Gebergte der Amorieten

Uit Christipedia

Het gebergte der Amorieten is een bergland dat door de Amorieten werd bewoond.

Mozes verwijs naar het gebergte in Deut. 1:

De 1:7 begeeft u op weg, breekt op, trekt naar het gebergte der Amorieten en naar al hun naburen, in de Vlakte, op het Gebergte, in de Laagte, in het Zuiderland en aan de zeekust, het land der Kanaanieten, en de Libanon tot aan de grote rivier, de Eufraat. (NBG51)

De 1:19 Toen braken wij van Horeb op en gingen heel die grote en vreselijke woestijn door, die gij gezien hebt, in de richting van het gebergte der Amorieten, zoals de HERE, onze God, ons geboden had; en wij kwamen in Kades-barnea. De 1:20 Toen zeide ik tot u: gij zijt gekomen tot het gebergte der Amorieten, dat de HERE, onze God, ons geven zal. (…) De 1:23 Dit nu was goed in mijn ogen. Dus koos ik uit u twaalf mannen, voor elke stam een; De 1:24 zij begaven zich op weg, trokken het gebergte in, kwamen tot aan het dal Eskol en verkenden dit. (NBG51)

De Statenvertaling heeft bij 'in de richting van het gebergte der Amorieten': 'de weg van het gebergte der Amorieten', dit is de weg die tot dat gebergte voert en daarmee in de richting ervan gaat.

Het dal Eskol (vers. 24) ligt waarschijnlijk bij Hebron, in het bergland van het latere Juda.

De Amorieten in het zuiden van Kanaän werden ten tijde van Abraham geslagen door de Elamitische koning Kedorlaomer en de koningen die met hem verbonden waren. Van deze koningen wordt bericht:

Ge 14:7 Daarna keerden zij terug en kwamen in En-Mispat-het [tegenwoordige] Kades-en zij versloegen [allen in] heel het gebied van de Amalekieten, en ook de Amorieten die in Hazezon-Thamar woonden. (HSV)

De twaalf verspieders die Kanaän hadden verkend, noemden in hun relaas het bergland als de woonplaats van (onder meer) de Amorieten.

Nu 13:29 In het Zuiderland woont Amalek, in het bergland [wonen] de Hethieten, de Jebusieten en de Amorieten, aan de zee en aan de oever van de Jordaan wonen de Kanaänieten. (HSV)

Tocht van de twaalf verspieders

Aangezien de verspieders het land ten westen van de Dode Zee en Jordaan hebben verspied, mogen wij bij ‘gebergte der Amorieten’ uit de mond van Mozes denken aan het centrale bergland van Kanaän, het bergland van Juda. 

Meer informatie

Over de Amorieten, zie art. Amorieten