Efke van Lavieren

8 feb 2023 lid geworden
verbeteringen aangebracht
(het vervolg er bij geschreven)
(verbeteringen aangebracht)
Regel 1:
'''GEZAG en/in DIENSTBAARHEID Mannen en vrouwen?'''
 
INLEIDING
 
'''Zoonlief,''' met jouw vraag over hoe de Bijbel zelf spreekt over; hoe leiding gegeven wordt aan de gemeente van Jezus Christus, zijn hier enkele overwegingen.
Regel 19 ⟶ 21:
Tenzij anders aangegeven zijn de teksten uit de NBG51.
 
Gezag wordt verleent (binnen een bepaald kader) door wie gezag heeft. Gezag moet aanvaard worden en uitgeoefend door wie daarin aangesteld is. Gezag moet aanvaard worden door hen die onder dat gezag staan.
Gezag wordt verleent (binnen een bepaald kader) door wie gezag heeft.
 
Gezag moet aanvaard worden en uitgeoefend door wie daarin aangesteld is.
 
Gezag moet aanvaard worden door hen die onder dat gezag staan.
 
HET GEZAG VAN JEZUS.
Regel 182 ⟶ 180:
Het gaat om de kudde hoeden, zien wat ze nodig hebben en er voor zorgdragen. Uit bereidwilligheid om de gemeente te dienen of de broeder of zuster om daarin Christus te dienen. En dit doende als voorbeelden der kudde. Zoals bereidheid om te helpen, gastvrij zijn, herbergzaamheid geven.
 
'''Omgaan met gezag''' Er zijn nog twee belangrijke punten; Hoe gaan de apostelen om met hun gezag: A. ook als het gaat om aanstellen van nieuwe mensen. B. ook als het gaat om het oplossen van problemen die in de gemeente zijn ontstaan
 
'''A'''. Bij het nieuw aanstellen van mensen zien we dat het eerst bij Mattias. ''Han. 1:15-26.'' De apostelen als gezagsdragers rechtstreeks door Jezus aangesteld omdat ze het geestelijk gezag hebben bepalen de randvoorwaarden die moeten gelden. Petrus zegt in de psalmen staat:  ‘een ander neme het ‘opzicht* dat hij had’ , (hierbij noemt hij de conditie, voorwaarden) a. Er moet dan van de mannen, b. die zich bij ons hebben aangesloten, c. in al de tijd dat de Here Jezus bij ons in- en uitgegaan is, d. te beginnen bij de doop van Johannes tot de dag, dat Hij van ons werd opgenomene. een van hen met ons getuige* worden e. van Zijn opstanding. De conditie van (oog)getuige* zijn noemde Jezus. ''Han.1:8''
 
Maar vervolgens betrekken zij de hele gemeente er bij, die toen uit ongeveer 120 discipelen bestond.
Regel 208 ⟶ 206:
De tweede keer komt dit terug maar dan aan de hand van een probleem wat ontstaan is.
 
'''B. Gemeentelijke problemen oplossen''' Vervolgens zien we dat er een probleem is ontstaan wanneer later blijkt de nood van de verzorging van de grieks sprekende weduwen niet naar wens verloopt, Dit komt onder de aandacht van de apostelen. ''Han.6:1-6.''De 'leiding'* van de gemeente erkent het probleem en wat er mis is. Dat is al een bijzonderheid. Hoe vaak worden de problemen of niet of maar matig erkent, of bestempelt als incidenteel of onder het vloerkleed geveegd..''
 
''De 12ven beraden zich, maken een plan, roepen alle discipelen bijeen. Ze leggen het probleem aan heel de gemeente voor.''
 
''Het probleem : van de 'bediening' van de tafels wat niet bevredigend verloopt. We zouden nu zeggen de voedselbank moet nu georganiseerd worden. Dat het geen gering werk is zien we uit het volgende.''
 
''Gemeente wordt opgeroepen om om te zien naar zeven mannen.''
 
''Waaraan de volgende conditie, voorwaarden worden gesteld;''
 
''(1) Die goed bekend staan.''
 
''(2) Vol van Geest en wijsheid.''
 
''Om hen voor deze 'taak' aanstellen. Het is dan geen vrijwilligerswerk meer maar een ‘bediening’ met verantwoording dat een ieder die dat nodig heeft, de juiste zorg ontvangt.''
 
''Wij ('apostelen') houden ons aan de 'bediening' van het woord en de gebeden.''
 
''Er wordt hier dus onderscheiden tussen de ‘geestelijke bediening’ van apostelen en de ‘praktische bediening, van zorg geven.''
 
''Maar ook dat is geestelijk want er worden mannen gezocht vol van Geest en wijsheid.''
 
''Het voorstel vindt bijval bij de gemeente. Die gaan op zoek onder al die duizenden discipelen.''
 
''En kiezen daaruit 7 mannen.. En: Stelden dezen voor de apostelen.''
 
''Die bidden met hen. En leggen hun de handen op.''
 
''Op deze wijze worden de 1e zeven diakenen (dienaren) aangesteld in de ‘be-diening’ van zorg voor de armen.''
 
''Opnieuw zien we hier dat de Leidinggevenden die het gezag dragen niet zelf gaan rondkijken en mensen aanstellen, maar de hele gemeente er bij betrekken. Het is een zaak van de gemeente en niet alleen van de bestuurders. Ze zijn geen heersers maar herders om de gemeente te weiden.''
 
''Dus geen niet een altijd van bovenaf bepaalde gang van zaken in de gemeente, want dat is in feite een soort dictatuur. [Dit kan ook gebeuren door een wijze van spreken, prediken, door daarmee een (geestelijke) druk uit te oefenen naar de gemeente, en iedereen die daar tegenin gaat monddood te maken of zorgen dat ze niet meer in de gemeente komen. De leiders die dit doen zijn vaak heel intelligent en goed van de tongriem gesneden en dit is dan juist hun valkuil.]''
 
''Gelukkig zijn er veel gemeenten, kerken, waar de leden wel geraadpleegd worden en medezeggenschap hebben in het aanstellen van leidinggevenden en vele gemeentezaken.''
 
'''''Oudsten'''''
Regel 1.062 ⟶ 1.060:
Hoewel we niet voorbij moeten gaan aan de mogelijkheid dat de Schrift nog een functie noemt, namelijk de van ‘de Broeder’ en ‘de Zuster’.
 
Die voor allerhande kleinschalige dienstbaarheden of als afgezanten aangewezen worden en daarin leiding geven of leiders vertegenwoordigen.                                                                                                                                 
 
K1                                                                                                                                   G30