Johannes de Doper

Uit Christipedia

Johannes de Doper (ca. 6 v.C. — ca. 28 n.C.) was de profeet van God die het volk door zijn boeteprediking voorbereidde op de komst van de Verlosser, Jezus Christus. Hij was een rechtvaardig en heilig man (Mr. 6:20), die door Herodes Antipas gedood werd.

Ouders. Zijn ouders waren Zacharias, een priester, en Elizabeth, uit de dochters van Aäron, de broer van Mozes en de eerste hogepriester.

Geboorte. De geboorte van Johannes werd door een engel, die aan Zacharias verscheen in het tempelhuis, aangekondigd. De zwangerschap van Elizabeth, die onvruchtbaar was, was een wonder van God.

Naam. Bij zijn geboorte kreeg hij niet de naam van zijn vader Zacharia of van een familielid, maar hij moest 'Johannes' ('God is genadig', 'God heeft geschonken') heten.

De hand van de Heer was met hem (Luc. 1:66). 

Tijd. Hij leefde ca. 6 v.C. — ca. 28 n.C.

200 — 100 v.C. < Israël 100 — 0 v.C. > Israël en Gemeente 0 — 49 na C.
Herodes AntipasFilippus (viervorst)ArchelaüsJezus ChristusJohannes de DoperHerodes de GroteAugustus
Israël 100 — 0 v.C. < Israël en Gemeente 0 — 49 na C. > 50 — 99 na C.
Herodes Agrippa IIAnaniasEerste zendingsreis van PaulusHerodes Agrippa IPetrusJakobus (zoon van Zebedeüs)Herodes Agrippa IClaudius IPaulusStefanusPontius PilatusKajafasValerius GratusTiberiusAnnasHerodes AntipasFilippus (viervorst)ArchelaüsJezus ChristusJohannes de DoperAugustus

Dienst en optreden

Begin en tijd. Zijn verkondiging begon nadat hij geroepen was. Het woord van God kwam tot hem in het 15e jaar van de regering van de Romeinse keizer Tiberius.

Lu 3:1 In het vijftiende jaar nu van de regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus stadhouder was over Judea en Herodes viervorst over Galilea en zijn broer Filippus viervorst over Iturea en het land Trachonitus en Lysanias viervorst over Abilene, Lu 3:2  onder hogepriester Annas en Kajafas, kwam het woord van God tot Johannes, de zoon van Zacharia, in de woestijn.  Lu 3:3  En hij kwam naar de hele streek van de Jordaan en predikte de doop van bekering tot vergeving van zonden; (Telos)

Het 15e regeringsjaar is in de periode 26 — 29 n.C.; we kunnen niet met zekerheid zeggen welk jaar in deze periode[1].

Johannes getuigt van zichzelf dat hij de stem van een roepende in de woestijn is, de roepende die Jesaja had voorzegd.

Joh 1:22  Zij zeiden dan tegen hem: Wie bent u, opdat wij antwoord kunnen geven aan hen die ons gestuurd hebben; wat zegt u van uzelf? Joh 1:23  Hij zei: Ik ben de stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere recht, zoals Jesaja, de profeet, gesproken heeft. (Telos)

Jezus werd door Johannes te Bethanië (Eng. Bethany) gedoopt, in het Overjordaanse

Dienst. Johannes moest de weg voor de Messias bereiden. De Messias Jezus zei dan ook van hem:

Lu 7:27  Deze is het van wie geschreven staat: ‘Zie, Ik zend mijn bode voor U uit, die uw weg voor U heen zal bereiden’. (Telos)

De apostel Paulus heeft kernachtig de dienst van Johannes weergegeven:

Hnd 19:4 Paulus echter zei: Johannes doopte met een doop van bekering, terwijl hij tot het volk zei dat zij moesten geloven in Hem die na hem kwam, dat is in Jezus. (TELOS)

In de hele streek van de Jordaan (Luk. 3:3) en in de woestijn van Judea predikte hij de doop van bekering tot vergeving van zonden. Zijn optreden was voorzegd door de profeet Jesaja.

Lu 3:3  En hij kwam naar de hele streek van de Jordaan en predikte de doop van bekering tot vergeving van zonden; Lu 3:4  zoals geschreven staat in het boek van de woorden van de profeet Jesaja: ‘Stem van een roepende in de woestijn: Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht. Lu 3:5  Elk dal zal gevuld en elke berg en heuvel zal verlaagd worden, en wat krom is zal tot een rechte weg worden, en de oneffen tot vlakke wegen. Lu 3:6  En alle vlees zal de behoudenis van God zien’. (Telos)

Johannes kondigde de komst aan van Hem "die sterker is dan ik, Wiens schoenriemen ik niet waard ben neerbukkend los te maken" (Marc. 1:7, Telos).

De apostel Paulus sprak van hem in de synagoge te Perge.

Hnd 13:23 ... heeft God naar de belofte aan Israel een Heiland gebracht, Jezus, Hnd 13:24 nadat Johannes tevoren, voor zijn optreden, de doop van bekering had gepredikt aan het hele volk Israel. Hnd 13:25 Toen nu Johannes zijn loop voleindigde, zei hij: ‘Wat denkt u dat ik ben? Ik ben het niet; maar zie, na mij komt Hij Wie ik niet waard ben de sandaal van zijn voeten los te maken’. (TELOS)

Profeet. Johannes was een profeet. De grootste profetie van Johannes is deze aanwijzing, toen hij Jezus naar zich toe zag komen:

Joh 1:29 De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen en zei: Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. (TELOS)

En dat Lam van God is tevens de Zoon van God.

Joh 1:34  En ik heb gezien en getuigd dat Híj de Zoon van God is. (Telos)

Jezus betuigde dat Johannes zelfs meer dan een profeet was (Matth. 11:9-11; Luk. 7:26-28), hij was de wegbereider van de Messias.

Lu 7:26  Maar wat bent u gaan zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, zelfs meer dan een profeet. Lu 7:27  Deze is het van wie geschreven staat: ‘Zie, Ik zend mijn bode voor U uit, die uw weg voor U heen zal bereiden’.  Lu 7:28  Want Ik zeg u: onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand groter profeet dan Johannes; maar de geringste in het koninkrijk van God is groter dan hij. (Telos)

Dit woord omschrijft met onmiskenbare duidelijkheid en met feilloze juistheid de plaats en betekenis van dezen profeet in de heilsgeschiedenis. Want wat hier van hem wordt gezegd, geldt niet hem als mens; dan zou het hem buiten het koninkrijk der hemelen stellen, waarin de geringste meer dan hij zou zijn. Het geldt hem in zijn roeping: hij is, naar Jezus' verzekering een profeet, „zelfs meer dan een profeet". Als zodanig is er geen opgestaan groter dan hij.

Hij sluit de reeks der profeten, die allen hebben geprofeteerd van het heil, dat „in het laatst der dagen" zou aanlichten, van de „Gezalfde", de „Rechtvaardige Spruit", den „knecht des Heeren", wiens komst de mond des Heeren door de dienst van Zijn profeten telkens deed aanzeggen.

Gelijk Elia. De Heer Jezus zei van Johannes:

Mt 17:12 Elia komt wel eerst en zal alles herstellen; Ik zeg u echter dat Elia al gekomen is, en zij hebben hem niet erkend, maar aan hem gedaan alles wat zij wilden; zo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden. Mt 17:13 Toen beseften de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de doper had gesproken.

Mt 11:14 En als u het wilt aannemen: hij is Elia, die komen zou. (TELOS)

Johannes de Doper zei evenwel dat hij niet Elia zelf was.

Joh 1:21 En zij vroegen hem: Wat dan? Bent u Elia? En hij zei: Ik ben het niet. Bent u de profeet? En hij antwoordde: Nee. (TELOS)

Johannes was niet de profeet Elia zelf, maar kwam wel in de kracht en de geest van de profeet Elia. Hij ging uit 'in de geest en de kracht van Elia' (Luk. 1:17). 

Lu 1:17 En hij zal voor Hem uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om de harten van de vaders te doen terugkeren tot de kinderen en de ongehoorzamen in de wijsheid van de rechtvaardigen, om de Heer een toegerust volk te bereiden. (TELOS)

Johannes de Doper was in de geest en de kracht van Elia.  Elia zelf zal weerkomen vóór de grote en vreselijke 'dag van Jhwh' en vóór de Heer Jezus ten tweeden male in de wereld verschijnt. Zie verder bij Elia.

Publiek. Het optreden van Johannes trok zeer veel "volk, het hele Judese land en alle Jeruzalemmers" (Marc. 1:5, Telos) liepen uit naar hem toe.

Soberheid. Zijn uitwendige verschijning was sober.

Mt 3:4 Hij nu, Johannes, droeg een kleed van kameelhaar en een leren gordel om zijn lendenen; en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honing. (TELOS)

De Heer Jezus wees zijn toehoorders op deze eenvoud en soberheid:

Mt 11:18 Want Johannes is gekomen zonder te eten en te drinken, en zij zeggen: Een demon heeft hij. (Telos)

Johannes heeft niet aan feestelijke maaltijden deelgenomen.

Het laatste vers maakt duidelijk dat sommigen Johannes voor een bezetene hielden.

Doop. Op verschillende plaatsen aan de rivier de Jordaan (zie kaart) doopte hij mensen die zich op zijn prediking bekeerden.

Mr 1:4 Johannes kwam en doopte in de woestijn en predikte de doop van bekering tot vergeving van zonden. Mr 1:5 En het hele Judese land en alle Jeruzalemmers liepen uit naar hem toe en werden door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden. (Telos)

Heilige Geest. Johannes kondigde niet alleen de komst van Israëls Heiland aan, maar duidde ook de komst en uitstorting van de Heilige Geest aan: 

Mr 1:8 Ik heb u wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met [de] Heilige Geest. (TELOS)

Hij zag de Heilige Geest in de gedaante van een duif op zijn dopeling Jezus neerdalen.

Jezus

Johannes kondigde de komst van de Messias, onze Heer Jezus, aan. Hij verwees naar Hem als de Zoon van God (1:34), het Lam van God (Joh. 1:29, 36), de Bruidegom (Joh. 3:29). Hij noemde Jezus, toen hij hem zag, "het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1:29, 36). Hij achtte zich veel minder waardig dan Hem die hij had aangekondigd:

Joh 1:27  ik ben niet waard zijn schoenriem los te maken. (...) Joh 1:30  Deze is het van Wie ik zei: Na mij komt een man die mij voor is, want Hij was eerder dan ik. (Telos)

Hnd 13:25 Toen nu Johannes zijn loop voleindigde, zei hij: ‘Wat denkt u dat ik ben? Ik ben het niet; maar zie, na mij komt Hij Wie ik niet waard ben de sandaal van zijn voeten los te maken’. (Telos)

Joh 3:30 Hij moet meer, maar ik minder worden. (Telos)

Hij beschouwde zichzelf als de vriend van de bruidegom (=Jezus Christus).

Joh 3:29 Hij die de bruid heeft, is de bruidegom; maar de vriend van de bruidegom, die daarbij staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap over de stem van de bruidegom. Deze blijdschap van mij dan is vervuld geworden. (Telos)

In de gevangenis zond Johannes, omdat hij twijfelde, tot Jezus om te vragen of Hij degene die komen zou of dat Johannes een ander te verwachten had.

Jezus werd door sommigen van zijn tijdgenoten, onder wie koning Herodes Antipas, gehouden voor Johannes de Doper, die uit de doden zou zijn opgestaan.

Mr 6:14  En koning Herodes hoorde het, want zijn naam was openbaar geworden; en zij zeiden: Johannes de doper is uit de doden opgewekt en daarom werken die krachten in Hem. Mr 6:15  Maar anderen zeiden: Het is Elia; weer anderen zeiden: Het is een profeet als een van de profeten. Mr 6:16  Toen Herodes dit echter hoorde, zei hij: Johannes, die ik onthoofd heb, die is opgewekt. (Telos)

Mt 16:13 Toen nu Jezus gekomen was in de streken van Caesarea-Filippi, vroeg Hij zijn discipelen aldus: Wie zeggen de mensen dat de Zoon des mensen is?  Mt 16:14  Zij nu zeiden: Sommigen: Johannes de doper; en anderen: Elia; en weer anderen: Jeremia of een van de profeten. (Telos)

Omstreden

Dat Johannes omstreden was, kan worden afgeleid uit de reacties op zijn prediking en optreden. Velen, onder wie tollenaars en hoeren, geloofden zijn boodschap, bekeerden zich en lieten zich dopen. De farizeeën en de wetgeleerden echter geloofden niet in hem. Zij, althans sommigen van hen, meenden zelfs dat Johannes een demon had (Matth. 11:18, Luk. 7:33), dus bezeten was.

Lu 7:29  (En al het volk dat dit hoorde en de tollenaars rechtvaardigden God, daar zij waren gedoopt met de doop van Johannes; Lu 7:30  de farizeeën en de wetgeleerden echter hebben de raad van God voor zichzelf terzijde gesteld, daar zij niet door hem waren gedoopt.) Lu 7:31  Met wie zal Ik dan de mensen van dit geslacht vergelijken en aan wie zijn zij gelijk? Lu 7:32  Zij zijn gelijk aan kinderen die op de markt zitten en elkaar toeroepen en zeggen: Wij hebben voor jullie op de fluit gespeeld en jullie hebben niet gedanst; wij hebben klaagliederen gezongen en jullie hebben niet geweend. Lu 7:33  Want Johannes de doper is gekomen zonder brood te eten en wijn te drinken, en u zegt: Een demon heeft hij. (Telos)

Mt 21:25  De doop van Johannes, vanwaar was die? Uit de hemel of uit mensen? Zij overlegden echter onder elkaar en zeiden: Als wij zeggen: Uit de hemel, zal Hij tot ons zeggen: Waarom hebt u hem dan niet geloofd?  (Telos)

Mt 21:32  Want Johannes is tot u gekomen in de weg van de gerechtigheid en u hebt hem niet geloofd; de tollenaars en de hoeren echter hebben hem geloofd; hoewel u dit echter hebt gezien, hebt u later ook geen berouw gehad om hem te geloven. (Telos)

Lijden en twijfel

Johannes bestrafte Herodes Antipas (koning van Galilea en Perea 4 v.C. - 39 n.C.), die hem daarna gevangen liet nemen. De profeet heeft in zijn gevangenschap geleden. De Heer Jezus zei van hem:

Mt 17:12 ... zij hebben hem niet erkend, maar aan hem gedaan alles wat zij wilden; zo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden. Mt 17:13 Toen beseften de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de doper had gesproken. (TELOS)

In de kerker kreeg Johannes twijfel over de zending van Jezus (Matth. 11:2v; Luk. 7:19v).

Mt 11:2 Toen nu Johannes in de kerker de werken van de Christus hoorde, zond hij door middel van zijn discipelen een vraag en zei tot Hem: Mt 11:3 Bent U Degene die zou komen, of moeten wij een ander verwachten? (TELOS)

Hij verwachtte de Heiland van Israël.

Hnd 13:25 Toen nu Johannes zijn loop voleindigde, zei hij: ‘Wat denkt u dat ik ben? Ik ben het niet; maar zie, na mij komt Hij Wie ik niet waard ben de sandaal van zijn voeten los te maken’. (Telos)

Maar Johannes twijfelde nu of het Jezus was. De Heer Jezus verzekerde hem en stelde hem gerust door zijn wonderwerken te vermelden:

Mt 11:4 En Jezus antwoordde en zei tot hen: Gaat heen en bericht Johannes wat u hoort en ziet: Mt 11:5 blinden kunnen weer zien en kreupelen lopen, melaatsen worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het evangelie verkondigd; Mt 11:6 en gelukkig is hij die over Mij niet ten val komt! (TELOS)

Daarna bevestigt de Heer Jezus de hoge roeping van Johannes als de bode die de weg van Christus zou bereiden.

Mt 11:9 ... Een profeet? Ja, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet. Mt 11:10 Deze is het van wie geschreven staat: ‘Zie, Ik zend mijn bode voor U uit, die uw weg voor U heen zal bereiden’. Mt 11:11 Voorwaar, Ik zeg u: onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is geen grotere opgestaan dan Johannes de doper; ... (TELOS)

Op verzoek van zijn dochter liet Herodes Antipas hem echter onthoofden.

Mr 6:17 Want Herodes had zelf knechten gezonden en Johannes gegrepen en hem gebonden in de gevangenis ter wille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, omdat hij met haar getrouwd was. Mr 6:18 Want Johannes had tot Herodes gezegd: Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben. (TELOS)

Johannes onthoofd in de gevangenis

De dood van de bode was een voorbode van de dood van Christus. De Heer Jezus zei van hem:

Mt 17:12 ... zij hebben hem niet erkend, maar aan hem gedaan alles wat zij wilden; zo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden. Mt 17:13 Toen beseften de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de doper had gesproken. (TELOS)

Bron

F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Een weinig tekst van het lemma 'Johannes. I. Johannes de Dooper' is onder wijziging verwerkt op 10 april 2021.

Voetnoot