg hebben dan Gods rentmeesterschap dat in het geloof is. (TELOS)

De Statenvertaling heeft hier ‘fabelen’, de NBG51-vertaling, de Canisius-vertaling, de TELOS-vertaling en de Naardense bijbel hebben ‘fabels’, de Herziene Statenvertaling en de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) vertalen ‘verzinsels’, de Willibrordvertaling heeft ‘mythen’. De Engelse King James vertaling heeft ‘fables’. In dezelfde brief aan Timotheüs schrijft Paulus verderop:

1Ti 4:7 Verwerp echter de ongoddelijke oude-vrouwen-fabels. Oefen je echter in de godsvrucht. (TELOS)

In de tweede brief aan Timotheüs waarschuwt Paulus dat er een tijd zal komen dat mensen zich van de waarheid zullen afkeren en zich tot de fabels zullen wenden. 

2Ti 4:3 Want er zal een tijd zijn dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar naar hun eigen begeerten voor zichzelf leraars zullen verzamelen, om zich het gehoor te laten strelen; 2Ti 4:4 en zij zullen het oor van de waarheid afkeren en zich tot de fabels wenden.  2Ti 4:5 Maar jij, wees nuchter in alles, lijd verdrukking, doe het werk van een evangelist, vervul je dienst ten volle. (TELOS)

Ook Titus krijgt de opdracht om mensen af te houden van fabels, in dit geval 'joodse fabels'. 

Tit 1:13 Dit getuigenis is waar. Stel hen daarom scherp aan de kaak, opdat zij gezond zijn in het geloof  Tit 1:14 en zich niet afgeven met joodse fabels en geboden van mensen die zich van de waarheid afwenden.  (TELOS)

Als voorbeelden van een 'joodse fabel' kunnen dienen: 1. "God begon de schepping van hemel en aarde met een steen van de tempelberg" (vgl. Jes. 28:16, 'grondsteen'). 2. "Adam werd geschapen op de tempelberg"; 3. "Adam ligt begraven op de plaats die Abraham als graf voor Sara kocht".  De kracht en de komst van onze Heer Jezus, zegt Petrus, is geen verzinsel. De boodschap van de apostel berustte op persoonlijke waarneming.  

2Pe 1:16 Want niet als navolgers van vernuftig verzonnen fabels hebben wij u de kracht en komst van onze Heer Jezus Christus bekend gemaakt, maar als ooggetuigen van zijn majesteit. (TELOS)

Aan de Corinthiërs schrijft Paulus:

1Co 4:6 Dit nu, broeders, heb ik ter wille van u toegepast op mijzelf en Apollos, opdat u in ons leert niet te denken boven wat er geschreven staat; opdat u zich niet opblaast de een voor de een en tegen de ander. (TELOS)

Bron

D. Harting, Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament (1888).