Mozes

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Moses)

Mozes (= 'Uitgetrokken') is de man die God gebruikte om Israël uit Egypte te verlossen en naar het Beloofde Land te leiden. Mozes schreef de eerste vijf boeken van de Bijbel en door zijn dienst ontving Israël de wet van God.

Mozes werd de Verlosser uit bange nood verwekt. Hij was de zoon van Amram en de broer van Mirjam en Aäron. Mozes’ vader Amram is de zoon van Kahath en de kleinzoon van Levi. Mozes was dus een achterkleinzoon van Levi en daarmee een Leviet. Van Jacob is Mozes een betachterkleinzoon.

Geslachtslijn
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jakob
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Levi
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Gersom
 
Kahath
 
Merari
 
Jochebed
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Amram
 
Jizhar
 
Hebron
 
Uzziël
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Aäron
 
Mozes
 
Mirjam
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Gersom
 
Eliëzer
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jonathan
 
Rehabja
Farao's dochter haalt een baby (Mozes) in een mandje uit het water.

Mozes leven (120 jaar) valt in drie gelijke delen uiteen: 40 jaar in Egypte; 40 jaar in Midian; 40 jaar Israëls leidsman tijdens de woestijnreis.

Mozes is eerst drie maanden verborgen; dan in een biezen kistje in de Nijl gelegd; gevonden door Farao’s dochter; gezoogd door zijn moeder Jochebed; opgevoed aan het hof van Egypte.

Naam. De naam 'Mozes' ontving hij van Farao's dochter en betekent 'uitgetrokken', indien ontleend aan het Hebreeuwse werkwoord 'mashah' (= uittrekken), of de naam betekent 'uit het water gered', indien ontleend aan de Egyptische woorden 'mo' (= water) en 'yses' (= gered, behouden), 'uit het water gered'.
Ex 2:10 En toen het jongetje groot geworden was, bracht zij hem bij de dochter van de farao, en hij werd haar tot zoon. Zij gaf hem de naam Mozes. Want, zei ze, ik heb hem uit het water getrokken. (HSV)
Vlucht. Op 40-jarige leeftijd zien we bij hem een vermenging van geloof en vleselijke ijver, Ex. 2 :10, Hand. 7 :23, Hebr. 11 :24-26. Want hij wil het volk helpen, maar doodt een Egyptenaar die een Israeliet mishandelt en vlucht, bevreesd om opgepakt te worden, naar het buitenland, naar Midian.
Roeping van Mozes bij een brandende braamstruik

In Midian. In Midian, gelegen bij het schiereiland Sinaï, woonden de Midianieten, de nakomelingen van Abraham en Ketura, Gen. 25 :2. Dit oord wordt voor Mozes de school van voorbereiding en geloofsoefening. Hij werkt er als schaapherder. Hij huwt met Zippora, de dochter van de priester Jethro (ook genoemd Rehuël). Bij Zippora krijgt Mozes twee zonen: Gersom (= 'Vreemdeling' of 'Verdrevene'; Mozes was vreemdeling geworden in een vreemd land) en Eliëzer (= 'mijn God is helper'; Mozes was door God van Farao’s hand gered). Hij verzuimt de besnijdenis van zijn zonen.

Roeping. Terwijl Mozes in Midian woont, wordt in Egypte de druk op het volk Israël verzwaard. Vlak voor de verlossing roept Israël tot de Heere; God hoort, Hij gedenkt aan Zijn Verbond met Abraham, Izaäk en Jakob.

Mozes en Aäron voor de farao, met een boodschap van God: "Laat Mijn volk gaan!".

Op zijn 80e jaar wordt Mozes geroepen om Israël uit te leiden. God zendt hem naar farao, de koning van Egypte. Zijn broer Aaron vergezelt hem. Mozes neemt zijn vrouw en twee zonen mee naar Egypte. Het schijnt dat zij later zijn teruggekeerd naar Jethro, die ze terugbrengt bij Mozes als het volk uit Egypte is verlost en door de woestijn trekt.

Plagen, uittocht, woestijnreis. Mozes kondigt als profeet de plagen over Egypteland aan. Hij leidt, onder Gods hogere leiding, het menigmaal morrende volk Israël door de woestijn.

Op berg Sinaï ontvangt hij de wet van God voor Israël. Als hij terugkeert tot het volk glanst de huid van zijn gezicht.
Ex 34:29  En het gebeurde, toen Mozes van de berg Sinaï afdaalde-de twee tafelen van de getuigenis waren in Mozes’ hand, toen hij van de berg afdaalde-dat Mozes niet wist dat de huid van zijn gezicht glansde, omdat [de HEERE] met hem gesproken had. Ex 34:30  Aäron en al de Israëlieten keken Mozes aan, en zie, de huid van zijn gezicht glansde. Daarom waren zij bevreesd om dichter bij hem te komen. (HSV)
Op sommige afbeeldingen wordt door een misverstand het verschijnsel aan Mozes weergegeven door horens op zijn Mozes[1].

In het Overjordaanse. Mozes brengt het volk aan het Beloofde Land. Aan gene zijde van de Jordaan wijst grondgebied toe aan twee-en-een-halve stam van de twaalf stammen van Israël. Vanaf de berg Nebo overziet hij het land kort voor zijn dood.

Zijn levenseinde op aarde. Mozes stierf in het land Moab, zonder een voet op het beloofd land te hebben gezet.

Mozes overziet het beloofde land (Kanaän).
De 34:1  Toen ging Mozes op uit de vlakke velden van Moab, naar den berg Nebo, op de hoogten van Pisga, welke recht tegenover Jericho is; en de HEERE wees hem dat ganse land, Gilead tot Dan toe;  De 34:2  En het ganse Nafthali, en het land van Efraïm en Manasse, en het ganse land van Juda, tot aan de achterste zee;  De 34:3  En het Zuiden, en het effen veld der vallei van Jericho, de palmstad, tot Zoar toe.  De 34:4  En de HEERE zeide tot hem: Dit is het land, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Aan uw zaad zal Ik het geven! Ik heb het u met uw ogen doen zien, maar gij zult daarheen niet overgaan.  De 34:5  Alzo stierf Mozes, de knecht des HEEREN, aldaar in het land van Moab, naar des HEEREN mond.  De 34:6  En Hij begroef hem in een dal, in het land van Moab, tegenover Beth-peor; en niemand heeft zijn graf geweten, tot op dezen dag.  De 34:7  Mozes nu was honderd en twintig jaren oud, als hij stierf; zijn oog was niet donker geworden, en zijn kracht was niet vergaan. De 34:8  En de kinderen Israëls beweenden Mozes, in de vlakke velden van Moab, dertig dagen; en de dagen des wenens, van den rouw over Mozes, werden voleindigd. (SV)
Behalve zicht op de land, had hij ook zicht op de hemel, zoals blijkt uit het lied dat hij zong na de bevrijdende doortocht door de Schelfzee.
Ex 15:13  U leidde in Uw goedertierenheid dit volk, dat U verlost hebt. U leidde [hen] zachtjes door Uw kracht naar Uw heilige woning. (...) Ex 15:17  U zult hen brengen en hen planten op de berg [die] Uw eigendom [is], Uw vaste woonplaats, die U gemaakt hebt, HEERE, het heiligdom, Heere, dat Uw handen gesticht hebben. Ex 15:18  De HEERE zal regeren voor eeuwig en altijd! (HSV)
Van oudtestamentische gelovigen wordt gezegd dat zij naar een hemels vaderland verlangden.

Heb 11:16 maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen hun God genoemd te worden, want Hij heeft voor hen een stad bereid. (Telos)

Boeken van Mozes. Mozes schreef de eerste vijf boeken van de Bijbel. Deze vijf worden wel genoemd Pentateuch.

Voorafbeelding

Mozes is een voorafbeelding van de Heer Jezus die de zijnen uit de (macht van de) wereld, waarvan satan de overste is, verlost en hen tijdens de woestijnreis (hun tocht door de barre wereld) leidt en onderhoudt.

Mozes daalt tweemaal van de berg Sinaï af. De eerste maal treft hij het volk aan dat in de zonde van afgoderij is vervallen en hij verbreekt de stenen tafels van de Wet. De tweede maal komt hij opnieuw naar beneden met de wet van God. Nu verschijnt hij met een stralend gelaat; de huid van zijn gezicht glanst (Ex. 34:30). Misschien ziet de eerste afdaling op Jezus' eerste komst en de tweede afdaling op Jezus' tweede komst, nu in heerlijkheid[2].

Bij Jezus op de berg

Eeuwen later zou Mozes met Elia, die eveneens een profeet was geweest, in heerlijkheid verschijnen en met Jezus spreken over diens uitgang die Hij zou volbrengen in Jeruzalem.
Lu 9:29  En terwijl Hij bad, werd het uiterlijk van zijn gezicht anders en zijn kleding werd lichtend wit.  Lu 9:30  En zie, twee mannen spraken met Hem; het waren Mozes en Elia,  Lu 9:31  die in heerlijkheid verschenen en over zijn uitgang spraken die Hij zou volbrengen in Jeruzalem. (Telos)
Mozes sprak met Jezus over diens lijden en sterven. Het tafereel laat tevens iets zien van het Koninkrijk van God (Luk. 9:27), waarin de Heer Jezus als centrale figuur vergezeld zal zijn van zijn heiligen.

Toekomst

Er zijn goede redenen om aan te nemen dat Mozes een van de twee profeterende getuigen in het boek Openbaring is. Zie Openbaring 11,

Meer informatie

Mozes schreef over Christus.  ‘Mozes heeft over Mij geschreven’ (Joh. 5:46). Hierover:

Hugo Bouter, Mozes heeft over Mij geschreven; profetisch onderwijs in de vijf boeken van Mozes aangaande Christus, de Gemeente, Israël en de volken. St. Boeken om de Bijbel, 2e editie 2010. Pagina's: 293. Download van Oudesporen.nl. Productinfo papieren boek op Johannes-Multimedia.nl.

Bronnen

In dit lemma is, onder toestemming, in juli 2011 gebruik gemaakt van tekst uit: C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis. Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009. Bewerking van de uitgave uit 1929, door J. Pluimers.

Voetnoot

  1. Zoe de Hebraïcus Danny Ben-Gigi, zie Danny Ben-Gigi: God's Secrets Only Hebrew Can Reveal. Youtube.com: Prophecy Watchers, 27 nov. 2017. Vanaf 10 min.
  2. Crossing Jordan To Reach Jericho! Youtube.com: Prophecy in the News, 9 juli 2020. Vanaf 14 min 24 sec.