Merom

Uit Christipedia

Merom is een plaats met waterbronnen, waar een slag van Noordkanaänitische koningen tegen Jozua met Israël plaatsvond.

Joz 11:5  Al deze koningen werden vergaderd, en kwamen en legerden zich samen aan de wateren van Merom, om tegen Israël te krijgen. (SV)

Alleen in Joz. 11 wordt van deze wateren melding gemaakt, zonder na­dere plaatsbepaling.

Ligging. De ligging van Merom en haar wateren is niet met zekerheid aan te wijzen. Nu wordt echter in Joz. 11:8 gezegd, dat Jozua de vluchtende vijand achtervolgd heeft in de richting van het ten noordwesten van Galilea aan de zeekust gelegen Sidon, voorts in de richting van Misrefot-majim, dat men gewoonlijk zoekt in het dorpje El Mesjarife bij de beroemde Ras en-Nakoera, de zogenaaamde Trappenweg der Tyriërs aan de kust van de Middellandse Zee, wat dus op het westen zou wijzen, en eindelijk „tot de vallei van Mispe oostwaarts". Dit schijnt ons dus naar Noord-Galilea te wijzen en dwingt ons niet mee te gaan met hen, die de wateren van Merom òf bij Dothan in het latere Samaria of in de vlakte van Jizreël zoeken.

De heersende mening[1] is dat Merom het huidige Maroen al-Ras is, een dorp dat thans in Zuid-Libanon ligt, aan de grens met Israël, 15 km[2] ten noorden van Safed.

Een andere mening zoekt de plaats Merom in Meron, voorheen Meiron geheten, 5 km[2] westnoordwestelijk van de stad Safed. Ten noordwesten van Safed wordt een groot aantal bronnen ge­vonden. Deze streek was een natuurlijk knoop­punt van wegen in Noord-Galilea. Hazor ligt op slechts vijf uur loopafstand in zuidooste­lijke richting[3], terwijl de zeekust in ongeveer zeven uur[3] te bereiken is.

Men heeft de wateren ook geïdentificeerd met het Hoele-meer in Noord-Galilea of wil gedacht heb­ben aan de beek, die van de berg Meron (Arabisch: Dsjebel Dsjermak), de hoogste berg in Kanaän (1208 meter[4]) door de Wadi el Amoed in het meer van Galilea stroomt.

Weer een andere mening zoekt de plaats in de vallei van het Hoele-meer en denk bij "wateren van Merom" aan dat meer.

Sommigen[5] zien in de slag bij Merom een schaduwbeeld van de strijd te Harmagedon in het dal van Jizreël. Ook die slag grijpt plaats in het noorden van Israël.

Opb 16:13  En ik zag uit de mond van de draak en uit de mond van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen als kikkers; Opb 16:14  want het zijn geesten van demonen die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van het hele aardrijk, om hen te verzamelen tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige. Opb 16:15  Zie, Ik kom als een dief. Gelukkig hij die waakt en zijn kleren bewaart, opdat hij niet naakt wandelt en men zijn schaamte niet ziet.       Opb 16:16  En Hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Harmagedon heet. (Telos)

Bron

A. Noordtzij, Joh. de Groot, Des Heeren heirscharen. Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Tekst van blz. 49 is onder wijziging verwerkt op 4 jan. 2021.

Voetnoten

  1. Zie het artikel op de Hebreeuwse wikipedia:https://he.wikipedia.org/wiki/%D7%9E%D7%90%D7%A8%D7%95%D7%9F_%D7%90-%D7%A8%D7%90%D7%A1
  2. 2,0 2,1 Derek Williams (ed.), New Concise Bible Dictionary (Inter-Varsity Press en anderen, 1989), s.v. Merom
  3. 3,0 3,1 A. Noordtzij, Joh. de Groot, Des Heeren heirscharen. Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt. Blz. 49.
  4. https://www.britannica.com/place/Mount-Meron
  5. Zo Ger de Koning in zijn commentaar op Joz. 11. Geraadpleegd 2 jan. 2020.