Hosea (koning)

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Hoséa (koning))

Hoséa was de laatste koning van het tienstammenrijk Israël. Hij regeerde in de 2e helft van de 8e eeuw vóór Christus.

Hoséa was de zoon van Ela, 2 Kon. 17:1. Hij was de moordenaar en opvolger van Pekah, koning van Israël. Hij beklom de troon in het 12e jaar van Achaz de koning van Juda, 2 Kon. 17:1. Hij regeerde 9 jaren te Samaria, 2 Kon. 17:1, van 731 — 722 v.C.[1].

800 — 750 v.C. < Israël 750 — 700 v.C.[2] > 700 — 650 v.C.
Berodach-BaladanSanheribBerodach-BaladanSargon IISalmaneserHizkiaHosea (koning)AchazPekahPekahiaJesaja (profeet)https://nl.wikipedia.org/wiki/PiyePulMichaJothamMenahemSallumZachariaRezinHoseaUzzia

Tijdrekenkundige kwestie

De tijdrekening levert een moeilijkheid op, doordat 2 Kon. 17:1 niet overeen komt met 2 Kon. 15:30. In het laatstgenoemde vers lezen wij dat Hoséa koning Pekah doodde en koning werd in zijn plaats, in het 20e jaar van Jotham koning van Juda. Dit was het 4e jaar van Achaz. Als oplossingen van deze moeilijkheid zijn aangedragen[3]:

  1. Hoséa wierp zich wel op tot koning in het 4e jaar van Achaz af, maar kon zijn koningschap niet eerder kon uitoefenen dan in het twaalfde jaar van Achaz, toen hij door het gros van het volk als koning werd erkend,
  2. Hoséa wierp zich wel op tot koning in het 4e jaar van Achaz af, maar kon zijn koningschap niet eerder kon uitoefenen dan in het twaalfde jaar van Achaz, toen hij pas door de koning van Assyrië was aangenomen en in het rijk bevestigd.
  3. Hoséa was de eerste 8 jaren slechts een schatplichtig vorst, een dienaar, een landvoogd onder de koning van Assyrië geweest en niet gehouden werd voor een koning. Hierna wierp hij zich tot een onafhankelijk koning op, en haalde zodoende de macht van Assyrië op zijn hals.
  4. Na de dood van Pekah gaf Achaz aan Hoséa veel werk om zich te wreken over de moorden die Pekah in Juda had aangericht, zodat Achaz Hoséa geruime tijd belette de troon te beklimmen, om welke reden Achaz, zowel als om het volgen van de weg der koningen van Israël‚ in 2 Kron. 28:19 "koning van Israël" (en niet "koning van Juda") wordt genoemd
  5. Na de dood van Jerobeam II is er een tussenregering van 12 jaren geweest, wat afgeleid kan worden uit de worden van de profeet Hos. 10:3 ("wij hebben geen koning, want wij hebben de HEER niet gevreesd, wat zou ons dan een koning doen?").

Zijn negenjarige regeringstijd kan men als volgt duiden[3]: hij regeerde negen jaren nadat hij in het vreedzaam bezit van het rijk geraakt en op de troon bevestigd was. Want indien met het begin van zijn regering rekent van de tijd dat hij, na de moord op Pekah, aanspraak op de troon begon te maken, heeft hij geregeerd 17 of 18 jaren, namelijk 12 jaren in de tijd van Achaz, die 16 jaren geheerst heeft, en zes jaren gelijktijdig met Hizkia, 2 Kon. 18:10.

Zijn regering

2Kon 17:3 Tegen hem toog op Salmaneser, koning van Assyrie; en Hoséa werd zijn knecht, dat hij hem een geschenk gaf. (SV)

Ofschoon iets beter dan zijn voorgangers, zocht ook Hosea, in zijn afhankelijkheid van Assyrië, ondanks de waarschuwingen van de profeten, niet bij Jahweh, maar elders hulp, en wel bij de Egyptische vorst So, en stopte de jaarlijkse betaling aan Assyrië (2 Kon. 17:4). Ternauwernood had Salmanéser, koning van Assyrië, hiervan kennis gekregen, of hij trok tegen Samaria op, en belegerde het, in het zevende regeringsjaar van Hoséa, het vierde van Hizkia (2 Kon. 18:9). Na een driejarige belegering nam hij de stad in, in het negende jaar van Hoséa, het zesde jaar van Hizkia (2 Kon. 17:4v; 2 Kon. 8:10). Hoséa werd gevangen genomen en met het grootste deel van zijn onderdanen naar Assyrië in ballingschap weggevoerd, terwijl het land met vreemdelingen bevolkt werd. 

Hosea zendt een boodschapper naar Egypte. De belegering en val van Samaria. Wegvoering van de Israëlieten.

Bronnen

Patrik, Polus, Wels, Bijbelverklaring, commentaar bij 2 Kon. 17:1. Tekst hiervan is verwerkt.

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Hosea' is op 1 dec. 2017 verwerkt.

Voetnoten

  1. Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009). P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866) s.v. Hosea, heeft 730 tot 722 vóór Chr.
  2. De jaartallen zijn meerendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).
  3. 3,0 3,1 Patrik Polus Wels, Bijbelverklaring, commentaar bij 2 Kon. 17:1.