Hofni

Uit Christipedia

Hofni (= 'vuistvechter') was een der twee zonen van de hogepriester Eli. Hij en zijn broer Pinehas waren priesters van God bij de tabernakel te Silo. Ze stonden bekend om hun brutaal en zedeloos optreden. Hofni wordt genoemd in 1 Sam. 1: 3; 2: 34; 4: 4, 11, 17.

De naam wordt ook geschreven Chofni en Hophni. Het Strongnummer is 02652. De Hebreeuwse naam is חפני, Chofni (klemtoon op 'ni'), en betekent 'vuistvechter'[1], van het . De naam komt 5x in de Bijbel voor, alleen in het eerste boek Samuël. De naam in het Engels is Hophni.

Ze waren zonen van Eli de hogepriester. Door hun hebzucht, zedeloosheid en minachting voor het heilige berokkenden zij zich Gods toorn. Daar hun vader hun dit schandelijk gedrag niet genoegzaam onder de aandacht bracht en voor hun misdaden het oog sloot, werd hem door God bekend gemaakt, dat zijn beide zonen op dezelfde dag zouden sterven, en het priesterschap uit zijn geslacht zou worden weggenomen. Toen een oorlog met de Filistijnen uitgebarsten was, werd de ark van het verbond door de vijand genomen en Hofni en Pinehas sneuvelden. Hun vader Eli kreeg een hartaanval toen hij het slechte nieuws hoorde.

Ook het andere gedeelte der goddelijke bedreiging werd vervuld. Uit het geslacht van Ithamar hebben nog slechts drie hogepriesters, te weten Ahitub, Achimelech en Abjathar, deze waardigheid bekleed. De laatste werd door Salomo afgezet.

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Hophni en Pinehas' is op 9 sept. 2016 verwerkt.

Voetnoot

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Volgens S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Hophni, is de betekenis wellicht 'vuistvechter'. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.