Monotheletisme
Monotheletisme is de leer die aan Jezus Christus slechts één wil toeschrijft en stelt dat Zijn menselijk willen en doen is ondergegaan in het goddelijke[1]. De aanhangers van de leer heten monotheleten.
Op het vijfde oecumenisch concilie te Constantinopel (553 n.C.) waren de monofysieten (aanhangers van de leer dat Jezus slechts één natuur heeft) veroordeeld. De kerk in het Oosten, die altijd rijk geweest is aan theologische bespiegelingen, was nog verre van rustig. De monofysieten konden zich met de uitspraken van het genoemde concilie niet verenigen. Toen keizer Heraclius (610—641 n.C.) de regering in handen had, trachtte hij de bestaande onenigheden weg te ruimen en de talrijke monofysieten te winnen door een formule, welke aldus luidde, dat Christus door ééne godmenselijke wilsuiting zijn verlossingswerk volbracht had. Vele katholieke bisschoppen zagen in die uitspraak niets gevaarlijks en gebruikten de formule. De patriarchen Sergius van Constantinopel en Cyrus van Alexandrië namen haar over. Zelfs Honorius van Rome werd voor de formule gewonnen, maar de monnik Sophronius, die 634 n.C. patriarch van Jeruzalem werd, trad als bestrijder op, omdat de formule naar het monofysitisme leidde. Toen in 637 Jeruzalem door de mohammedanen was ingenomen, verdween Sophronius van de kampplaats.
In 638 vaardigde de keizer een edict uit, Ekthesis genoemd, waarin bepaald werd dat het woord 'wilsuiting', dat ergernis verwekt had, vervangen zou worden door 'wil'. Nu veroordeelde een synode te Rome het monotheletisme (de leer van één wil) en de monnik Maximus Confessor trad als verdediger op van de orthodoxe leer. Rome werd toen het bolwerk van de kerkelijke orthodoxie. Paus Theodorus door de Africanen, die tegen de monotheleten waren, daartoe genoopt, sprak de ban uit over Paulus, patriarch van Constantinopel (646 n.C).
Toen meende keizer Constans II (642—668) tussen beiden te moeten komen. Hij hief de Ekthesis op en stelde daarvoor in de plaats de Typos (648) een edict dat van één noch twee willen sprak en dat dus terug wilde tot vóór de monotheletische strijd.
Paus Martinus I meende dat nu het tijdstip gekomen was om aan het Oosten zijn minderheid te laten gevoelen. Hij veroordeelde op de eerste lateraanse synode te Rome (649) de Ekthesis zowel als de Typos. Om deze daad werd hij afgezet. Hij stierf in ballingschap (655).
Tenslotte besloot keizer Constantinus Pogonatus oftewel Constantijn IV (keizer 668—685) een algemeen concilie bijeen te roepen in Constantinopel (680). De keizer presideerde zelf. Dit was het eerste trullaanse concilie, zogeheten omdat het in de zaal van het keizerlijk paleis (trullus) gehouden werd. Paus Agatho (paus 678-681) had te Rome een vóór-synode gehouden, waar vastgesteld werd, dat men geen jota zou laten vervallen van hetgeen bepaald was op de eerste lateraanse synode. Met deze boodschap gingen de pauselijke legaten naar Constantinopel en, zoals paus Leo I te Chalcedon gezegevierd had, zo zegevierde Agatho te Constantinopel. Het concilie stelde de leer der twee willen in Christus vast. Daardoor was de uitspraak van Chalcedon uitgebreid. Paus Honorius, die al lang geleden gestorven was, maar die tijdens zijn leven het monotheletisme gehuldigd had, werd veroordeeld. Behalve de monotheleten werd ook uit de kerk uitgesloten en verdoemd Honorius, “die door goddeloos verraad beproefd heeft het onbevlekt geloof te veranderen” (in het Latijn: “qui profana proditione immaculatum fidem subvertere conatus est”). Hiermee was de strijd over de twee willen in Christus beslecht.
Het Monotheletisme leefde voort onder de Maronieten, die een afzonderlijke kerkgemeenschap stichtten (La. ecclesia Maronitarum). Deze woonden op het gebergte Libanon. Oorspronkelijk waren de aanhangers Syriërs. Vandaar dat hun liturgie in het Syrisch is opgesteld. De naam Maronieten is afkomstig van Maro, die circa 400 geleefd heeft en die door de Maronieten voor een voortreffelijken heilige gehouden werd. De Maronieten zijn in het jaar 1182 tot de Rooms-Katholieke kerk teruggekeerd.
Bron
F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Tekst van het lemma 'Monotheleten' is onder wijziging verwerkt op 29 sept. 2024.
Voetnoot
- ↑ Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.