Hobab

Uit Christipedia

Hobab, Chobab of Chovav was waarschijnlijk de zwager van Mozes

De Hebreeuwse naam is Chobab, van het werkwoord chabab = vurig liefhebben, koesteren, beminnen. De eigennaam betekent ‘gekoesterde’[1] of ‘beminde’[2] en komt 2x voor in de Bijbel: Num. 10:29 en Richt. 4:11. Het strongnummer is H2246.

Hobab was de zoon van Rehuël.

Nu 10:29 Mozes zei tegen Hobab, de zoon van Rehuel, de Midianiet, de schoonvader van Mozes: Wij trekken naar de plaats waarvan de HEERE gezegd heeft: Ik zal u die geven. Ga met ons mee, en wij zullen je weldoen, want de HEERE heeft over Israël het goede gesproken. Nu 10:30  Maar hij zei tegen hem: Ik ga niet mee; ik ga naar mijn land en naar mijn familiekring terug. Nu 10:31  [Mozes] zei: Verlaat ons toch niet, want omdat jij weet hoe wij ons kamp in de woestijn moeten opslaan, kun je ons tot ogen zijn. Nu 10:32  En het zal gebeuren, als je met ons meegaat, en dat goede waarmee de HEERE ons zal weldoen, [gekomen] zal zijn, dat wij [ook] jou weldoen zullen. (HSV)

Rehuël is ook bekend als Jethro, de Midianitische schoonvader van Mozes. Daar Mozes met Zippora, de dochter van Rehuël (Jethro) was gehuwd, was Hobab dus de zwager van Mozes.

In Richteren 4:11 wordt Hobab echter genoemd ‘de schoonvader’ of ‘de zwager’ van Mozes’, afhankelijk van de Nederlandse vertaling die voorligt.

Ri 4:11 Heber nu, de Keniet, had zich afgezonderd van Kaïn, van de zonen van Hobab, de schoonvader van Mozes. Hij had zijn tenten opgezet tot aan de eik in Zaänaïm, die bij Kedes staat. (HSV)

Ri 4:11 De Keniet Cheber nu had zich afgescheiden van de Kenieten, van de zonen van Chobab, de zwager van Mozes, en had zijn tenten opgeslagen tot aan de terebint van Saannaim, dat bij Kedes ligt. (NBG51)

De Statenvertaling, de Herziene Statenvertaling, vertaling van Canisius, de Willibrordvertaling (1978, 1995), de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) hebben ‘schoonvader’. Daarentegen hebben de NBG51-vertaling  en de Groot-Nieuws-vertaling zwager’.

Was Hobab nu de zwager of de schoonvader van Mozes? Hierop zijn verschillende antwoorden gegeven:

  1. Hobab was de schoonvader van Mozes, Richt. 4:11. Zo is blijkbaar de mening van de kanttekenaar bij de Statenvertaling van Num. 10:29[3].
  2. Hobab was de zwager (schoonbroer) van Mozes. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josefus vertaalt ‘zwager’. Ook Luther neemt Hobab voor zwager van Mozes[4].

Het Hebreeuwse woord vertaald door ‘schoonvader’ kan ook ‘schoonbroer’ betekenen[5]. Het duidt in elk geval een betrekking aan ontstaan door een huwelijk.

Waarschijnlijk heeft vader Jethro, die op jaren was en naar zijn eigen land terugkeerde, zijn zoon Hobab bij Mozes achtergelaten, zoals Barzillai Chimham bij David achterliet. Nu is deze Hobab wel graag bij Israël gebleven, zolang zij bij de berg Sinai, dus dicht bij zijn eigen land, gelegerd waren, maar nu zij voorttrokken, wilde hij naar zijn eigen land en familie en naar het huis van zijn vader weerkeren.

Bron

Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.

Voetnoten

  1. Aldus Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  2. Aldus S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Hobab. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.
  3. Zo ook S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Hobab
  4. Zo ook het Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  5. Matthew Henry merkt bij Num. 10:29 op: “… hetzelfde woord betekent zowel schoonvader als schoonbroeder.”