Leviticus 5

Uit Christipedia

Leviticus 5 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.

Hoofdstukken samengevat en/of verzen ervan becommentarieerd:
Leviticus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27.

Samenvatting

In het kort: de wet van het schuldoffer. 1-13 Welke overtredingen door een schuldoffer verzoend en welke dieren daarvoor gebruikt moeten worden. 14-19 Wanneer een schuldoffer in de vorm van een ram gebracht moet worden.

1

Le 5:1  Als nu een mens zal gezondigd hebben, doordat hij gehoord heeft een stem van de eedzwering, en hij is een getuige, hetzij dat hij gezien of geweten heeft; indien hij het niet te kennen geeft, zal hij ongerechtigheid dragen. (CP[1])

Canisius-vertaling: Wanneer iemand zondigt, door geen verklaring af te leggen, als hij onder bedreiging met vloek wordt opgeroepen, ofschoon hij als getuige kan optreden, omdat hij het zelf heeft gezien of er kennis van heeft gekregen,  dan laadt hij schuld op zich.

Het verband is een openlijk behandelde rechtszaak, waar het gaat om de ontdekking of overtuiging van een misdadiger. De rechter, die onderzoeken moet, spreekt een eedzwering uit, waarmee allen die van de zaak weten worden bezworen om te getuigen (vgl. Spr. 29:24). Als iemand zal gezondigd hebben doordat hij, bij de rechtszitting aanwezig en gehoord hebbend de eedzwering, in staat is om als getuige in die zaak op te treden, hetzij dat hij het gezien of door mededeling van een ander geweten heeft; indien hij in weerwil van de plechtige beëdiging door de rechter, die in de naam van God handelt, nochtans het niet te kennen geeft wat hij weet, maar uit vrees, of uit verkeerd medelijden, zich houdt alsof weet hij het niet, dan zal hij zijn ongerechtigheid dragen.

Eedzwering. Hebr. alah. Kan ook betekenen: vloek; een vloek die iemand moet treffen die iets verzwijgt of onwaarheid vertelt. Het woord alah komt ook voor in:

Spr 29:24  Die met een dief deelt, haat zijn ziel; hij hoort een vloek, en hij geeft het niet te kennen. (SV)

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Lev. 5:1. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 2 aug. 2022.

Voetnoot

  1. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.