Maria Magdalena

Uit Christipedia

Maria Magdalena of van Magdala was een volgelinge van de Heer Jezus, die haar van zeven boze geesten had bevrijd. Zij kwam uit de plaats Magdala in Galilea. Zij was een van de leerlingen aan wie Jezus na zijn opstanding uit de dood verscheen (Marc. 15:40-47; Luc. 8:2; Joh. 20:1-18).

Magdala was een stad gelegen aan de westelijke oever van het meer van Gennézareth.

We lezen voor het eerst van Maria van Magdala in Luc 8:2.

Lu 8:1 En het gebeurde daarna, dat Hij rondreisde door stad en dorp, terwijl Hij predikte en het evangelie van het koninkrijk van God verkondigde, en de twaalf waren bij Hem, Lu 8:2 en enige vrouwen die van boze geesten en ziekten waren genezen: Maria, Magdalena geheten, van wie zeven demonen waren uitgegaan, Lu 8:3 en Johanna, de vrouw van Chusas, zaakwaarnemer van Herodes, en Susanna, en vele anderen, die hen dienden met hun bezittingen. (TELOS)

Terwijl de Heer in Galilea rondtrok, volgde zij en diende ze hem. Ze was niet de enige. Ook bijvoorbeeld Salome, de moeder van Johannes en Jacobus deed dat. En vele andere vrouwen. De vrouwen dienden Jezus met hun bezittingen, lezen we elders. Kleding, voedsel, drinken, misschien geld om eten of iets anders te kopen. Ze voorzagen de Heer en de twaalven van levensbehoeften. De aardse dingen die Hij en de twaalven behoefden werden hem gegeven door de vrouwen. Er waren bemiddelde vrouwen bij.

Op weg naar Jeruzalem, waar hij zou sterven, volgden hem zijn mannelijke en vrouwelijke discipelen. Vele vrouwen volgden de Heer op weg naar Jeruzalem. Ze bleven niet achter in Galilea. Onder hen was Maria van Magdala. Waarom volgden de vrouwen? Wederom: “… die Jezus waren gevolgd van Galilea om Hem te dienen.” (Mt 27)

De Heer werd verraden, gearresteerd, veroordeeld, bespot, gegeseld en gekruisigd. Maria en vele vrouwen volgden hem op weg naar Golgotha. Toen Hij aan het kruis hing, keken ze van verre toe.

Mt 27:55 Nu waren daar vele vrouwen die uit de verte toezagen, die Jezus waren gevolgd van Galilea om Hem te dienen; Mt 27:56 onder hen was Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jakobus en Jozef, en de moeder van de zonen van Zebedeus. (TELOS)

Ze kwam naderbij:

Joh 19:25 bij het kruis van Jezus nu stonden zijn moeder en de zuster van zijn moeder, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. (TELOS)

Bij het kruis stonden dus Maria van Magdala en twee andere Maria’s. De betekenis van de naam der aanwezige vrienden en verwanten:

  • Maria = “hun rebellie”,
  • Jezus = “Jahweh is heil”, of “Jahweh is redding”.
  • Johannes = “Jahweh is een genadige gever”, of “Jahweh's genadegave”, of “Jahweh is genadig”,

De namen spreken dus van opstand, redding en genade. Gods redding wordt uit genade geschonken aan een opstandige mensheid.

Nadat de Heer gestorven was, is hij van het kruis afgenomen en in een graf gelegd. Maria Magdalena zag met een andere vrouw waar hij gelegd was. Later kocht ze samen met twee andere vrouwen specerijen om het dode lichaam van Jezus te zalven.

Toen ze vroeg in de ochtend bij het graf kwam, zag zij dat de steen van de grafopening was weggenomen. Hiervan bracht ze Petrus en Johannes terstond op de hoogte: “Zij hebben de Heer weggenomen uit het graf, en wij weten niet waar zij Hem hebben gelegd”. Daarna kwam zij bij het graf terug, en terwijl ze huilt, treft ze in het graf twee mannen (engelen) in witte kleren aan. Die zeiden tot haar:„Vrouw, waarom ween je?" Zij zei tot hen: „Omdat zij mijn Heer hebben weggenomen en ik weet niet waar zij Hem hebben gelegd". Toen zij dit had gezegd, keerde zij zich om en zag een derde persoon staan. Deze zei tot haar: „Vrouw, waarom ween je? Wie zoek je?" Zij meende dat het de tuinman was en zei tot Hem: „Heer, als u Hem weggedragen hebt, zeg mij waar u Hem gelegd hebt en ik zal Hem wegnemen". Daarop zei de onbekende: „Maria!" Dan herkende ze de stem van haar Jezus. Zij keerde zich om en zei tot Hem in het Hebreeuws: „Rabboeni! (= Meester!)".

“Rabboeni” is een bijzondere titel, onderscheiden van “Rabbi”. “Rabbi” betekent “mijn rab”, d.i. mijn leraar, mijn meester, mijn onderwijzer. Omdat destijds vele wetgeleerden de titel ‘rab’ droegen en al ‘mijn rab’ (rabbi) werden aangesproken, ontstond behoefte om de bijzondere geleerden, de meest gevierde meesters, een bijzondere titel te geven. Dit werd “rabban”. Zo iemand werd aangesproken met “rabbani”, “mijn rabban”. Maria zei “rabboeni”. Dat is niets anders dan de Galilese uitdrukking van Rabbani, “mijn rabban”. Mijn bijzondere, mijn favoriete meester. Rabboeni is dus een eretitel. Een hogere titel dan rabbi.

De Heer Jezus zei haar: “Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren naar mijn Vader; maar ga heen naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader en naar mijn God en uw God.” Daarop ging Maria Magdalena de discipelen berichten dat zij de Heer gezien en dat Hij haar dit gezegd had.

Maria is wel eens “de apostel der apostelen” genoemd. Apostel betekent “gezondene”, “gezant”. Ze werd gezonden om Jezus gezanten te boodschappen.

Na de hemelvaart van de Heer hielden de apostelen verblijf in een bovenzaal.

Hnd 1:13 En toen zij de stad waren binnengekomen, gingen zij op naar de bovenzaal, waar zij verblijf hielden … Hnd 1:14 Deze allen volhardden eendrachtig in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers. (TELOS)

Allicht is Maria Magdalena daarbij geweest, voorts ook bij de uitstorting van Heilige Geest. Na de vervanging van Judas door Matthias als apostel lezen we:

Hnd 2:1  En toen de dag van het pinksterfeest werd vervuld, waren zij allen gemeenschappelijk bijeen. (TELOS)

Na de uitstorting van de Heilige Geest legt Petrus uit:

Hnd 2:16 Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joel: Hnd 2:17 ‘En het zal gebeuren in de laatste dagen, zegt God, dat Ik van mijn Geest zal uitstorten op alle vlees, en uw zonen en dochters zullen profeteren, en uw jongemannen zullen gezichten zien en uw ouden zullen dromen dromen. Hnd 2:18 Ja, op mijn slaven en op mijn slavinnen zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. (TELOS)

Allicht is Maria ook daarbij geweest. Ze sprak in de Geest van de grote daden van God. Eens was ze door zeven boze geesten bezeten geweest, nu was een andere Geest in haar gekomen. Geen boze geest, maar de Geest van waarheid en liefde.

Ongerechtvaardigde denkbeelden

In de loop der tijd zijn allerlei denkbeelden over Maria van Magdala te berde gebracht die niet door de Schrift gerechtvaardigd worden, zoals:

  • Dat ze dezelfde zou zijn als Maria van Bethanie, de zus van Lazarus.
  • Of dat ze dezelfde zou zijn als de zondares in Luc 7 die Jezus voeten met haar tranen nat maakte en afdroogde met de haren van haar hoofd en zijn voeten met balsem zalfde.
  • Of dat ze een prostitué zou zijn geweest.
  • Of dat ze in Frankrijk zou zijn geland.
  • Of dat ze met de Heer Jezus getrouwd zou zijn geweest, een fabeltje uit de 19e eeuw.

Muziekvideo


Maria Magdalene, een muziekstuk van de Italiaanse componist Andrea Gabrieli (16e eeuw). Over het bezoek van Maria Magdalena aan het graf van Jezus.

Duur: 2 min. 33 sec. In het Latijn gezongen. Ondertiteling in het Latijn en Italiaans. Youtube.com, 27 nov. 2012.