Leviticus 10

Uit Christipedia

Leviticus 10 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.

Hoofdstukken samengevat en/of verzen ervan becommentarieerd:
Leviticus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27.

Samenvatting

1-7 Nadab en Abihu komen om vreemd vuur in het heiligdom te brengen en worden daarom als straf door vuur uit de hemel gedood in de voorhof. 8-11 God verbiedt Aäron en zijn zonen wijn of sterke drank te drinken, wanneer zij hun priesterdienst gaan doen. 12-20 Mozes ziet toe op de naleving van de offervoorschriften: hij zorgt ervoor, dat met de overblijfsels van de voor het volk gebrachte offers naar bepaalde voorschriften gehandeld wordt; hij ontdekt daarbij dat het vlees van het zondoffer niet gegeten, maar buiten de legerplaats verbrand werd, en spreekt nu daarover met Aärons zonen, stelt zich evenwel tevreden met hetgeen Aäron tot verontschuldiging bijbrengt.

1

Le 10:1 En de zonen van Aäron, Nadab en Abihu, namen een ieder zijn wierookvat, en deden vuur daarin, en leiden reukwerk daarop, en brachten vreemd vuur voor het aangezicht des HEEREN, hetwelk hij hen niet geboden had. (SV)

Vreemd vuur. Het is duidelijk dat dit ongeoorloofd vuur is. "De eigenlijke aard van de zonde, waarvan het met vreemd vuur voor Gods aangezicht verschijnen het uitvloeisel was, was het op vergaande wijze onheilig behandelen van de meest heilige zaken. Dan wordt ook verstaan, wat Mozes straks tot Aäron zegt." (Van Griethuijsen)[1]. "... ze hebben het vuur ergens anders vandaan als voorgeschreven is. Dit betekent een eerste stap op een weg die uitloopt op een zelfgemaakte godsdienst."[2] Waar kwam het vreemde vuur vandaan? Op deze vraag zijn verschillende antwoorden gegeven:

1. Het was gewoon, ongewijd vuur, dat niet genomen was van het brandofferaltaar[3][1].
Le 16:12  Hij zal ook een wierookvat vol vurige kolen nemen van het altaar, van voor het aangezicht des HEEREN, en zijn handen vol reukwerk van welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal het binnen den voorhang dragen. Le 16:13  En hij zal dat reukwerk op het vuur leggen, voor het aangezicht des HEEREN, opdat de nevel des reukwerks het verzoendeksel, hetwelk is op de getuigenis, bedekke, en dat hij niet sterve. (SV)
Nu 16:46  En Mozes zeide tot Aäron: Neem het wierookvat, en doe vuur daarin van het altaar, en leg reukwerk daarop, haastelijk gaande tot de vergadering, doe over hen verzoening; want een grote toorn is van voor het aangezicht des HEEREN uitgegaan, de plaag heeft aangevangen. (SV)
Tegenwerpingen[4]: a. het Hebreeuws heeft voor gewoon, ongewijd vuur een ander woord; b. nergens wordt in de wet gelast, voor elke heilige handeling kolen uit het altijd brandend altaarvuur te nemen, al ligt het in de rede dat men dit deed (zie de aangehaalde teksten).

2. Het was heidens, afgodisch vuur[4], zoals ook latere Levieten afgoden hebben gediend (Ezech. 44:10-14).

3. Het was vuur dat door de broers gebracht werd terwijl ze verkeerden in een toestand van bedwelming[5]. Tegenwerping: geen enkele zekere aanwijzing daaromtrent wordt ons gegeven.

2

Le 10:2  Toen ging een vuur uit van het aangezicht des HEEREN, en verteerde hen; en zij stierven voor het aangezicht des HEEREN. (SV)

Tevoren was vuur uitgegaan van God, dat het brandoffer en het vet verteerde (9:24).

Bronnen

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op ? 2022.

Leidsche Vertaling (1914). Enige tekst van het commentaar op Lev. 10:12 is onder wijziging verwerkt op 3 okt. 2022.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).
  2. Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987).
  3. John Gill's Expositor.
  4. 4,0 4,1 Leidsche Vertaling (1914).
  5. Dit antwoord wordt vermeld en verworpen in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).