Handelingen 14

Uit Christipedia

Handelingen 14 is een hoofdstuk van Handelingen van de Apostelen, een geschrift in de Bijbel, en telt 28 verzen.

Hoofdstukken van Handelingen van de Apostelen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28
Verzen van Handelingen 14 becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 5 · 6 · 9 · 11 · 12 · 13 · 15 · 17 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 26 · 27

Samenvatting

1-7 Paulus en Barnabas doen Iconium aan. Velen komen tot geloof. De apostelen lopen echter gevaar en vluchten naar Lycaonië, waar ze evangeliseren. 8-18 In de Lycaonische stad Lystra wordt een kreupele door Paulus genezen. Hij en Barnabas worden daarom voor zekere Griekse goden gehouden. 19-20 Joden overreedden de menigten tegen Paulus en Barnabas. Paulus overleeft een steniging. 21-28 Na vele dispelen in Derbe gemaakt te hebben, keren Paulus en Barnabas, onderweg de zielen van discipelen versterkend, terug naar Antiochië (Syrië), het vertrekpunt van de zendingsreis, waar zij verhalen van wat God met hen gedaan heeft.

1

1 Het gebeurde nu in Iconium, dat zij samen in de synagoge van de Joden gingen en zo spraken dat een grote volksmenigte, zowel van Joden als van Grieken, geloofde. (Telos) 

Iconium. Voor de ligging, zie de kaart hieronder. Over de plaats, zie Iconium.

Zij samen. Dit zijn Paulus en Barnabas (13:50, 43).

2

2 De Joden echter die niet geloofden, zetten de gemoederen van de volken op en maakten ze bitter gestemd tegen de broeders. (Telos) 

Deze ophitsing leidt tot een snood plan (5).

3

3 Zij bleven dan geruime tijd met vrijmoedigheid spreken over de Heer, die getuigenis gaf aan het woord van zijn genade door te geven dat tekenen en wonderen door hun handen gebeurden. (Telos) 

Zij. Paulus en Barnabas. Zie vs. 1.

Die getuigenis gaf aan het woord van zijn genade. De wonderen en tekenen waren een sprake, een bevestiging van Christus' wege.

Het woord van zijn genade. Het evangelie (vs. 7) is een woord van genade. In de vorige stad, het Pisidische Antiochië, hadden Paulus en Barnabas de leerlingen vermeend "bij de genade van God te blijven".

Hnd 13:43 En toen de synagoge was uiteengegaan, volgden vele van de Joden en van de godsdienstige proselieten Paulus en Barnabas, die tot hen spraken en hen vermaanden bij de genade van God te blijven. (TELOS)

5

5 Toen er nu een plan ontstond zowel van de volken als van de Joden met hun oversten, om hen te mishandelen en te stenigen, (Telos) 

Toen er nu een plan ontstond. Geboren uit opgehitste gemoederen (2).

6

6 vluchtten zij toen zij het gewaar werden, naar de steden van Lycaonie, Lystra en Derbe en de omstreken, (Telos) 

Vluchtten zij. In zijn laatste, ons in het Nieuwe Testament bewaard gebleven brief aan Timotheüs, schreef de apostel:

2Ti 3:11 mijn vervolgingen, mijn lijden, zoals mij is overkomen in Antiochie, in Iconium, in Lystra, zulke vervolgingen als ik heb verdragen, en uit alle heeft de Heer mij gered. (TELOS)

De redding voor de Heer (2 Tim. 3:11) sluit de daad van vluchten door de vervolgde niet uit.

9

9 Deze hoorde Paulus spreken; die keek hem aandachtig aan, en daar hij zag dat hij geloof had om gezond te worden (CP)

Gezond. Of "behouden", zoals de Telos-vertaling zegt. Beide vertalingen zijn mogelijk. "Gezond" ligt hier voor de hand.

11

11 En toen de menigten zagen wat Paulus had gedaan, verhieven zij hun stem in Lycaonisch en zeiden: De goden zijn aan mensen gelijk geworden en tot ons neergedaald. (Telos) 

De goden zijn aan mensen gelijk geworden en tot ons neergedaald. Dit was hun heidense verklaring van het genezingswonder. Hoewel ze ernaast zaten, getuigt hun verklaring van meer verstand dan de godloochenaar die elk wonder door natuurlijke oorzaken wil verklaren. Want zij blijken besef te hebben van een bovennatuurlijke wereld, die bevolkt worden door persoonlijke wezens, die zich kunnen inlaten met menselijke zaken op aarde.

Gods Zoon is aan de mensen gelijk geworden en tot ons neergedaald.

12

12 En zij noemden Barnabas Zeus en Paulus Hermes, omdat hij het woord voerde. (Telos) 

Zeus. De hoofdgod der heidense Grieken.

Hermes. Een zoon van Zeus en bode van de goden.

13

13 En de priester van de tempel van Zeus, die voor de stad was, bracht stieren en kransen aan de voorpoorten en wilde met de menigten offeren. (Telos) 

En wilde met de menigten offeren. Volgens een oud verhaal waren Zeus en Hermes al eens eerder in menselijke gestalte in Lystra geweest - en afgewezen, wat ongeluk over de stad gebracht had. Nu wilden zij Zeus en Hermes aannemen en hun offers brengen.

15

15 en schreeuwden aldus: Mannen, waarom doet u dit? Ook wij zijn mensen van gelijke natuur als u en verkondigen u dat u zich van deze nietige goden moet bekeren tot de levende God, die de hemel, de aarde, de zee en alles wat daarin is, heeft gemaakt. (Telos)

En verkondigen u dat u zich van deze nietige goden moet bekeren tot de levende God. De verkondiging van het evangelie gaat samen met de oproep tot bekering.

De levende God. Tegenover de nietige, dode heidense goden gesteld.

Ook wij zijn mensen van gelijke natuur als u. De Heer Jezus werd een mens van gelijke natuur als wij, uitgenomen de zonde; zijn menselijke natuur was zondeloos.

'St. Paulus en St. Barnabas in Lystra', schilderij van Willem de Poorter, 1638. Paulus, in het midden staand, houdt afwerend zijn hand op naar de priester van Zeus. Barnabas ziet naar de hemel.

17

17 hoewel Hij Zich niet onbetuigd heeft gelaten in goeddoen, door u uit de hemel regen en vruchtbare tijden te geven en uw harten te vervullen met voedsel en vreugde. (Telos) 

Hoewel Hij Zich niet onbetuigd heeft gelaten in goeddoen. Hij gaf de heidenen niet Zijn woord, Hij gaf het aan de Israëlieten.

En uw harten te vervullen met voedsel en vreugde. God geeft voedsel tot onderhouding van ons lichaam, maar Hij heeft ons ook smaakzintuigen gegeven om van het voedsel te genieten. Onze harten kunnen zich verheugen over de oogst van voedsel en bij gezamenlijke maaltijden.

19

19 Er kwamen echter Joden van Antiochie en Iconium, en zij overreedden de menigten, stenigden Paulus en sleepten hem buiten de stad in de mening dat hij dood was. (Telos) 

Stenigden Paulus. Paulus, die vroeger had ingestemd met de steniging van Stefanus, de eerste christelijke martelaar, onderging nu hetzelfde lot.

In het volgende vers uit de tweede brief aan Timotheüs laat hij Derbe, waar hij gestenigd werd, onvermeld.

2Ti 3:11 mijn vervolgingen, mijn lijden, zoals mij is overkomen in Antiochie, in Iconium, in Lystra, zulke vervolgingen als ik heb verdragen, en uit alle heeft de Heer mij gered. (TELOS)

In de mening dat hij dood was. Omdat hij zich niet verroerde, doordat hij misschien bewusteloos was.

20

20 Toen de discipelen hem echter omringden, stond hij op en ging de stad binnen. En de volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe. (Telos) 

Stond hij op. Alsof hij weer levend werd, uit de doden opstond. Vergelijk 2 Tim. 3:11, "uit alle heeft de Heer mij gered".

2Ti 3:11 mijn vervolgingen, mijn lijden, zoals mij is overkomen in Antiochie, in Iconium, in Lystra, zulke vervolgingen als ik heb verdragen, en uit alle heeft de Heer mij gered. (TELOS)

Ging de stad binnen. Waaruit hij gesleept was (19).

21

21 En nadat zij aan die stad het evangelie hadden verkondigd en vele discipelen hadden gemaakt, keerden zij terug naar Lystra, naar Iconium en naar Antiochie (Telos) 

Vele discipelen hadden gemaakt. De Heer Jezus heeft de apostelen opgedragen discipelen te maken.

Mt 28:19 Gaat dan heen, maakt alle volken tot discipelen, hen dopend tot de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en hen lerend te bewaren alles wat Ik u heb geboden. (Telos)

22

22 en versterkten de zielen van de discipelen, terwijl zij hen vermaanden in het geloof te blijven en dat wij door vele verdrukkingen het koninkrijk van God moeten binnengaan. (Telos) 

Versterkten de zielen van de discipelen. Vergelijk:

Hnd 18:23 En nadat hij daar enige tijd had doorgebracht, ging hij weg en doorreisde achtereenvolgens het land van Galatie en Frygie en versterkte alle discipelen. (TELOS)

De discipelen werden onder meer versterkt door Paulus' vermaning in het geloof te blijven en door de voorzegging van de vele verdrukkingen die hen te wachten stonden. De verdrukkingen zullen hen niet verrassen. Ze zijn voorbereid en daardoor sterker gemaakt, teneinde stand te houden.

1Jo 2:14 Ik heb u geschreven, vaders, omdat u Hem kent die van het begin af is. Ik heb u geschreven, jongelingen, omdat u sterk bent en het woord van God in u blijft en u de boze overwonnen hebt. (TELOS)

Zie ook Versterken.

Vermaanden in het geloof te blijven. Deze vermaning versterkte de discipelen.

Vergelijk:

Hnd 11:23 Toen hij daar aankwam en de genade van God zag, verblijdde hij zich en vermaande allen met het voornemen van hun hart bij de Heer te blijven. (TELOS)

Hnd 13:43 En toen de synagoge was uiteengegaan, volgden vele van de Joden en van de godsdienstige proselieten Paulus en Barnabas, die tot hen spraken en hen vermaanden bij de genade van God te blijven. (TELOS)

Col 1:21 En u, die er vroeger vreemd aan was en vijandig gezind was door uw boze werken, heeft Hij echter nu verzoend Col 1:22 in het lichaam van zijn vlees door de dood, om u heilig, onberispelijk en onstraffelijk voor Zich te stellen; Col 1:23 als u namelijk blijft in het geloof, gegrond en vast, en zich niet laat afbrengen van de hoop van het evangelie dat u gehoord hebt, dat gepredikt is in de hele schepping die onder de hemel is, waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben. (TELOS)

Jds 1:20 Maar u, geliefden, terwijl u zichzelf opbouwt op uw allerheiligst geloof en bidt in de Heilige Geest, bewaart uzelf in de liefde van God (TELOS)

Aan het eind van zijn leven schreef Paulus "Ik heb het geloof behouden":

2Ti 4:7 Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden. (TELOS)

Vele verdrukkingen.

Joh 16:33 Dit heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede hebt. In de wereld hebt u verdrukking, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.  (Telos)

2Ti 3:11 mijn vervolgingen, mijn lijden, zoals mij is overkomen in Antiochie, in Iconium, in Lystra, zulke vervolgingen als ik heb verdragen, en uit alle heeft de Heer mij gered. (TELOS)

23

23 Nadat zij nu voor hen in elke gemeente oudsten hadden gekozen, baden zij met vasten en droegen hen op aan de Heer in Wie zij hadden geloofd. (Telos) 

In elke gemeenten oudsten hadden gekozen. Een gemeente, een vergadering van gelovigen heeft oudsten nodig.

Vasten. Vasten hadden zij ook vóór de aanvang van de zendingsreis gedaan.

Hnd 13:2 Terwijl zij nu de Heer dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk waartoe Ik hen heb geroepen. (TELOS)

Droegen hen op aan de Heer. 'Hen' verwijst naar de discipelen, inclusief de oudsten, vgl. 'hen' in het eerste deel van de zin. Dat opdragen van de leerlingen gebeurde ook in Efeze. Later zal Paulus nog anderen opdragen:

Hnd 20:32 En nu draag ik u op aan God en aan het woord van zijn genade, die machtig is op te bouwen en het erfdeel te geven onder alle geheiligden. (TELOS)

Paulus en Barnabas zelf waren bij hun vertrek uit Antiochië (Syrië) opgedragen aan de Heer, aan de genade van God, voor het zendingswerk.

Hnd 14:26 En vandaar voeren zij af naar Antiochie, waar zij aan de genade van God waren opgedragen voor het werk dat zij hadden volbracht. (TELOS)

Later zou Paulus opnieuw worden opgedragen.

Hnd 15:40 Paulus echter koos Silas en vertrok, aan de genade van de Heer opgedragen door de broeders. (TELOS)

26

Hnd 14:26 En vandaar voeren zij af naar Antiochie, waar zij aan de genade van God waren opgedragen voor het werk dat zij hadden volbracht. (TELOS)

Voeren zij af naar Antiochië. Zij gingen niet weer via Cyprus.

Aan de genade van God waren opgedragen. In gebed waren zij bij hun vertrek opgedragen aan de Heer.

Hnd 13:3 Toen vastten en baden zij, legden hun de handen op en lieten hen gaan. (TELOS)

Later zou Paulus opnieuw worden opgedragen.

Hnd 15:40 Paulus echter koos Silas en vertrok, aan de genade van de Heer opgedragen door de broeders. (TELOS)

Paulus deed later aan anderen:

Hnd 20:32 En nu draag ik u op aan God en aan het woord van zijn genade, die machtig is op te bouwen en het erfdeel te geven onder alle geheiligden. (TELOS)

In de genade van God heeft Paulus verkeerd in de wereld en bij de discipelen.

2Co 1:12 Want dit is onze roem: het getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid voor God, en niet in vleselijke wijsheid maar in de genade van God, hebben verkeerd in de wereld en in het bijzonder bij u. (TELOS)

1Co 15:10 Maar door de genade van God ben ik wat ik ben; en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, maar ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen; maar niet ik, maar de genade van God met mij. (TELOS)

27

Hnd 14:27 Toen zij nu daar waren aangekomen en de gemeente hadden vergaderd, berichtten zij alles wat God met hen had gedaan en dat Hij voor de volken een deur van geloof had geopend. (TELOS)

Vergaderd. Het gebezigde Griekse werkwoord is sunago. Ze hadden de discipelen samengebracht door hen uit te nodigen of op te roepen.

Berichtten zij alles wat God met hen had gedaan. Dit deed zij later in Jeruzalem.

Hnd 15:4 En in Jeruzalem aangekomen werden zij ontvangen door de gemeente, de apostelen en de oudsten; en zij berichtten alles wat God met hen had gedaan. (TELOS)

Voor de volken een deur van geloof geopend. De bedoelde volken zijn de niet-Joodse volken, of ook volken op andere plaatsen. Een deur van geloof: de mogelijkheid om tot geloof te komen, of door het geloof in te gaan in het koninkrijk van God. God heeft de deur geopend. Vergelijk:

Hnd 11:18 Toen zei nu dit hoorden, hielden zij zich stil, en zij verheerlijkten God en zeiden: Dus ook aan de volken heeft God de bekering tot het leven gegeven. (TELOS)

Opb 3:8 Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, die niemand kan sluiten; want u hebt kleine kracht en hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend. (TELOS)

Iemand kan een deur worden geopend, vergelijk behalve Opb. 3:8 ook:

1Co 16:9 want een grote en krachtige deur is mij geopend en er zijn vele tegenstanders. (TELOS)

2Co 2:12 Toen ik nu in Troas kwam voor het evangelie van Christus en mij een deur geopend was in de Heer, had ik geen rust in mijn geest, daar ik mijn broeder Titus niet vond; (TELOS)

Col 4:3 en tevens voor ons bidt, dat God ons een deur voor het woord opent, om over de verborgenheid van Christus te spreken, ter wille waarvan ik ook gevangen ben; (TELOS)

Nabeschouwing

Dit hoofdstuk beschrijft het laatste deel van de eerste zendingsreis: van Iconium, Lystra enz. naar Antiochië (Syrie).

Eerste zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 13:4-14:27), later gevolgd door een tweede en derde reis.

Route: Antiochië (Syrië)SeleuciëSálamisPafosPergeAntiochië (Pisidië)IconiumLystraDerbeLystraIconiumAntiochië (Pisidië)PergeAttalíaAntiochië (Syrië).