Genesis/Hoofdstuk 40
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal. Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb. |
Genesis:
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- Hoofdstuk 25
- Hoofdstuk 26
- Hoofdstuk 27
- Hoofdstuk 28
- Hoofdstuk 29
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 30
- Hoofdstuk 31
- Hoofdstuk 32
- Hoofdstuk 33
- Hoofdstuk 34
- Hoofdstuk 35
- Hoofdstuk 36
- Hoofdstuk 37
- Hoofdstuk 38
- Hoofdstuk 39
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 40
- Hoofdstuk 41
- Hoofdstuk 42
- Hoofdstuk 43
- Hoofdstuk 44
- Hoofdstuk 45
- Hoofdstuk 46
- Hoofdstuk 47
- Hoofdstuk 48
- Hoofdstuk 49
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 50
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Onderwerpen
Hoofdstuk 40 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.
Samenvatting
In het kort: Jozef verklaart de dromen van Farao’s schenker en bakker. — De opperschenker en de opperbakker van Farao zondigen tegen hem en belanden in de gevangenis (1-4). Ze worden ontsteld door hun dromen. Jozef legt hun dromen uit (5-19). Zijn uitleggingen worden bewaarheid (20-22). De schenker, wien Jozef herstel in diens ere-ambt aangekondigd had, vergeet hem (23).
15
15 Want ik ben weggeroofd uit het land der Hebreeën; en ook heb ik hier niets gedaan, dat zij mij in deze kuil gezet hebben. (CP[1])
Weggeroofd. Of: gestolen. Zijn vader, zijn ouderlijk huis, zijn land was hij ontstolen door zijn broers; weggeroofd, ontstolen, want hij was door hen verkocht, terwijl zij geen recht hadden, hem te verkopen. Een Romeins spreekwoord zegt: „Die een vrije verkoopt, is een mensendief".[2]
Geheel in overeenstemming ermee is Jozefs woord, later tot zijn broeders gesproken:Ge 45:5 Maar nu, wees niet bedroefd en laat jullie ogen niet [in toorn] ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe hebben verkocht, want God heeft mij vóór jullie uit gezonden tot behoud van [jullie] leven. (HSV)
Bron
Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de aantekening bij deze vertaling is onder wijziging verwerkt op 23 dec. 2020.