Mattheüs 14

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Mattheus 14)

Mattheüs 14, een hoofdstuk van het Evangelie naar Mattheüs, wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.

Hoofdstukken die zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:
Mattheüs: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28

Samenvatting

1-12 Herodes de viervorst laat Johannes de Doper in de gevangenis onthoofden. 13-21 Daarop vertrekt Jezus naar een woeste plaats, waar hij, met ontferming bewogen, de zieken van de samengestroomde menigten geneest. In de avond verzadigt hij de menigte - de mannen alleen al vijfduizend mannen in getal - met voedsel, verkregen door de wonderbare vermenigvuldiging van enkele broden en vissen. 22-34 Jezus dwingt zijn apostelen over te varen naar de overkant, terwijl hij achterblijft om te bidden op de berg. Hun schip wordt geteisterd door wind en golven en in de vierde nachtwaak komt Jezus hun te hulp, lopend op de zee. Petrus waagt het, met Jezus' toestemming, over het water naar zijn Meester toe te lopen. Door kleingeloof begint hij echter te zinken, waarop Jezus hem redt. Wanneer ze in het schip zijn geklommen, gaat de wind liggen. De leerlingen huldigen hun Heer als Gods zoon. 35-36 Genezingen in Gennézareth.

1

1 In die tijd hoorde Herodes de viervorst het gerucht van Jezus (Telos) 

Herodes de viervorst. D.i. Herodes Antipas, een van de zonen van de kindermoordenaar Herodes de Grote.

Het gerucht van Jezus. Aangaande zijn krachten (vs. 2) en eventueel zijn leer en wijsheid (vgl. 13:54).

2

2 en zei tot zijn knechten: Dat is Johannes de doper; hij is opgewekt van de doden en daarom werken die krachten in hem. (Telos) 

Die krachten. Zie 13:54, waar Jezus' dorpsgenoten zich over Zijn krachten en wijsheid verbazen.

6

Mt 14:6  Toen echter de verjaardag van Herodes was gekomen, danste de dochter van Herodias in het midden en behaagde Herodes; (Telos)

De dochter van Heriodias. In vs. 11 wordt zij 'meisje' genoemd.

9

9 En hoewel de koning bedroefd werd, beval hij om de eden en om hen die mee aanlagen, het te geven. (Telos) 

Verschillende beweegredenen gingen om in zijn hart: 1. hij wilde Johannes doden (5); 2. hij wilde een opstand van de menigte voorkomen (vgl. vs. 6); 3. hij wilde zijn belofte gestand doen; 4. hij wilde niet, door zijn belofte te breken, beschaamd staan tegenover de aanwezigen die getuigen waren van zijn belofte.

11

11 en zijn hoofd werd op een schotel gebracht en aan het meisje gegeven, en zij bracht het aan haar moeder. (Telos) 

En zijn hoofd werd op een schotel gebracht. Wat een droeve, oneervolle dood voor een groot profeet! Maar het strekt tot zijn eer - eer van Godswege - dat hij voor de zaak van gerechtigheid en van Gods koninkrijk zijn leven verloor.

Mr 8:35  Want wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven zal verliezen ter wille van Mij en het evangelie, zal het behouden. (Telos)

Het meisje. De dochter van Herodias was een 'meisje'. Het Griekse woord is κορασιω, van κορασιον, korásion = meisje, maagd[1]. Het is een verkleinwoord[2] van κόρη, kóre = jonge vrouw, maagd, dienares[3].

Zij bracht het aan haar moeder. Ze bracht het dus niet rechtstreeks naar Herodes. Ze deed de wil van haar moeder.

14

14 En toen Hij uit het schip ging, zag Hij een grote menigte en werd met ontferming over hen bewogen en genas hun zieken. (Telos)

Een grote menigte. In vs. 22 is sprake van 'menigten'. Alleen al het aantal mannen bedroeg vijfduizend (21).

En genas hun zieken. En gaf hen daarna te eten, tot verzadiging toe, zo delen de volgende verzen ons mee.

19

19 En nadat Hij de menigten had bevolen te gaan zitten op het gras, nam Hij de vijf broden en de twee vissen, keek op naar de hemel en zegende, en Hij brak de broden en gaf ze aan de discipelen, en de discipelen gaven ze aan de menigten. (Telos) 

Zegende. Of: loofde[4].

20

20 En zij aten allen en werden verzadigd. En zij namen het overschot van de brokken op, twaalf korven vol. (Telos)

Twaalf korven vol. Wellicht mogen we het getal twaalf óók symbolisch opvatten: de twaalf stammen van Israël zullen verzadigd worden. Het overschot is méér dan het begin (vijf broden en twee vissen, vs. 19). Voor Israël wordt een rijke zegen bewaard.

21

21 Zij nu die hadden gegeten, waren ongeveer vijfduizend mannen, behalve vrouwen en kinderen. (Telos) 

Ongeveer vijfduizend mannen, behalve vrouwen en kinderen. "Een grote menigte" (14). Stel het aantal vrouwen op 1000 en het aantal kinderen op ditzelfde getal, dan telde de menigte 5000 + 1000 + 1000 = 7000 zielen.

Hulp in nood op zee (22-24)

22

22 En terstond dwong Hij zijn discipelen aan boord van het schip te gaan en voor Hem uit te varen naar de overkant, totdat Hij de menigten zou hebben weggestuurd. (Telos) 

De menigten. Die samen "een grote menigte" (14) vormden.

24

24 Het schip echter was al vele stadiën van het land verwijderd, geteisterd door de golven, want de wind was tegen. (Telos) 

Wind én golven brachten het schip in nood.

25

25 In de vierde nachtwaak nu kwam Hij tot hen, terwijl Hij op de zee liep. (Telos) 

In de vierde nachtwaak. D.i. tussen 3 en 6 uur in de nacht. De nacht is dan ver gevorderd.

Ro 13:11  En dit te meer omdat wij de tijd kennen, dat het uur voor u al daar is om uit de slaap te ontwaken; want de behoudenis is ons nu nader dan toen wij tot geloof kwamen. Ro 13:12  De nacht is ver gevorderd en de dag is nabij. Laten wij dan de werken van de duisternis afleggen en de wapens van het licht aandoen. (Telos)

Terwijl Hij op de zee liep. Hij beheerst de wateren, Hij staat boven ze. De hemel regeert.

30

Mt 14:30  Toen hij echter de sterke wind zag, werd hij bang, en hij begon te zinken en riep de woorden: Heer, behoud mij! Mt 14:31  En terstond strekte Jezus zijn hand uit, greep hem en zei tot hem: Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld? (Telos)

Terstond strekt Jezus zijn hand uit, greep hem.

Jes 41:13  Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand aan, Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. (SV)

32

32 En toen zij in het schip waren geklommen, ging de wind liggen. (Telos) 

Jezus' binnenkomst brengt opluchting en rust.

Beschouwing (22-34)

Typologisch kan de gebeurtenis worden geduid met het oog op de eindtijd. De menigten zijn weggestuurd (de gemeente van Christus is opgenomen in de hemel). De avond is gevallen en het wordt nacht (zware tijden). De Heer is op de berg (in de hemel) en bidt voor de heiligen, waarschijnlijk de 144.000 verzegelden, in de eindtijdse verdrukking.

Ro 8:34  Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter [hand] Gods is, Die ook voor ons bidt. (Telos)

Het schip (de leerlingen) wordt geteisterd door de golven (volkerenmassa's), doordat de wind (geestelijke invloed van boze machten; satan is de overste van de macht der lucht, Ef. 2:2) tegen is en de golven opzweept tegen het schip.

Wanneer de nacht ver gevorderd is, in de vierde nachtwaak (de geestelijke en zedelijke duisternis in de wereld is groot), komt de Heer Jezus het gelovig overblijfsel te hulp.

De leerlingen menen aanvankelijk een spook te zien. In de eindtijd zullen zich vele demonische wonderen en tekenen voordoen. Misschien dat het overblijfsel beducht is voor de tegenmachten en uit vrees, terwijl zij evengoed God vertrouwen, Gods handelen (soms) misduiden. Maar mogelijk is de typologische duiding van de spook-interpretatie te ver gezocht. Immers, een gebeurtenis hoeft niet in alle bijzonderheden een zinnebeeldige betekenis te voeren.

Petrus liep op Jezus' bevel over het water van de zee. Misschien zal ook het gelovig overblijfsel wonderlijke stappen zetten.

Petrus zag de wind, werd bang en begon te zinken. Misschien zal ook bij het gelovig overblijfsel de vrees soms sterker zijn dan het geloofsvertrouwen. Maar de Heer schiet te hulp.

Als de Heer eenmaal aan bord is (teruggekomen bij de gelovigen op aarde), worden de geestelijke machten gebonden (de satan voor 1000 jaren, Opb. 20:7), bedaart de volkerenmassa en breekt het Vrederijk aan.

"Werkelijk, U bent Gods zoon" (33). Voor de gelovigen is nu het overduidelijk geworden, dat Jezus Gods Zoon is, de Messias van Israël.

Meer informatie

Kunnen Christenen op water lopen zoals Petrus? Youtube.com: Christelijke Apologeet, 24 feb. 2023. Duur: 36 min 47 sec. Preek van Chris Verhagen over Matth. 14:22-33.

Voetnoten

  1. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  2. Thayer's Greek—English Lexicon of the New Testament
  3. Griechisch-Deutsch Strongs Lexikon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  4. Aantekening in de Telos-vertaling