Gersonieten

Uit Christipedia

Gersonieten zijn afstammelingen van Gerson de oudste van de drie zonen van Levi. Zij zijn dus Levieten.

De drie zonen van Levi waren de stamvaders van de drie geslachten van de Levieten.

Dienst. Gedurende de tocht door de woestijn moesten de Gersonieten en Merarieten de tabernakel dragen, terwijl de ark van het verbond aan de Kahathieten werd toevertrouwd.

Nu 10:17  Toen werd de tabernakel afgenomen, en de zonen van Gerson, en de zonen van Merari togen op, dragende den tabernakel. (SV)

Aantal. Hun aantal blijkens de telling in Numeri 4:

Telling van de Levieten (Num. 4):
mannen van 30 tot 50 jaar oud
Kohathieten 2750
Gersonieten 2630
Merarieten 3200
Totaal 8580

Woonplaatsen. Na hun komst in Kanaän ontvingen de Gersonieten dertien steden ter bewoning, in Aser, Naftali, Issaschar en Oost-Manasse gelegen.

Enige Gersonieten worden met name genoemd in 1 Kron. 23:7

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866) s.v. 'Gersom'. Enige tekst hiervan is verwerkt.