Inzetting

Uit Christipedia

Een inzetting is een instelling of verordening. Inzettingen in de Bijbel zijn de ceremoniële wet of die der godsdienstplechtigheden zoals bijvoorbeeld de offerwetten (Lev. 3 : 17 ; 6: 18), maar ook de verordeningen van de apostel Paulus.

Le 26:3 Indien gij in Mijn inzettingen wandelen, en Mijn geboden houden, en die doen zult; (SV)

Le 26:3 Als u in Mijn verordeningen wandelt en Mijn geboden in acht neemt en ze houdt, (HSV)

Waar de Statenvertaling in Lev. 26:3 'inzettingen', vertaalt de Herziene Statenvertaling door 'verordeningen'. De ouders van Johannes de Doper wandelden ‘in alle geboden en inzettingen van de Heer, onberispelijk’ (Luc. 1:16).

Lu 1:6 Zij nu waren beiden rechtvaardig voor God, wandelend in alle geboden en inzettingen van de Heer, onberispelijk. (TELOS)

Zegen. Het houden en doen van Gods inzettingen zou voor het volk Israël een rijke zegen teweegbrengen: regen en hierdoor een rijke oogst, veiligheid, vrede, geen plaag door wild gedierte, overwicht en overwinning over vijanden, vruchtbaarheid en vermenigvuldiging (bevolkingsgroei), overvloed, Gods tegenwoordigheid, God het volk Israël tot hun God en het volk Hem tot Zijn volk (Lev. 26:4-12).

Menselijke inzettingen. Tegenover de goddelijke inzettingen in de Bijbel worden ook menselijke voorschriften of bepalingen tegenover of bij de goddelijke wetten inzettingen genoemd, als van de Kanaänieten (Lev. 18:3 30), van Omri (Micha 6 : 16), van de heidenen (2 Kon. 17: 15), en die van de vaderen en van de ouden (Matth. 15; Mark. 7; Gal. 1: 14; Kol. 2: 20), of van de Schriftgeleerden, die zwaar zijn en het gebod krachteloos maakten (Mark. 7 : 13), zijnde de latere verklaringen van de wet, de mondelinge overleveringen, wier verzameling en uitbreiding in de Talmoed bewaard zijn.

Paulus noemt de wet van Mozes “de wet van de geboden die in inzettingen bestaat” (Ef. 2:15). Daar de gelovige met Christus voor de zonde en de wet gestorven is, maar voor God en onder Diens genade leeft, is hij niet meer onder een juk van inzettingen:

Heb 9:9 Deze [= de Tabernakel] is een gelijkenis voor de tegenwoordige tijd; vandaar dat zowel gaven als slachtoffers geofferd worden, die hem die de dienst verricht, naar het geweten niet kunnen volmaken, Heb 9:10 die alleen bestaan in spijzen, dranken en verschillende reinigingen: inzettingen van het vlees, tot op de tijd van het herstel opgelegd. (TELOS)

Col 2:20 Als u met Christus aan de elementen van de wereld bent afgestorven, waarom onderwerpt u zich, alsof u in de wereld leeft, aan inzettingen: (TELOS)

De apostel Paulus geeft evenwel inzettingen, d. i. verordeningen voor de gelovigen (1 Kor. 11 : 2; 2 Thess. 11:15), die zij hebben te houden.

1Co 11:1 Weest mijn navolgers, zoals ook ik van Christus. 1Co 11:2 En ik prijs u, dat u in alles aan mij denkt en de inzettingen vasthoudt, zoals ik ze u heb overgeleverd. (TELOS)

2Th 2:15 Daarom, broeders, staat vast en houdt de inzettingen die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onze brief. (TELOS)

Een Nieuwtestamentische inzetting is dat een gelovige vrouw met gedekt hoofd en een gelovige man met ongedekt hoofd moet bidden (1 Cor. 11:3v).

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Inzettingen. Hieruit is op 21 september 2012 tekst genomen en verwerkt.