Kreupel
Kreupel is mank, gebrekkig lopend.
Griekse woord. Het Griekse bijvoeglijke naamwoord in het Nieuwe Testament is χωλος cholos, en betekent "verlamd, kreupel". Het komt 14x voor. Het Strongnummer is 5560. Het woord wordt ook gebezigd van iemand die beroofd is van een voet en daardoor verminkt is[1].
In Lystra werd door de dienst van Paulus een kreupele genezen die nooit had gelopen.
Hnd 14:8 En er zat in Lystra een man die geen kracht in zijn voeten had, kreupel van de schoot van zijn moeder af, die nooit had gelopen. Hnd 14:9 Deze hoorde Paulus spreken; die keek hem aandachtig aan, en daar hij zag dat hij geloof had om behouden te worden, Hnd 14:10 zei hij met luider stem: Ga recht op uw voeten staan! En hij sprong op en liep. (TELOS)
Voetnoot
- ↑ Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.