Rafa

Uit Christipedia

Rafa is een naam verbonden met het reuzengeslacht van de Refaïeten. Rafa is mogelijk een reus die in de Filistijnse stad Gath woonde.

De Hebreeuwse naam is רפא, Rafa, of רפה, Rafah, en betekent "versterkend'. Het Hebreeuwse meervoud is  רפאים, Refaïem. Het Strongnummer is 07497. De naam komt in het enkel- of meervoud 25x voor in het Oude Testament. Gezien het enkel- en meervoud kan de naam een persoonsnaam of een geslachtsnaam of volkennaam zijn. De Statenvertaling vertaalt door: reuzen (7x), Rafa (7x), Refaïeten (5x), Refaïm (4x), Refraïm (1x), Rafaïm (1x). De NBG51-vertaling: reuzen (13x), Rafa (6x), Refaim (6x). De Engelse King James vertaling: giant (17x), Rephaim (8x).

Op meerdere plaatsen in het Oude Testament worden 'kinderen' ('afstammelingen') van Rafa vermeld. Enkele worden met name genoemd: Isbi Benob, Saf en Lachmi.

2Sa 21:16 En Isbi Benob, die een van de kinderen van Rafa was - het gewicht van zijn speer was driehonderd sikkel brons, en hij had een nieuw zwaard aan zijn gordel-dacht David neer te kunnen slaan. 2Sa 21:17 Maar Abisaï, de zoon van Zeruja, hielp hem, sloeg de Filistijn neer en doodde hem. Toen bezwoeren de mannen van David hem: U moet niet meer met ons ten strijde trekken, opdat u de lamp van Israël niet uitdooft. (HSV)

De speer woog 3 tot 4 kg.

2Sa 21:18 Daarna gebeurde het dat er in Gob opnieuw oorlog met de Filistijnen was. Toen versloeg Sibbechai uit Husa, Saf, die een van de kinderen van Rafa was. (HSV)

2Sa 21:19 Er was opnieuw oorlog met de Filistijnen in Gob, en Elhanan, de zoon van Jaäre-Oregim, versloeg Beth-halachmi, die met Goliath uit Gath was. De schacht van zijn speer was als een weversboom. (HSV)

2Sa 21:20 Er was opnieuw oorlog in Gath. Er was een man van grote lengte die zes vingers aan zijn handen had en zes tenen aan zijn voeten, vierentwintig in getal. Ook deze was bij Rafa geboren. 2Sa 21:21 Hij hoonde Israël, maar Jonathan, de zoon van Simea, de broer van David, versloeg hem. 2Sa 21:22 Deze vier stamden af van Rafa te Gat; zij vielen door de hand van David en zijn dienaren. (NBG51)

1Kr 20:6 Wederom was er strijd, bij Gat, en daar was een man van zeer grote lengte, die zes vingers en zes tenen had, vierentwintig [in het geheel]; ook deze stamde af van Rafa. (NBG51)

Het hebben van zes vingers en zes tenen is een afwijking die polydactylie wordt genoemd.

2Sa 21:22 Deze vier waren aan Rafa geboren te Gath; en zij vielen door de hand van David, en door de hand zijner knechten. (SV)

1Kr 20:8 Dezen stamden af van Rafa te Gat; zij vielen door de hand van David en zijn dienaren. (NBG51)

Bron

Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.