Irak

Uit Christipedia

Irak, officieel de Republiek Irak, is een land in het Midden-Oosten, met bijna 29 miljoen inwoners (2009). De hoofdstad is Bagdad. De officiële talen zijn Arabisch en Koerdisch. Irak ligt in en rond het stroomgebied van de rivieren de Eufraat en de Tigris en valt vrijwel geheel samen met het oude Mesopotamië (=Tweestromenland). Het Arabische woord iraq betekent: zijde, oever (van de Eufraat en Tigris). Uit dit gebied was Abraham afkomstig, de stamvader van de Israëlieten.

De twee grootste steden zijn Bagdad en Mosul (anno 2014). Mosul is het middelpunt van de olierijke landstreken. De stad is gebouwd uit de puinen van de in de Bijbel genoemde stad Ninevé.

De regeringsvorm van Irak is die van een federale republiek. De soennitische minderheid was in Irak decennialang aan de macht, maar na de val van dictator Saddam Hussein maken de sjiieten, die in de meerderheid zijn, de dienst uit, tot groot misnoegen van  soennitische rebellen. De toestand in Irak is instabiel en er heerst een sfeer van geweld (anno 2010).

Christendom

Irak is mede gevormd door christenen. De culturele geschiedenis van het land vertoont hun invloed.

Van de bevolking is 4% christen en 96% moslim (2009). Het aantal christenen in Irak bedraagt anno 2011 ongeveer een half miljoen. Sinds de veiligheid in het land instortte na de val van het regiem van Saddam Hoessein in 2003, toen 1,3 tot 1,5 miljoen christenen in het land woonden, is hun aantal drastisch afgenomen. Hun 2014 begroef hun getal zo'n 300.000. Ze hebben hun toevlucht genomen tot landen als Syrië, Turkije, Jordanië, Europa en de VS. Een deel is binnenslands verhuisd naar Koerdistan, Noord-Irak; de situatie daar is echter moeilijk (anno 2011): ze kunnen geen Koerdisch spreken en geen werk krijgen.

Het aantal christelijke vluchtelingen ligt naar verhouding hoger dan dat van andere religieuze groepen. Christelijke vluchtelingen vormen  veertig procent van het totale aantal vluchtelingen uit het land[1].

Tijdens een grote golf van aanslagen in 2008 in de stad Mosul, waarbij veertig christenen omkwamen, verlieten ongeveer 12.000 christenen de stad[1].

Politie en leger hebben te beperkte macht om het geweld tegen christenen tegen te gaan[1].  

"In heel Irak heerst een klimaat van geweld. Christenen zijn wel het mikpunt van aanhangers van opkomende islamistische stromingen, die bijvoorbeeld aanslagen plegen op winkels van christenen waar alcohol wordt verkocht. Soms gaat het ook om 'gewone' criminaliteit, overvallen op welgestelde christenen, die vervolgens islamistisch worden gemotiveerd. En sommige groepen brengen de lokale christenen graag in verband met de Amerikanen, die Irak zijn binnengevallen; dat zijn immers ook christenen."

Herman Teule, hoogleraar oosters christendom aan de Radboud Universiteit en directeur van het Instituut voor Oosters Christendom (IVOC) in Nijmegen (2010)[1]

Sommige Assyrische christenen streven naar een autonome christelijke provincie in het noorden van Irak, andere christenen wijzen het plan af omdat ze isolering onwenselijk vinden[1].

Geschiedenis

Het Tweestromenland ('Mesopotamië') is in oude tijden overheerst geweest door de Sumeriërs, Assyriers, Babyloniers, Turken en Perzen. In de 7e eeuw werd het gebied veroverd door de moslims. In de 16e kwam het onder de heerschappij van het Turkse Osmaanse (of Ottomaanse) rijk.

In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) veroverden de Britten het gebied op de Turken. In 1919 werd het gebied officieel losgemaakt van het Ottomaanse Rijk. In 1920 werd de Ottomaanse provincies Basra, Bagdad en Mosul door de volkenbond aangewezen als Brits mandaatgebied "Iraakse staat". Dit lokt een grote opstand uit, de "Grote Iraakse Revolutie", waarbij vele Irakezen en Britten om het leven kwamen. In 1922 werd Faisal ibn-Hoesein tot koning van Irak gekroond. In 1925 kreeg het land een parlement. In 1930 liep het Britse mandaat af. In 1932 trad Irak tot de Volkenbond toe. Het land werd steeds meer beheerst door politieke instabiliteit. De dominante soennitisch-Islamitischer Arabieren discrimineerden sjiieten, Koerden en andere minderheden. In 1933 richtte het leger moordpartijen aan onder de christelijke Assyriërs. In 1935/1936 trad het leger op tegen opstandige sjiieten. Tot eind 1945 vonden verscheidene opstanden door de Koerden plaats. Van 1936 tot 1941 voerde het leger zeven staatsgrepen uit.

In 1948 nam Irak deel aan de strijd tegen de jonge staat Israël. Ruim 130.000 Iraakse joden vertrokken naar de joodse staat.

In 1958 kwam door een staatsgreep een einde aan het monarchale bewind in Irak. Irak werd een republiek. Irak streed mee in de Zesdaagse Oorlog in 1967 tegen Israël. In 1973 nam Irak deel aan de Jom Kippoer-oorlog tegen Israël.

In 1979 kwam Saddam Hussein aan de macht. In 1980 werden voor het eerst sinds 22 jaar weer parlementsverkiezingen gehouden, waaraan echter alleen de Ba’thpartij en de aan haar verbonden partijen mochten deelnemen. De sjiieten werden onderdrukt. In 1980 begon Saddam Hussien een oorlog tegen het sjiietische Iran. Syrië koos de zijde van Iran.

Op 7 juni 1981 verwoestte de Israëlische luchtmacht een kerncentrale in aanbouw bij Osirak bij Bagdad, waarvan de Israeliers vermoedden dat zij gebruikt werd voor de ontwikkeling van atoomwapens.

In 1987 en 1988 werden Koerdische opstandelingen, die met Iran samenwerkten, zwaar bestreden, onder meer met gifgas.

1987: Het aantal christenen is 1,4 miljoen.

1990: Gesmokkelde ontstekingsmechanismen voor kernladingen en onderdelen van een zgn. superkanon worden op Europese luchthavens onderschept. In dit jaar valt Irak Koeweit binnen en annexeert het. De Tweede Golfoorlog is uitgebroken.

1991: Irak wodt uit Koeweit verdreven. Irak wordt gedwongen al zijn massavernietigingswapens te (laten) vernietigen onder toezicht van VN-inspecteurs. De militaire nederlaag van Bagdad lokt grote opstanden van sjiieten en Koerden uit tegen het bewind van Saddam Hussein.

2003: Irak wordt in maart binnengevallen en in korte tijd veroverd door de Amerikanen, met hulp van Britten en andere troepen. De ondergedoken Iraakse president Saddum Hussein wordt op 13 december gevangen genomen.

2010: De Verenigde Staten trekken hun gevechtstroepen uit Irak terug. Het aantal christenen in Irak neemt verder af tot ongeveer 600.000[1].

2011: De laatste Amerikaanse militairen verlaten Irak. De oorlog heeft aan bijna 4500 Amerikanen het leven gekost en volgens sommige schattingen aan meer dan 100.000 Irakezen.

Bronnen

Meer informatie

  • Artikel Irak op Wikipedia.nl

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 Nieuwsartikel Christenen vrezen verkiezingen Irak, op ND.nl dd. 6 maart 2010.