Maarten Luther

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Luther)

Maarten Luther (1483 - 1546) is een van de bekendste kerkhervormers uit de geschiedenis.

Hij werd in 1483 te Eisleben geboren uit zeer eenvoudige ouders. Krachtens zijn afkomst was hij een volksman en dat is hij ook altijd gebleven. In 1501 ging hij naar de hogeschool te Erfurt om in de rechten te gaan studeren.

Overzicht

Een tijdtafel met gebeurtenissen in het leven van Luther:

  • 10 november 1483: Maarten Luther wordt geboren in Eisleben, Duitsland.
  • 1501: Luther begint zijn studie Rechten aan de Universiteit van Erfurt.
  • 1505: Terwijl hij onderweg is naar huis van de universiteit, wordt Luther geraakt door een bliksem en zweert hij om monnik te worden.
  • 1507: Luther wordt tot priester gewijd.
  • 1512: Luther wordt doctor in de theologie te Wittenberg
  • 1517: Luther publiceert zijn 95 stellingen tegen de praktijk van de aflaat, een daad die algemeen wordt beschouwd als het begin van de Reformatie.
  • 1520: Luther schrijft drie belangrijke werken: "Aan de christelijke adel van de Duitse natie", "De Babylonische gevangenschap van de kerk" en "Over de vrijheid van een christen".
  • 1521: Luther wordt door de paus geëxcommuniceerd en door keizer Karel V verbannen. Hij wordt door vrienden naar de Wartburg gebracht, waar hij het Nieuwe Testament in het Duits vertaalt.
  • 1525: Luther trouwt met voormalige non Katharina von Bora, met wie hij zes kinderen krijgt.
  • 1529: Luther publiceert in april de Grote Catechismus en in mei de Kleine Catechismus. — Twistgesprek met Ulrich Zwingli, te Marburg, over het avondmaal.
  • 1534: Luther voltooit zijn vertaling van de hele Bijbel in het Duits.
  • 1546: Maarten Luther sterft op 18 februari in Eisleben.
1400 — 1499 < Kerkgeschiedenis 1500 — 1549 > 1550 — 1599
Johannes CalvijnPhilippus MelanchtonUlrich ZwingliMaarten Luther

Monnik

De plotselinge dood van een van zijn vrienden deed hem het besluit nemen, om in een klooster te gaan. In het klooster van de Augustijnen te Erfurt zocht hij naar zielerust, maar hij vond die niet op de weg van vasten en kastijden. Reeds in het klooster begon hij de Heilige Schrift te lezen. In 1510 maakte hij een reis naar Rome en daar zag hij veel, dat hem tot droefenis stemde.

Theoloog

In 1512 werd hij doctor in de theologie op de universiteit te Wittenberg en nu begon hij zich uitsluitend toe te leggen op de verklaring van de Bijbel. Langzamerhand begon nu in hem te rijpen dat geloof, waardoor hij de strijd durfde te wagen tegen het oppermachtige Rome.

Wonderlijke 'ruil'

Luther zag in, door goed de Bijbel te lezen, dat Christus zijn zonden van hem had genomen en hij door het geloof Christus’ gerechtigheid ontving. Bij de ontdekking van die wonderlijke ruil – mijn zonden voor Zijn gerechtigheid - ging voor Luther naar eigen zeggen de poort van het paradijs open.

Begin van de Reformatie

95 stellingen. In oktober 1517 werden zijn beroemde 95 stellingen uitgehangen aan de poort van de kerk(en) in Wittenberg. Hierin stelde hij verschillende misstanden in de kerk aan de kaak. Hij protesteerde onder meer tegen het door Johann Tetzel ontwikkelde aflaatsysteem.

Die gebeurtenis in oktober 1517 is het begin van de Reformatie, de godsdienstige beweging die in de zestiende eeuw de katholieke kerk van binnenuit probeerde te hervormen.

Kerkelijke druk. De paus dacht eerst, dat de zaak van Luther een onbetekenende twist was, maar, spoedig van het tegendeel overtuigd, deed hij moeite, om de koene strijder tot zwijgen te brengen. De paus ontbood Luther eerst naar Rome, maar de keurvorst en de universiteit wisten te bewerken, dat de paus hem een legaat zond, de kardinaal Cajetanus, die met Luther rede­twistte doch zonder vrucht (1518). In het volgend jaar zond de paus een wereldlijk man, Karel von Miltitz, en deze wist zoveel te bewerken, dat Luther beloofde te zullen zwijgen, als zijn tegenstanders dit ook deden. Maar, toen dr. Eck, die in Leipzig (1519) disputeerde met Von Karlstadt, een vriend van Luther, laatstgenoemde ook in het dispuut betrok, wilde Luther niet langer zwijgen. Hij streed met Eck voornamelijk over het primaat van de paus, de boete, de aflaat en het vagevuur. Eck beriep zich op de uitspraken van de concilies, maar Luther zei openlijk, dat een concilie falen kon. Om die uitspraak noemde Eck hem een heiden en tollenaar.

Melanchton. Zijn beschaafde en vredelievende vriend Philippus Melanchton, hoogleraar in de Griekse taal te Wittenberg, was van grote betekenis voor Luther was. Deze schreef: „ik ben de baanbreker, Melanchton is de man die in stilte zaait met zijne rijke gaven, hem door God verleend".

In de ban gedaan

Toen Luther zijn reformatorische denkbeelden door ver­schillende boeken trachtte te verbreiden, dreigde de paus met de ban. Luther schreef, naast andere kleine geschriften, drie boeken: 1e Aan zijne keizerlijke majesteit en de christelijke adel der Duitse natie, 2e Over de Babylonische gevangenschap der pausen, 3e Over de vrijheid van een christenmens. De paus veroordeelde 41 zinsneden uit deze boeken en ge­bood, dat Luther binnen 60 dagen herroepen zou, anders zou hij door de ban getroffen worden.

Eerst schreef Luther tegen de gedreigde ban, maar op 10 december 1520 verbrandde hij voor de Elsterpoort in Wittenberg, in tegenwoordigheid van een menigte studenten en doctoren, alle pauselijke canonieke boeken en de bul. Toen was de breuk met Rome's kerk een voldongen feit. De paus sprak nu de ban uit over Luther en al diens aan­hangers en het interdict over alle plaatsen, waar deze zich mochten ophouden. Toen was terugkeer voor Luther onmogelijk geworden.

Zo ontstond een nieuwe beweging buiten de Rooms-katholieke kerk, de Kerk der Reformatie of Gereformeerde Kerk. 

Op de rijksdag te Worms (1521)

Op de rijksdag te Worms (1521) heeft Luther zich voor de keizer en de verzamelde geestelijke en wereldlijke hoofden verklaard omtrent zijn geloof. Op de rijksdag was ook keizer Karel V tegenwoordig. Eerst had men er verschil over, of Luther wel op de rijksdag mocht komen, omdat hij onder de ban lag. De rijksstenden, d.w.z. de vorsten, 'geestelijken', heren, steden enz. die zitting en stem hadden op de rijksdagen, waren er voor en daarom werd Luther, hoewel tegen de zin van de keizer, genodigd.

Op die rijksdag werd aan Luther gevraagd, of hij zijn boeken wilde herroepen. Hij vroeg een dag beraad en zei toen, dat zijn geschriften drieërlei waren: le geschriften over het geloof en de zeden, 2e geschriften tegen de paus en de papisten, 3e geschriften tegen bijzondere personen. Wanneer hij in de laatste te heftig geweest was, wilde hij dat terugnemen, maar voor het overige wilde hij alleen herroepen, wanneer men kon aantonen, dat hij tegen het Woord van God geschreven had. Luther zou geëindigd hebben met de woorden: „Ik kan niet anders, hier sta ik. God helpe mij Amen!", maar deze woorden heeft hij vermoedelijk niet uitgesproken[1].

Op de Wartburg

Werkkamer van Luther op de Martburg

Hoewel Luther een keizerlijk vrijgeleide verkreeg, werd hij toch in de ban gedaan en werd zijn uitlevering aan de keizer geëist. Door bemiddeling van zijn vrienden werd hij echter op de Wartburg gebracht.

Drie weken mocht Luther nemen voor de terugreis. Het edict van Worms werd getekend. Het hield in dat Luther voor een ketter verklaard werd, en niemand zijn geschriften mocht kopen of lezen. In het Thüringerwoud nabij Eisenach werd Luther door vermomde ruiters overvallen en naar de Wartburg ge­bracht.

Op de Warburg was hij niet alleen veilig voor zijn belagers, maar daar heeft de Heer hem tot zeer vruchtbare arbeid gebruikt. Hij vertaalde er o.a. het Nieuwe Testament, dat in 1522 reeds gedrukt werd. In 1534 was de hele Bijbel in het Duits overgezet.

Zuivering van de reformatie

Tegen het Humanisme. Toen zich enkele bedenkelijke verschijnselen begonnen te openbaren, heeft Luther de Reformatie gezuiverd van wat haar vreemd was en vreemd moest blijven. Allereerst keerde Luther zich af van het Humanisme. Niet alleen de vrijheidlievende ridders, die het karakter van de Refor­matie niet verstonden, liet hij aan hun lot over, maar ook de wetenschappelijke Erasmus, die Koning Hendrik VII van Enge­land meende te moeten verdedigen tegen de aanvallen van Luther, wederstond hij in geschriften.

Tegen het fanatisme. In de tweede plaats keerde Luther zich tegen het fanatisme. Toen hij op de Wartburg was, begonnen enkelen, onder wie zijn vriend Karlstadt, zich in zijn ogen schuldig te maken aan dweepzucht (fanatisme). Men wierp de beelden uit de kerken, schafte de doop der kinderen af enz. Dat was voornamelijk veroorzaakt door twee mannen, Nicolaas Storch en Marcus Siübner, bij­genaamd de profeten uit Zwickau. Luther verliet zonder toe­stemming van de keurvorst de Wartburg, predikte een week lang dag aan dag tegen de dwepers en herstelde zodoende de orde.

Tegen de revolutie. In de derde plaats keerde Luther zich tegen de revolutie. De boeren in Zuid-Duitsland zochten verbetering van kerkelijke en maatschappelijke toestanden te verkrijgen. Dat was niet ongeoorloofd, maar al gauw ontaardde deze beweging. Zij kreeg een revolutionair karakter. Aan het hoofd van de oproerige boeren stelde zich Thomas Münzer. Eerst voelde Luther, die zelf een volksman was, iets voor de onderdrukte boeren, maar toen zij op revolutionaire wijze begonnen te woelen, ried hij zelfs de vorsten aan om de beweging te onderdrukken. De oproerlingen werden bij Frankenhausen verslagen en Thomas Münzer werd onthoofd. (1525).

Catechismus

Het was voor een rustige ontwikkeling van de Reformatie nodig, dat er meer kennis verspreid werd van de leer van het heil. De keurvorst Johan de Bestendige achtte het nodig een onderzoek te laten instellen naar de inwendige toestand van de kerken. Melanchton ontwierp enkele visitatie-artikelen en volgens deze werd het onderzoek geleid. De onwetendheid zowel bij de leraars als het volk bleek zeer groot. Daarom schreef Luther zijn groten en kleine catechismus. De Grote Catechismus verscheen in april 1529, de Kleine Catechismus een maand later in mei.

Avondmaal

Gesprek tussen Luther (links) en Zwingli (midden) in 1529 te Marburg

Luther stemde in vele geloofsstukken overeen met de Zwitserse Reformator Ulrich Zwingli. Over het avondmaal verschilden zij echter van mening. Luther had bij zijn eerste optreden wel geleerd, dat de ge­nadewerking van het sacrament gebonden was aan het geloof van de ontvanger, maar hij kwam later tot de leer, dat Jezus Christus lichamelijk in, met en onder het brood en de wijn tegenwoordig was, en dat dus de avondmaalgangers wel degelijk met de mond Christus' vlees en bloed aten en dronken. Zwingli daarentegen leerde, dat brood en wijn slechts tekenen en zegels waren. Het avondmaal was een gedachtenismaaltijd, maar tevens een zichtbaar Evangelie. Een twistgesprek te Marburg gehouden (1529) bracht de gewenste eenstemmigheid tussen Luther en Zwingli niet.

Muziek

Bij Luther speelt muziek een grote rol. Al heel vroeg werd hij door muziek getroost, schrijft hij. Als student verdreef hij zijn depressies met muziek. Zodra hij in Wittenberg is laat hij componisten komen om zijn melodieën op vierstemmige muziek te zetten. Hij zou enkele tientallen kerkliederen hebben geschreven. Zijn bekende lied 'Ein feste Burg' ('Een vaste burcht') is daarvan misschien wel het bekendst geworden. 

Meer informatie

Anne Bruins-Bouter, Käthe, de gevluchte non. Om Sions Wil, 2021. Pagina's 241. Over Katharina von Bora, de vrouw van Luther.

Bronnen

Gerrit-Jan KleinJan, Zonder Luther geen Bach, artikel op Trouw.nl, 27 jan. 2017.

J. H. Landwehr, Kort overzicht van de kerkgeschiedenis. Kampen: J.H. Kok, 3e herz. druk 1922. Enige tekst van blz. 50-55 is onder wijziging verwerkt op 29 jan., 26 feb. en 5 mrt 2023.

ChatGPT op OpenAI.com, voor een tijdtafel met gebeurtenissen.

Voetnoot