Jakob (aartsvader): verschil tussen versies

3 bytes verwijderd ,  3 jaar geleden
k
namen gewijzigd in Jakob en Izak. En zoon gewijzigd in Zoon
(kreeg hij - hij toegevoegd)
k (namen gewijzigd in Jakob en Izak. En zoon gewijzigd in Zoon)
Regel 7:
'''Naam.''' Zijn naam''' '''betekent "hielhouder", "die de hiel vastgrijpt", "die de verzenen vasthoudt", van het werkwoord ''Akob'', de hielen vasthouden. Want bij de geboorte hield hij de hiel van zijn tweelingbroer [[Ezau]] vast:<blockquote>''Ge 25:26 Daarna kwam zijn broer tevoorschijn, terwijl zijn hand de hiel van Ezau vasthield; daarom gaf men hem de naam Jakob. Izak was zestig jaar oud bij hun geboorte. (HSV)''</blockquote>De naam 'hielhouder' kreeg de overdrachtelijke betekenis van 'die beetneemt', 'hielenlichter': bedrieger, omdat Jakob door list en bedrog de vaderlijke zegen voor Ezau gepakt had, waarom zijn oudere tweelingbroer jammerde bij zijn vader:<blockquote>''Ge 27:36 ... Wordt hij niet terecht Jakob genoemd, omdat hij mij nu twee keer bedrogen heeft? Mijn eerstgeboorterecht heeft hij [mij] afgenomen, en zie, nu heeft hij mij mijn zegen afgenomen. Verder zei hij: Hebt u dan geen zegen voor mij overgehouden? (HSV)''</blockquote>Later (Gen. 35:10) gaf God Jakob de naam ''Israël ''(Hebr. ''Jisraël''), zie verderop.
 
Hoewel Jakob een tweelingbroer van [[Ezau]] is, wordt hij “''de jongere''” genoemd, aangezien hij na Esau geboren is. Vóór de geboorte van de tweeling werd gezegd, "de oudere zal de jongere dienen." De beloften die God aan Abraham had gedaan en aan diens zoon IsaäkIzak had bevestigd, werden aldus aan Jakob bevestigd. 
 
Toen ze opgroeiden, werd Ezau een jager, terwijl Jakob een rustige man was die in tenten woonde. Vader Isaak hield van Esau, die hem smakelijk wildbraad kon bereiden, en moeder Rebekka had Jakob lief. 
 
Het '''voorafbeeldende karakter''' van deze drie aartsvaders is als volgt te beschrijven: in het algemeen gesproken, Abraham is de wortel van alle belofte, en het beeld van het leven van het geloof; IsaacIzak is een type van de hemelse mens, die de gemeente ontvangt, en Jakob vertegenwoordigt Israël als erfgenaam van de beloften naar het vlees. Het verschil kan gezien worden door het vergelijken van Gen 22:17 ('sterren' en ‘zand'), met Gen. 26:4 (alleen 'sterren'), en Gen. 28:14 (alleen 'stof van de aarde').
 
Hoewel Jakob erfgenaam van de beloften was, zocht hij de zegen niet door het geloof, maar probeerde haar door list en bedrog te verkrijgen: eerst door het kopen van het eerstgeboorterecht toen zijn broer hongerig en doodmoe was; en daarna bij het verkrijgen van de zegen van zijn vader door leugen en bedrog: een zegen die, in Gods weg, zeker voor hem zou zijn geweest, als hij had gewacht: vgl. Gen 48:14-20.
 
Jakob moest weg uit het huisgezin van IsaakIzak, maar God was trouw aan hem, en sprak tot hem, niet openlijk als aan Abraham, maar in een droom. De ladder die naar de hemel reikte, en de engelen die langs de ladder opstegen en neerdaalden - het gezicht toonde aan dat hij op aarde het voorwerp van zorg van de hemel was.
 
'''Gods belofte.''' God deed hem een rijke belofte:<blockquote>''Ge 28:13 En zie, de HEERE stond boven aan die [ladder] en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven. Ge 28:14 Uw nageslacht zal [talrijk] zijn als het stof van de aarde en u zult zich uitbreiden naar het westen, het oosten, het noorden en het zuiden. In u en uw nageslacht zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. Ge 28:15 En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!'' (HSV)</blockquote>De belofte behelst
Regel 54:
Jakob had Jozef lief, meer dan al zijn andere zonen, die Jozef daarom haatten. Ze haatten hem ook om zijn droomgezichten. Uiteindelijk namen ze hem te grazen en verkochten hem aan [[Ismaëlieten]]. 
 
Opnieuw werd Jakob bedrogen: zijn zonen logen hem voor dat zij Jozefs kleed bevlekt met bloed gevonden hadden. JacobsJakobs dierbare zoon verscheurd door een wild dier! Vader Jakob was zeer bedroefd en ontsteld.
[[Bestand:Jakob rouwt over Jozef - James Tissot.jpg|geen|miniatuur|571x571px| ''Jakob rouwt over Jozef. ''Schilderij van James J. Tissot (publiek domein).]]
Maar God leidde alles ten goede. Jozef werd verhoogd in Egypte en later met zijn vader herenigd. Toen Jakob en zijn huisgezin in Egypte aankwamen, gaf hij als een vorst van God een zegen aan Farao, de koning van Egypte.  <blockquote>''Ge 47:8 De farao zei tegen Jakob: Hoe groot is het aantal van uw levensjaren? Ge 47:9 Jakob zei tegen de farao: Het aantal van de jaren van mijn vreemdelingschap is honderddertig jaar. Weinig in getal en vol kwaad zijn mijn levensjaren geweest, en zij hebben het aantal van de levensjaren van mijn vaderen in de dagen van hun vreemdelingschap nog niet eens bereikt. Ge 47:10 En Jakob zegende de farao en ging weer bij de farao weg. (HSV)''</blockquote>Hij woonde zeventien jaar in Egypte, en stierf in de goede ouderdom van 147 jaar.
 
Aan het einde van zijn leven stond Jakob op het hoogtepunt van Gods gedachten. Door het geloof zegende hij, door Gods leiding de handen gekruist, de twee zonen van Jozef, waarbij de rijkste zegen aan Efraïm toekwam. Dan, als een ware profeet van God, riep Jakob al zijn zonen bij hem, en zegende hen, met een passende profetie aangaande de toekomst van elk.
[[Bestand:Jakobs laatste ogenblikken - James Tissot.jpg|geen|miniatuur|445x445px|''JacobsJakobs laatste ogenblikken.'' Schilderij van James J. Tissot (publiek domein)]]
Jakob ontsliep en zijn lichaam werd gebalsemd en overgebracht naar Kanaan en begraven in het familiegraf van Abraham en IsaacIzak.
 
{{Tijdbalk Israël 1750-1250 v.C.}}
Regel 73:
* Van Zilpa: Gad, Aser
* Van [[Rachel]]: Jozef, Benjamin.
 
De namen van JacobsJakobs zonen zijn, in volgorde van geboorte, met de betekenis van hun namen:
# [[Ruben (persoon)|Ruben]] (= "Zie, een zoon), de 1e zoon van Lea, door haar dusgenoemd.
#[[Simeon]] (= "Gehoord"), de 2e zoon van Lea, door haar dusgenoemd.
Regel 86 ⟶ 87:
# [[Jozef (zoon van Jakob)|Jozef]] (= "Hij voege toe"), de 1e zoon van Rachel, door haar dusgenoemd.
# Benjamin (= "Zoon der rechterhand"), de 2e en laatste zoon van Rachel, door haar Benoni (= "Zoon van mijn smart") genoemd, maar door Jakob hernoemd in Benjamin.
 
Merkwaardig is dat de eerste en de laatste naam het woord 'zoon' bevat. Deze naamgevingen doen ons denken aan de Heer Jezus, die als zoonZoon van Israël en als zoonZoon van God werd geboren. Ruben is "de eerstgeborene van Israël" (Num. 1:20). Van de Heer Jezus is geschreven: <blockquote>''Jes 9:6 (9:5) Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst." (HSV)''</blockquote><blockquote>''Lu 1:32 Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Heb 1:6 En opnieuw, wanneer Hij de Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: ‘En laten alle engelen van God Hem aanbidden’.(TELOS)''</blockquote>Na zijn dood, opstanding en hemelvaart heeft God de Heer Jezus doen zitten aan Zijn rechterhand. <blockquote>''Mt 22:44 ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten stel’? (TELOS)''</blockquote>In Exodus 1 worden de namen van Jacobs zonen opgesomd in volgorde van de vrouwen bij wie Jacobs zonen verwekte. Eerst de zonen van Lea, dan van Rachel, dan - tevens in volgorde van geboorte - de zonen van van Bilha en dan van Zilpa. <blockquote>''Ex 1:1 Dit nu zijn de namen van de zonen van Israël, die met Jakob naar Egypte waren gekomen. Ieder kwam er met zijn gezin:'' ''Ex 1:2 Ruben, Simeon, Levi en Juda; Ex 1:3 Issaschar, Zebulon en Benjamin;'' ''Ex 1:4 Dan, Naftali, Gad en Aser.'' ''Ex 1:5 Alle zielen die van Jakob afstamden, waren zeventig zielen; Jozef was echter [al] in Egypte.'' (HSV)</blockquote>In Num. 1 worden, in verband met het Goddelijk bevel tot telling van de mannen, genoemd achtereenvolgens: Ruben (1e van Lea), Simeon (2e van Lea), Juda (4e van Lea; Levi 3e van Lea, wordt overgeslagen), Issaschar (5e van Lea), Zebulon (6e van Lea), Efraim (1e van Jozef, 1e zoon van Rachel), Manasse (2e van Jozef, zoon van Rachel), Benjamin (2e zoon van Rachel), Dan (1e van Bilha), Aser (2e van Zilpa), Gad (1e van Zilpa), Naftali (2e van Bilha).[[Bestand:Jacob nageslacht.jpg|miniatuur|2098x2098px|''Nageslacht van Jakob (volgens Gen. 46 in de Statenvertaling)'']]
 
=== Kleinkinderen van Jakob ===
Het genealogisch schema hiernaast vermeldt de namen van JacobsJakobs kleinkinderen volgens Gen. 46. Sommige kleinkinderen zijn misschien achterkleinkinderen. 
 
== Israëlieten: ' Jakob' ==
Regel 99 ⟶ 101:
H. Bouter jr., ''Bethel; huis van Jakobs God. ''Apeldoorn: Medema, z.j. Pagina's: 120. ISBN: 90 6353 115 X. [http://www.oudesporen.nl/Download/HB221.pdf Download] (pdf-bestand) van OudeSporen.nl. Kenmerk: geestelijke lessen, typologie. 
 
Hugo Bouter, ''JacobsJakobs laatste woorden; de zegenspreuken van Jakob voor zijn zonen en voor de twaalf stammen''. Alblasserdam: Boeken om de Bijbel, 1984, 1e editie. Gouda: Boeken om de Bijbel, 2004, 2e editie. Elektronische uitgave (pdf-formaat) op OudeSporen.nl, [http://www.oudesporen.nl/Download/HB220.pdf download].
 
== Bron ==