Hulp
Hulp betekent volgens het online woordenboek van Van Dale[1]:
- bijstand, steun, ondersteuning, redding: hulp verlenen; te hulp komen
- hulpmiddel
- helper, helpster
Ge 2:18 Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, [die] als tegen hem over [zij]. (...) Ge 2:20 Zo had Adam genoemd de namen van al het vee, en van het gevogelte des hemels, en van al het gedierte des velds; maar voor den mens vond hij geen hulpe, [die] als tegen hem over [ware]. (SV)God is ons een Helper.
Heb 13:6 zodat wij vrijmoedig mogen zeggen: ‘De Heer is mij een helper en ik zal niet vrezen; wat zal een mens mij doen?’Dat God een hulp is had Mozes ervaren.
Ex 18:4 En de naam des anderen was Eliezer, want, [zeide] [hij], de God mijns vaders is tot mijn Hulpe geweest, en heeft mij verlost van Farao’s zwaard. (SV)Mozes gaf zijn tweede zoon de naam: God is hulp, hulp van God, of mijn God is hulp.
De hulp die christenen verlenen kan al of niet beroepsmatig zijn. Beroepsmatige hulp is op internet te vinden op: www.ikzoekchristelijkehulp.nl
In de Verenigde Staten zijn organisaties die hun zorgverlening geheel op de Bijbel baseren:
- de National Association of Nouthetic Counselors (NANC).
- de Association of Biblical Counselors (ABC).
Voetnoot
- ↑ Bron: http://www.vandale.nl/, geraadpleegd 12 dec. 2015.