Nachtwaak

Uit Christipedia

Nachtwaak (of nachtwake) (Lat. vigilia) kan betekenen[1]:

1. Het waken of wachthouden bij nacht

2. Inspanning, studie, overpeinzing in de nacht

3. Elk van de vier delen waarin de Ouden de nacht verdeelden

Een nachtwaak als tijdsmaat is een periode van de nacht.

Mt 24:43 Weet echter dit, dat als de heer des huizes had geweten in welke nachtwaak de dief kwam, hij zou hebben gewaakt en niet hebben toegelaten dat in zijn huis werd ingebroken. (TELOS)

In de tijd van het Nieuwe Testament, toen de Romeinen het land Israël bezet hielden, werd naar Romeins gebruik de nacht afgedeeld in vier waken. Elke nachtwaak (of nachtwake) duurde drie uur.

Indeling

Een hele nacht de wachthouden is voor één mens een opgaaf. De veiligheid van steden en kampen kon vroeger beter gewaarborgd worden meerdere wachters die elkaar aflosten. De verdeling van de nacht in nachtwaken maakte een geregelde aflossing van de wacht mogelijk[2].

In Babylon, Israël en het oude Griekenland was de nacht in drie nachtwaken van elk vier uur verdeeld[2]. De Romeinen hadden vier nachtwaken, elk van 3 uur.

De Romeinen hadden vier nachtwaken, elk van 3 uur.

Romeinse nachtwaken

Als gezegd, de Romeinen hadden vier nachtwaken, elk van 3 uur[3]:

  • Eerste Nachtwaak (Lat. Prima Vigilia): van zonsondergang tot grofweg 21.00 uur. Deze nachtwaak werd ook als aangeduid als 'avond' of 'tegen de avond'.
  • Tweede Nachtwaak (Lat. Secunda Vigilia): van grofweg 21.00 uur tot middernacht; ook wel aangeduid als 'middernacht'.
  • Derde Nachtwaak (Lat. Tertia Vigilia): van middernacht tot grofweg 3.00 uur; ook wel aangeduid als "hanengekraai" of "bij de hanen".
  • Vierde Nachtwaak (Lat. Quarta Vigilia): van grofweg 3.00 uur tot zonsopgang; ook wel aangeduid als "morgenwake" of "de ochtend".
De Romeinse nachtwaken en hun tijden, naar de vier jaargetijden.

Deze nachtwaken werden aangewezen door middel van een wateruurwerk en aangegeven door het blazen op de trompet[2].

Sinds het land Israël een Romeinse bezetting had, kwam de Romeinse indeling in vier nachtwaken ook bij de Joden in gebruik[2].

De afzonderlijke nachtwaken

De Heer Jezus duidt de vier nachtwaken aan in:

Mr 13:35 Waakt dan! Want u weet niet wanneer de heer van het huis komt, ‘s avonds of te middernacht of met het hanengekraai of ‘s morgens vroeg; (Telos)

Twee van de vier nachtwaken noemt hij in:

Lu 12:38 En als hij in de tweede of als hij in de derde nachtwaak komt en hen zo vindt, gelukkig zijn die slaven. (Telos)

Eerste nachtwaak

De eerste nachtwaak van de oude Israelische indeling duurde van ongeveer 18.00 uur tot 22.00 uur.

Kla 2:19 Maak u op, maak geschrei des nachts in het begin der nachtwaken, stort uw hart uit voor het aangezicht des Heeren als water; hef uw handen tot Hem op voor de ziel uwer kinderkens, die in onmacht gevallen zijn van honger, vooraan op alle straten. (SV)

Middelste nachtwaak

De ‘middelste nachtwaak” is de middelste van de drie nachtwaken die de oude Israelieten kenden. De middelste nachtwaak duurde dus vier uur, van ongeveer 22.00 uur tot 2.00 uur.

Ri 7:19 Alzo kwam Gideon, en honderd mannen, die met hem waren, in het uiterste des legers, in het begin van de middelste nachtwaak, als zij zoëven de wachters gesteld hadden; en zij bliezen met de bazuinen, ook sloegen zij de kruiken, die in hun hand waren, in stukken. (SV)

Morgenwake

De laatste nachtwaak eindigt met de dag, waarom die ook de morgenwake wordt genoemd. Deze nachtwake duurde volgens de oude Israelische indeling (driedeling) vier uur, ongeveer van 2.00 tot 6.00 uur.

Ex 14:24 En het geschiedde in dezelfde morgenwake, dat de HEERE, in de kolom des vuurs en der wolk, zag op het leger der Egyptenaren; en Hij verschrikte het leger der Egyptenaren. (SV)

1Sa 11:11 Het geschiedde nu des anderen daags, dat Saul het volk stelde in drie hopen, en zij kwamen in het midden des legers, in de morgenwake, en zij sloegen Ammon, totdat de dag heet werd; en het geschiedde, dat de overigen alzo verstrooid werden, dat er onder hen geen twee te zamen bleven. (SV)

In de vierde nachtwaak (Romeinse indeling), dus tegen de morgen, kwam de Heer tot zijn in nood verkerende leerlingen.

Mt 14:23 En nadat Hij de menigten had weggestuurd, klom Hij afzonderlijk op de berg om te bidden. Toen het nu avond was geworden, was Hij daar alleen. Mt 14:24 Het schip echter was al vele stadien van het land verwijderd, geteisterd door de golven, want de wind was tegen. Mt 14:25 In de vierde nachtwaak nu kwam Hij tot hen, terwijl Hij op de zee liep. Mt 14:26 Toen nu de discipelen Hem op de zee zagen lopen, werden zij ontsteld en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van bangheid. (Telos)

Wachtdienst in de tempel

Hoewel de Joden de vierdeling van de nacht overnamen van de Romeinen, bleven voor de wachtdienst in de tempel de oude drie nachtwaken gehandhaafd. De Talmoedische leraren houden hieraan vast[2].

Christus’ wederkomst

In een gelijkenis noemt de Heer Jezus de mogelijkheid dat de heer van de slaven in de tweede of derde nachtwaak (naar Romeinse vierdeling van de nacht) terugkomt.

Lu 12:38 En als hij in de tweede of als hij in de derde nachtwaak komt en hen zo vindt, gelukkig zijn die slaven. (Telos)

Wanneer zijn discipelen in een schip in nood verkeren, komt hij in de vierde nachtwaak, dus tegen de morgen, tot hen.

Mt 14:23 En nadat Hij de menigten had weggestuurd, klom Hij afzonderlijk op de berg om te bidden. Toen het nu avond was geworden, was Hij daar alleen. Mt 14:24 Het schip echter was al vele stadien van het land verwijderd, geteisterd door de golven, want de wind was tegen. Mt 14:25 In de vierde nachtwaak nu kwam Hij tot hen, terwijl Hij op de zee liep. Mt 14:26 Toen nu de discipelen Hem op de zee zagen lopen, werden zij ontsteld en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van bangheid. (Telos)

Indien de laatste geschiedenis tevens een zinnebeeldige voorstelling is van de wederkomst van Christus tot redding van het gelovig overblijfsel der Joden in de eindtijd, dan kan men misschien zeggen dat de Heer Jezus eerst in de tweede of derde nachtwaak Zijn gemeente ophaalt en daarna, in de morgenwake, tot het gelovig overblijfsel uit Israel komt.

Mr 6:47 En toen het avond was geworden, was het schip al midden op zee, en Hijzelf was alleen op het land. Mr 6:48 En toen Hij zag dat zij zich aftobden met het roeien, want de wind was hun tegen, kwam Hij omstreeks de vierde nachtwaak tot hen, terwijl Hij op de zee liep; en Hij wilde hen voorbijgaan. Mr 6:49 Toen zij Hem nu zagen lopen op de zee, meenden zij dat het een spook was, en zij schreeuwden het uit, (Telos)

Nachtwachters en de bruid

In het Hooglied van Salomo gaat de bruid des nachts op zoek naar haar vriend. Ze wordt gevonden door de wachters.

Hoo 3:1 Ik zocht des nachts op mijn leger Hem, Dien mijn ziel liefheeft; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet; [ik] [zeide]: Hoo 3:2 Ik zal nu opstaan, en in de stad omgaan, in de wijken en in de straten; ik zal Hem zoeken, Dien mijn ziel liefheeft; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet. Hoo 3:3 De wachters, die in de stad omgingen, vonden mij: [ik] [zeide]: Hebt gij Dien gezien, Dien mijn ziel liefheeft? Hoo 3:4 Toen ik een weinigje van hen weggegaan was, vond ik Hem, Dien mijn ziel liefheeft; ik hield Hem vast, en liet Hem niet gaan, totdat ik Hem in mijner moeders huis gebracht had, en in de binnenste kamer van degene, die mij gebaard heeft (SV)

Wanneer de bruidegom is langsgeweest en de bruid Hem niet heeft opengedaan, gaat zij Hem zoeken. Ze wordt echter geslagen en verwond door de wachters.

Hoo 5:6 Ik deed mijn Liefste open, maar mijn Liefste was geweken, Hij was doorgegaan; mijn ziel ging uit vanwege Zijn spreken; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet, ik riep Hem, doch Hij antwoordde mij niet. Hoo 5:7 De wachters, die in de stad omgingen, vonden mij, zij sloegen mij, zij verwondden mij; de wachters op de muren namen mijn sluier van mij. Hoo 5:8 Ik bezweer u, gij dochters van Jeruzalem! indien gij mijn Liefste vindt, wat zult gij Hem aanzeggen? Dat ik krank ben van liefde. (SV)

Gods tijdsbeschouwing

God beschouwt een lange periode anders dan wij. Duizend jaren zijn in Zijn ogen als een nachtwaak.

Ps 90:4 Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en [als] een nachtwaak. (SV)

Bron

Onder meer:

Bijbels Theologische Encyclopedie Ed. 2008 s.v. Nachtwake

Voetnoten

  1. Zie Van Dale’s woordenboek 1961
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 Bijbels Theologische Encyclopedie Ed. 2008 s.v. Nachtwake
  3. Geraadpleegd Microsoft Copilot en Google Gemini, op 13 apr. 2024.