Job (boek)/Hoofdstuk 16

Uit Christipedia
Job (boek) > Hoofdstuk 16
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Job (boek):


Hoofdstuk 16 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Job. 16:4

Job 16:4  Zou ik ook, als gijlieden, spreken, indien uw ziel ware in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden? (SV)

Zou ik over u met mijn hoofd schudden? Kennelijk hadden de vrienden dat gedaan. Ook over Jezus heeft men het hoofd geschud:

Mt 27:39  De voorbijgangers nu lasterden Hem, terwijl zij hun hoofden schudden (Telos)

Mr 15:29  En de voorbijgangers lasterden Hem, terwijl zij hun hoofden schudden en zeiden: Ha, U die het tempelhuis afbreekt en in drie dagen opbouwt, (SV)

Job 16:10

Job 16:10  Zij gapen met hun mond tegen mij; zij slaan met smaadheid op mijn kinnebakken; zij vervullen zich te zamen aan mij. (SV)

De toorn van God openbaart zich nu in een meerheid van tegenstanders.

Zij slaan met smaadheid op mijn kinnebakken. Op mijn kaken. Deze mishandeling doet denken aan die van de Heiland:

Mt 26:68  En anderen gaven Hem kinnebakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus, wie is het, die U geslagen heeft? (SV)

Mt 26:68  en zij gaven Hem kaakslagen en zeiden: Profeteer ons, Christus, wie is het die U heeft geslagen? (TELOS)

Mr 14:65  En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen. (SV)

Mr 14:65  En sommigen begonnen Hem te bespuwen en zijn gezicht te bedekken en Hem met vuisten te slaan en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaren sloegen Hem in het gezicht. (Telos)

Job 16:11

Job 16:11  God heeft mij den verkeerde overgegeven, en heeft mij afgewend in de handen der goddelozen. (SV)

Dat gebeurde ook de Heer Jezus:

Mr 14:41  En Hij kwam voor de derde maal en zei tot hen: Slaapt nu verder en rust. Het is zover. Het uur is gekomen; zie, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen van de zondaars. (Telos)

In deze verzen schemert het lijden van de Christus door.

Job 16:17

Job 16:17  Daar toch geen wrevel in mijn handen is, en mijn gebed zuiver is. (SV)

Mijn gebed zuiver is. Een zuiver gebed deed de Heiland aan het kruis.

Lu 23:34  Jezus nu zei: Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen. (Telos)

Job 16:20

Job 16:20  Mijn vrienden zijn mijn bespotters; doch mijn oog druipt tot God. (SV)

Mijn bespotters.

Job 17:2  Zijn niet bespotters bij mij, en overnacht niet mijn oog in hunlieder verbittering? (SV)