Petrus (hofbeambte)

Uit Christipedia

Petrus was een hofbeambte van de Romeinse keizer Diocletianus (die regeerde 284 — 305 na Chr.) en stond bij hem zeer in aanzien. Petrus was in de christelijke godsdienst onderwezen door de kamerheren Dorotheüs en Gorgoneüs. Toen hij de wreedheid bestrafte, begaan aan de christenedelman Johannes, en hem met grote droefheid over zijn martelingen beklaagde, werd hij gevangen genomen en gedwongen de afgoden te offeren. Toen hij dit weigerde, werd hij gegeseld en zijn vlees verscheurd, ten einde hem door pijniging te dwingen om te offeren.

Toen hij stand­vastig bleef, overgoten zij zijn verscheurd lichaam met edik en zout, en verschroeiden hem tenslotte aan alle zijden op een rooster met een zwak vuur, totdat hij met blijmoedigheid zijn geest in de handen van zijn hemelse Vader overgaf.

De marteldood van Petrus vond plaats in het jaar 313, het eerste van de tien jaren durende bloedige vervolging (303-313) die onder keizer Diocletianus begon.

Bron

Adrianus Haemstede, Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655. Amsterdam: 1671. Herziene druk door D. Bolle, Rotterdam, 1881. Een gedeelte van blz. 40 is verwerkt. Een online versie met verbeterde spelling is op http://www.iclnet.org/pub/resources/text/nederlandse/haemstedius-martelaren.htm.