Koran

Uit Christipedia

De Koran is het heilige boek van de moslims, geschreven in het begin van de 8e eeuw. De 114 hoofdstukken van het boek heten soera's. Er zijn meer dan 6000 verzen in de Koran, een vijfde van het aantal verzen in de Bijbel.

Opvallend is dat de naam 'Mohammed' slechts vier keer in het boek voorkomt[1]. De overleveringen en biografieën van de profeet Mohammed dateren in hun geschreven twee eeuwen na het ontstaan van de Koran[1].

De Koran lijkt in gesprek te zijn met andere overleveringen, zoals Joodse, christelijk, manicheïsche en zoroastrische[1].

Vertalingen in het Nederlands

In het Nederlands zijn de volgende vertalingen verschenen, in volgorde van het jaar van verschijning[2]:

  • Barent Adriaensz Berentsma, 1641, De Arabische Alkoran, Door de Zarazijnsche en de Turcksche Prophete Mahometh, In drie onderscheyden deelen begrepen, Hamburg [= Amsterdam], Barent Adriaensz Berentsma. Gebaseerd op de Duitse vertaling (1616) van Salomon Schweigger.
  • Jan Hendriksz Glazemaker, 1657, Mahomets Alkoran, Door de Heer Du Ryer uit d’Arabische in de Fransche taal gestelt, Amsterdam, Jan Rieuwertsz. Gebaseerd op de Franse vertaling (1647) van André Du Ryer; herdrukt in 1658, 1696, 1698, 1707, 1721 en 1743.
  • Ludovicus Jacobus Antonius Tollens, 1859, Mahomed’s Koran, gevolgd naar de Fransche vertaling van Kasimirski, de Engelsche van Sale, de Hoogduitsche van Ullmann en de Latijnsche van Maracci, Batavia, Lange en Co.
  • Salomon Keyzer, 1860, De Koran, voorafgegaan door het leven van Mahomet, eene inleiding omtrent de godsdienstgebruiken der Mahomedanen, enz., Haarlem, J.J. van Brederode. Herdrukt in 1879, 1905, 1916 en 1925.  
  • In 1879, Haarlem, bracht Graeff een vertaling uit.
  • Sudewo Partokusomo Kertohadinegoro, 1934, De Heilige Qoer-an, vervattende den Arabischen tekst met ophelderende aanteekeningen en voorrede, Batavia, Drukkerij Visser & Co. Gebaseerd op de Engelse vertaling (1917) van Muhammad Ali. Bevat ook de Arabische tekst; herdrukt in 1968, 1981 en 1996.
  • Nasirah B. Zimmermann, 1953, De Heilige Qor'aan, met Nederlandse vertaling, Rabwah/[Den Haag]: “The Oriental & Religious Publishing Corporation”/Zuid-Hollandse Uitgevers Maatschappij. Bevat ook de Arabische tekst; herdrukt in 1969, 1983 en 1991.
  • Johannes Hendrik Kramers, 1956, De Koran uit het Arabisch vertaald, Amsterdam/Brussel, Elzevier. Vele malen herdrukt.
  • Fred Leemhuis, 1989, De Koran: Een weergave van de betekenis van de Arabische tekst, Houten, Het Wereldvenster. Bevat ook de Arabische tekst; vele malen herdrukt.
  • Sofjan S. Siregar, 1996, De Edele Koran, en een vertaling van betekenissen ervan in de Nederlandse taal, Den Haag, Islamitische Cultureel Centrum Nederland. Bevat ook de Arabische tekst; herdrukt in 1998, 2000 en 2001.
  • Jeroen Rietberg, 2004, De Heilige Korān, Nieuwe Nederlandse Vertaling: Arabische Tekst met Nederlandse Vertaling en Commentaar, Ohio: Ahmadiyya Anjuman Isha‘at Islam Lahore Inc. U.S.A., 2004. Gebaseerd op de Engelse vertaling (1951) van Muhammad Ali. Bevat ook de Arabische tekst.
  • Kader Abdolah, 2008, De Koran: Een vertaling, Breda, De Geus. Herdrukt in 2010.
  • Rafiq Ahmed Fris, Mehmet Fatih Özberk & Mohammed Aarab, 2013, De Glorieuze Qorʼān En De Nederlandse Vertaling Ervan, Istanbul, Hayrât Neşriyat. Bevat ook de Arabische tekst.
  • Özcan Hıdır & Fatih Okumuş, 2013, De Levende Koran: Een Nederlandse vertaalversie met weergave van de Arabische tekst en met commentaar, Rotterdam, IUR Press/Stichting Lezen & Leven. Bevat ook de Arabische tekst.
  • Aboe Ismail [= Jamal Ahajjaj] & Studenten, 2013, De interpretatie van de betekenissen van de Koran, Den Haag, Stichting as-Soennah. Bevat ook de Arabische tekst; herdrukt in 2014.
  • Stichting OntdekIslam, 2013, Interpretatie van de betekenis van de Heilige Koran, Rotterdam/Alexandrië, Stichting OntdekIslam/Conveying Islamic Message Society.  
  • De Levende Koran, IUR Press, Rotterdam, 2013.
  • Ali Soleimani, 2014, De Koran: Een woordelijke vertaling uit het Arabisch, Drachten, Het Talenhuis.
  • Eduard Verhoef, 2015, De Koran, heilig boek van de Islam, Maartensdijk, Uitgeverij Verhoef.

In 1881 verscheen te Batavia van de hand van J.L. Martens een concordantie van de Koran.

Over Adam

Adam was uit het stof geschapen (3:51). Hij is de vader van het menselijk geslacht (2: 28-35; 3: 30-52; 17: 63, 72; 19: 59; 20: 114-120). Hij ontving een bevel (7: 18). Hij ontving de aanbidding van engelen, op de duivel (Eblis) na (15:30-31). Hij vergat het verbod, van de verboden vrucht te eten (20:114), en viel in zonde.

Over Israël en Jeruzalem

Israël. Het woord 'Israël' wordt 43x in de Koran genoemd[3], niet als geografische naam, maar vrijwel overal in de genealogische uitdrukking "kinderen van Israël" (= Israëlieten, nageslacht van aartsvader Jakob).

Kanaän, "het heilige land", is bestemd voor de kinderen van Israël. Hoofdstuk 5 haalt woorden van Mozes aan:

5:23. Toen Mozes tot zijn volk zeide: O, mijn volk! gedenk Gods gunst omtrent u, sedert hij profeten onder u heeft aangewezen en u koningen heeft gegeven, en u heeft geschonken, wat hij geene natie ter wereld heeft gegeven. 5:24. O, mijn volk! ga het heilige land binnen, dat God voor u heeft bestemd, en wendt u niet om; opdat gij niet omvergeworpen en vernield mocht worden. 5:25. Zij antwoorden: O, Mozes! dit land wordt door een volk van reuzen bewoond, en wij zullen er op geenerlei wijze binnen gaan, dan nadat zij het hebben verlaten; maar indien zij het verlaten, zullen wij er binnentrekken. 5:26. Twee mannen van hen die God vreesden, nopens welke God genadig was geweest, zeiden: Treedt de poort binnen, en zodra gij die binnentreedt, zult gij overwonnen hebben; vertrouwt dus in God, indien gij ware gelovigen zijt. 5:27. Zij hernamen: O, Mozes! wij zullen het land nimmer binnentreden terwijl zij er in vertoeven; ga dus, gij en uw God en strijd; want wij zullen hier blijven. 5:28. Mozes zeide: O Heer! waarlijk ik ben geen meester over iemand buiten mij en mijn broeder; maak dus een onderscheid tusschen ons en het goddelooze volk. 5:29. God antwoordde: Waarlijk het land zal hun gedurende veertig jaren ontzegd zijn; gedurende welken tijd zij op de aarde zullen dwalen: pleit dus niet alzoo voor het goddelooze volk.

Hoofdstuk 7 spreekt van Israëls erfenis:

7:131. En toen de plaag over hen kwam, zeiden zij: Roep uwen God voor ons aan, overeenkomstig het verbond dat hij met u heeft gesloten. Waarlijk, indien gij de plaag van ons wegneemt, zullen wij u zekerlijk geloven, en wij zullen de kinderen Israëls met u laten gaan. Maar toen wij de plaag van hen hadden afgenomen, tot de tijd was verlopen, die God had bepaald, braken zij hun belofte. 7: 132. Daarom namen wij wraak op hen en verdronken hen in de Rode Zee, omdat zij onze tekens van valschheid beschuldigd en verwaarloosd hadden. 7: 133. En wij deden het zwakke volk de oostelijke en westelijke streken der aarde erven, welke wij met vruchtbaarheid zegenden, en het genadige woord van uwen Heer in de kinderen Israël vervuld, omdat zij met geduld hadden geleden, en wij verwoestten de werken, welke Pharao en zijn volk hadden gemaakt, en datgene wat zij hadden opgericht.

Vertaler Salomon Keyer tekent bij vers 133 aan:  "Dat is het land van Syrië, waartoe de Oostersche aardrijkskundigen Palestina rekenen te behooren, en waarin, volgens de uitleggers de kinderen Israël, de koningen van Egypte en de Amalekieten opvolgden. (Al Beidâwi.)"

Hoofdstuk 26 wijst op de erfenis van Israël.

26:52. En wij spraken door openbaring tot Mozes, zeggende: Trek voort met mijn dienaren, des nachts; want gij zult vervolgd worden. 26:53. En Pharao zond beambten in de steden om strijdkrachten te verzamelen 26:54. Zeggende: Waarlijk de Israëlieten maken slechts eene kleine hoop volk uit. 26:55. En zij zijn verwoed op ons. 26:56. Maar wij vormen eene welvoorziene menigte. 26:57. Zoo deden wij hun hun tuinen, hun fonteinen, 26:58. hun schatten en heerlijke woningen verlaten. 26:59. Zoo deden wij, en wij deden die den kinderen Israëls erven. 26:60. En zij vervolgden hen bij het opgaan der zon. 26:61. En toen de beide legers in elkanders gezicht waren gekomen, zeiden de makkers van Mozes: Wij zullen zekerlijk worden overwonnen. 26:62. Mozes antwoordde: Volstrekt niet: want mijn Heer is met mij; hij zal mij zekerlijk leiden.

Verzen 57-59 zijn onduidelijk. Vertaler Salomon Keyzer tekent bij vers 59 aan: "Van hier wordt door sommigen verondersteld, dat de Israëlieten, na de vernietiging van Pharao en zijne heerscharen naar Egypte terugkeerden, en van de rijkdommen van dat land bezit namen (Jallalo'ddin, Yahya.). Anderen zijn echter van oordeel, dat de bedoeling slechts deze is, dat God hun dezelfde bezittingen en woningen in eene andere plaats gaf, (Al Zamakshari. Zie voorts Hoofdstuk VII, vers 133).

Volgens de Jordaanse moslimgeleerde sjeik Ahmad Adwan behoort Israël aan de Joden toe tot de dag des oordeels[4].

Dat Israëlieten om hun ongehoorzaamheid en zonde uit hun land gebannen kunnen worden, zegt 5:36v

5:36. Onze apostels kwamen later tot hen, met duidelijke wonderen, maar zelfs daarna waren velen hunner zondaren op aarde. 5:37. Maar de belooning van hen die tegen God en zijn apostel strijden, en er op bedacht zijn, op aarde slecht te handelen, zal wezen, dat zij gedood zullen worden, of gekruisigd, of dat hunne voeten aan de tegenovergestelde zijden zullen worden afgesneden of dat zij uit het land zullen worden gebannen. Dit zal hunne ongenade in deze wereld zijn, en in de volgende zullen zij een strenge straf ondergaan, 5:38. Behalve zij, die berouw zullen gevoelen, alvorens gij hen in uwe macht hebt; want weet, dat God vergevingsgezind en genadig is.

'Palestina'. Het woord 'Palestina' komt in de Koran niet voor. "Er is niet zoiets als 'Palestina' in de Koran", aldus de genoemde moslimgeleerde.

Jeruzalem. Hoewel Jeruzalem de derde belangrijke stad in de Islam is, wordt de stad nergens met name in de Koran genoemd. In het Oude Testament daarentegen wordt Jeruzalem 669 keer genoemd wordt en het woord Zion 154 keer.

Over Jezus

Volgens de Koran spraken engelen tot Maria, de moeder van Jezus:

De engelen zeiden verder; o Maria! God verkondigt u zijn woord; zijn naam zal zijn: Jezus Christus, zoon van Maria. Heerlijk zal hij zijn in deze en in de toekomstige wereld, en een van hen die in Gods nabijheid zijn (3:40)

Volgens de Koran is Jezus ('Isa') een profeet van God (Allah). Allah noemt hem 'mijn gezant' (5:111, vgl. 2:130).

In de Koran wordt Jezus ('Isa') vaker genoemd dan Mohammed. In het boek worden aan Jezus Christus ('Isa al Mesia') veel hogere kwaliteiten toegeschreven dan aan enige andere profeet. Een Islamitische traditie zegt dat Mohammed de belangrijkste profeet is, maar dat blijkt niet in de Koran.

Volgens de Koran rustte Allah Jezus toe met overtuigingskracht en gaf Hij hem de Heilige Geest;

Eens openbaarden wij Mozes de schrift, lieten hem door nog andere boden volgen, rustten Jezus, de zoon van Maria, toe met kracht van overtuiging en wij gaven hem de heiligen geest (2:147).

Ook gaf Allah hem kracht om tekenen te doen.

... Jezus, de zoon van Maria, gaven wij kracht van tekenen en versterkten hem met den heiligen geest (2:254)

In de aankondiging van Jezus' geboorte zegt de Koran dat Jezus een vogeltje uit klei zal maken en dat Hij ook zal weten wat er in je voorraadkast ligt. Deze passage is te vinden in het apocriefe kindheidsevangelie van Thomas. De Koran lijkt hieruit te citeren. Echter, Jezus Christus is niet de Zoon van God.

... zegt niet; Er zijn drie goden: doet dit niet; het zal beter voor u zijn. God is slechts één God. Het is verre van hem, dat hij een zoon heeft! (4:169)

Zij, die zeggen, dat Christus, de zoon van Maria, God is, zijn ongelovigen. ... (5:19)

Volgens de Koran gebood Allah de apostelen in Jezus te geloven

En toen ik de apostelen gebood, zeggende: Gelooft in mij en in mijn gezant, antwoordden zij: Wij geloven, en gij zijt getuige, dat wij Gode zijn onderworpen. (5:111)

Dit betekent dat volgens de Koran ook moslims in Jezus moeten geloven, evenals zij in Allah geloven. Vergelijk de woorden van de Heer Jezus zelf:

Joh 14:12  Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, omdat Ik heenga naar de Vader. (Bijbel, Telos-vertaling)

De Koran loochent de kruisdood en de opstanding van Jezus.

... zij sloegen hem niet dood en kruisigden hem niet, maar iemand, die hem geleek, werd in zijne plaats gesteld, en waarlijk zij, die nopens hem twistten, verkeerden in een dwaling, en hadden geen bepaalde kennis daarvan, maar volgden slechts een mening. Zij doodden hem niet werkelijk; God heeft hem tot zich opgenomen, en God is machtig en wijs. (4:156)

Over de christenen en hun geloof

5:19. Zij, die zeggen, dat Christus, de zoon van Maria, God is, zijn ongelovigen. (...) 5:72. Zij lasteren God, die zeggen: "Waarlijk Allah, Hij is de Messias, de zoon van Maria," terwijl de Messias zelf zeide: "O, kinderen Israëls, aanbidt Allah, Die mijn Heer en uw Heer is." Gewis, voor hem die iets met Allah vereenzelvigt, heeft Allah de Hemel verboden en het Vuur zal zijn verblijfplaats zijn. Er is voor de onrechtvaardigen geen helper. 5:73. Waarlijk zij lasteren God, die zeggen: "Allah is Eén der Drie." Er is geen God dan de enige God. En indien zij niet ophouden met hetgeen zij beweren, zal de ongelovigen een smartelijke straf overkomen. 5:74. Willen zij zich dan niet tot Allah wenden en om Zijn vergiffenis vragen terwijl Allah Vergevensgezind, Genadevol is?   9:30 En de Joden zeggen: "Ezra is de zoon van Allah" en de Christenen zeggen: "De Messias is de zoon van Allah." Dit is, hetgeen zij met hun mond zeggen. Zij spreken de woorden na van degenen die vóór hen ongelovig waren; Allah's vloek zij over hen, hoe zijn zij afgekeerd!

De Koran laat Allah zeggen dat de Israëlieten die in Christus geloofden de overwinning over hun vijanden behaalden.

14. O ware gelovigen! weest gij Gods helpers, gelijk Jezus, de zoon van Maria, tot de apostelen zei: Wie wil mijn helper ten behoeve van God zijn? De apostelen antwoordden: Wij zullen Gods helpers zijn. Aldus geloofde een deel van de kinderen Israëls, en een ander deel geloofde niet; maar hen die geloofden, versterkten wij boven hun vijanden, waardoor zij de overwinning over hen behaalden.

Over Maria/Mirjam

Maria, de moeder van Jezus, en Mirjam, de broer van Mozes, leefden bijna 15 eeuwen verwijderd van elkaar. Ze delen dezelfde naam. De Koran echter haalt ze abusievelijk door elkaar. Dit gebeurt in de drie plaatsen die Maria noemen. In 3:35, 45 wordt Maria de dochter van Imrans vrouw genoemd (vers 35), die Jezus baarde (vers 45). 'Imran' is dezelfde als Amram in de Bijbel. In 19:28 wordt Maria de 'zuster van Aäron' genoemd. En in 66:12 wordt Maria 'de dochter van Imran' genoemd.

Bevordert de Koran geweld?

De volgende verzen uit de Koran lijken geweld te bevorderen:

Soera 9:5; Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de afgodendienaren waar je hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag. Maar als zij berouw hebben en het gebed houden en de Zakaat betalen, laat hun weg dan vrij. Voorzeker, God is Vergevensgezind, Genadevol.

Soera 9:111; Voorzeker, God heeft van de gelovigen hun persoon en hun bezittingen gekocht in ruil voor het paradijs - zij vechten voor de zaak van God en zij doden en worden gedood - een onfeilbare belofte in de Torah en het Evangelie en de Koran. En wie is getrouwer aan zijn belofte, dan God? - Verheugt u dan in de verbintenis, die je met Hem hebt gesloten en dat is de grote zegepraal.

Soera 9:123. O, jij die gelooft, bestrijdt de ongelovigen die in uw nabijheid zijn en laat hen hardheid in u vinden en weet, dat God met de godvruchtigen is.

Voor enkele strijd-teksten uit de Koran, zie Strijdteksten in de Koran.

Een ex-moslim: "Hoewel ik islamitisch opgevoed ben, vond ik het altijd moeilijk om te begrijpen waarom in de koran tot zoveel geweld opgeroepen wordt. Dit werd nog sterker toen ik een paar jaar geleden een Bijbel in handen kreeg en daar in begon te lezen."[5]

William Ewart Gladstone (1809-1898), viervoudig premier van Groot-Brittannië, toonde de Koran tijdens een zitting van het Parlement en verklaarde: "Zolang er sprake is van dit boek zal er geen vrede in de wereld zijn."

Meer informatie

Koran online (in het Nederlands)

William F. Campbell, The Quran and the Bible in the Light of History and Science. Middle East Reasources, Inc., 1992. Pagina's: 343. Online te lezen.

The one Quran verse that made me a Christian. Youtube.com: Give Light. Duur: 14 min. 53 sec. Weerlegging van de gedachte dat de Koran en de Bijbel twee lichtstralen van dezelfde bron zijn.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 Peter Derie, De koran lezen als tekst. Boekenbeurs, 2017. Gepubliceerd door gebruiker Pegovideo op Youtube.com, 6 feb. 2019. De spreker is Arabist.
  2. Bronnen: (1) art. Koran op Wikipedia.nl. (2) De Levende Koran, IUR Press, Rotterdam, 2013.
  3. Bericht van Luai Ahmed op X.com, dd. 10 jan. 2024, https://twitter.com/JustLuai/status/1745101439297261793
  4. 'Allah Gave Israel to The Jews. There's No Palestine', nieuwsbericht op IsraelNationalNews.com, 6 febr. 2014.
  5. Aangehaald in Stem van de martelaren, mei/juni 2008 p6.