Jeremia 52
Jeremia 52 is een hoofdstuk van het boek Jeremia. Hieronder is een samenvatting en/of commentaar.
■ Hoofdstukken van Jeremia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41 · 42 · 43 · 44 · 45 · 46 · 47 · 48 · 49 · 50 · 51 · 52. |
Samenvatting
De ondergang van Juda. 1-3 Zedekia, koning te Jeruzalem, regeert goddeloos en komt in opstand tegen de koning van Babel. 4-7 Nebukadnezar belegert Jeruzalem meent de stand in. 8-11 Zedekia vluicht, maar wordt achterhaald en vreselijke gestraft en naar Babel weggevoerd. 12-16 Een maand later wordt Jeruzalem geheel verwoest door Nebuzaradan, en de bevolking weggevoerd, op de geringsten na. 17-20 De tempelvoorwerpen van goud, zilver en koper(brons) worden door Nebuzaradan als buit meegenomen. 21-23 Nadere beschrijving van de twee bronzen tempelzuilen. 24-27 Voorname priesters, hofbeambten en Judeeërs worden voor Nebukadrezar gebracht en gedood, het volk in ballingschap weggevoerd. 28-30 Cijfer der ballingen, bij drie gelegenheden naar Babel gevoerd. 31-34 Jojachin wordt na een 37-gevangenschap, door Nebukadnezars opvolger Evil-Merodach begenadigd en eervol bejegend tot zijn dood.
1
1 Zedekia was een en twintig jaren oud, als hij koning werd, en hij regeerde elf jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Hamutal, een dochter van Jeremia, van Libna. (SV)
Zedekia was een en twintig jaren oud, als hij koning werd en hij regeerde elf jaren te Jeruzalem.
2
2 En hij deed, dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles, wat Jojakim gedaan had. (SV)
Jojakim. Jojakim was zijn halfbroer. Beiden hadden zij dezelfde Godvrezende vader Josia.
4
4 En het geschiedde in het negende jaar van zijn regering, in de tiende maand, op de tiende der maand, [dat] Nebukadrezar, de koning van Babel, kwam tegen Jeruzalem, hij en zijn gehele leger, en zij legerden zich tegen haar, en zij bouwden tegen haar sterkten rondom. (CP[2])
In het negende jaar van zijn regering. 597 begin regering - 9 regeringsjaren = 588 v.C.
6
6 In de vierde maand, op de negende der maand, als de honger in de stad sterk werd, en het volk van het land geen brood had; (CP[2])
In de vierde maand. Van het 19e regeringsjaar van Nebukadnezar (vs. 12), d.i. in 586 v.C., d.i. 1½ jaar na het begin van de belegering.
12
12 Daarna, in de vijfde maand, op de tiende der maand (dit jaar was het negentiende jaar van de koning Nebukadrezar, de koning van Babel), als Nebuzaradan, de overste der trawanten, die voor het aangezicht van de koning van Babel stond, te Jeruzalem gekomen was; (CP[2])
Het negentiende jaar. 605 begin van zijn regering - 19 jaren = 586 v.C. In de vierde maand, op de 9e van de maand, was de stad gevallen (vs. 6-7). Een maand later kwam Nebuzaradan.`
13
13 Zo verbrandde hij het huis des HEEREN en het huis des konings; mitsgaders alle huizen van Jeruzalem en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur. (SV)
21
21 Aangaande de pilaren, achttien ellen was de hoogte eens pilaars, en een draad van twaalf ellen omving hem; en zijn dikte was vier vingeren, [en] hij was hol. (SV)
De pilaren. Genaamd Jachin en Boaz.
Een draad van twaalf ellen omving hem. HSV: "een draad van twaalf el kon hem omspannen". Elke pilaar had een omvang van 12 ellen = ca. 6 meter. Een omtrek van 6 meter komt overeen met een diameter van 6 gedeeld door 3,14 = 1,91 meter.
30
30 In het drie en twintigste jaar van Nebukadrezar voerde Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk weg van de Joden zevenhonderd vijf en veertig zielen. Alle zielen zijn vier duizend en zeshonderd. (SV)
In het drie en twintigste jaar van Nebukadrezar. D.i. het jaar 582 v.C.
Alle zielen zijn vier duizend en zeshonderd. 3023 + 832 + 745 = 4600.
31
31 Het geschiedde daarna, in het zeven en dertigste jaar der gevankelijke wegvoering van Jojachin, den koning van Juda, in de twaalfde maand, op den vijf en twintigsten der maand, dat Evilmerodach, de koning van Babel, in het [eerste] jaar zijns koninkrijks, het hoofd van Jojachin, den koning van Juda, verhief, en hem uit het gevangenhuis uitbracht. (SV)
In het zeven en dertigste jaar der gevankelijke wegvoering van Jojachin. Deze koning van Juda werd in 597 v.C. naar Babel in gevangenschap weggevoerd. In 597 - 37 = 561 werd hij uit de kerker ontslagen en verhoogd.
Bron
Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Jeremia 52 is onder wijziging verwerkt op 16 mrt. 2023.
Voetnoot
- ↑ De jaartallen zijn merendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).
- ↑ 2,0 2,1 2,2 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
- ↑ De jaartallen zijn merendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).