Rimmon

Uit Christipedia

Rimmon (= “granaatappel”) verwijst in de Bijbel naar:

  1. een stad, eerst Juda (Joz. 15:32), toen Simeon toegewezen (1 Kron. 4:32; vgl. Joz. 19:7). Een grensstad aan de zuidelijke grens van Juda, noordelijk van Berseba, volgens Zach. 14:10 zuidelijk van Jeruzalem. Dit laatste vers suggereert een ligging aan de zuidkant van het gebergte van Judea. Het in Num. 33:19 vermelde Rimmon-Perez schijnt dezelfde plaats te zijn, naar Juda's zoon genoemd.

    Er is een plaats genaamd En-Rimmon (Neh. 11:29), die dikwijls met Rimmon wordt vereenzelvigd. Het is echter mogelijk[1] dat het om twee plaatsen gaat: Rimmon zelf, het tegenwoordige Khirbet Umm er-Ramāmîn, ongeveer 14 km noordnoordoostelijk van het centrum van het huidige Beersheva, en de waterbron 3 km ten westen van Khirbet Umm er-Ramāmîn. Wanneer Rimmon en En-Rimmon vereenzelvigd worden, stemmen Joz. 19:7 en 1 Kronieken 4:32 niet meer overeen in de som van de plaatsen.

     
    Ligging van Berseba


    Een andere mogelijke identificatie is met de 15 km noordnoordoostelijk van Beersheva gelegen ruïneheuvel Tell el-Chuwēlife / Tel Halif, terwijl het genoemde Khirbet Umm er-Ramāmīn, een oude plaatsnaam in de buurt en pas sinds de 2e eeuw vóór Christus bevolkt, als de opvolger van de nederzetting in Tell el-Chuwēlife gezien kan worden. Echter is Tell el-Chuwēlife ook met de Bijbelse plaats Horma geïdentificeerd.

    In de toekomst zal het land rondom Jeruzalem tot een vlakte worden, van het noordelijk gelegen Geba (zie kaart) tot Rimmon toe, dat ten zuiden van Jeruzalem ligt.

    Zac 14:10 Dit ganse land zal rondom als een vlak veld gemaakt worden, van Geba tot Rimmon toe, zuidwaarts van Jeruzalem; en zij zal verhoogd en bewoond worden in haar plaats; van de poort van Benjamin af, tot aan de plaats van de eerste poort, tot aan de Hoekpoort toe; en [van] den toren van Hananeel, tot aan des konings wijnbakken toe. (SV)

  2. een rots, niet ver van Gibea in de woestijn van Ephraïm, waar 600 mannen van de stam Benjamin, overgebleven van de slag om Gibea, zich vier maanden lang ophielden, Richt. 20 en 21;

    Ligging van Rimmon

  3. een Syrische afgod, wellicht dezelfde als Hadad-Rimmon, de hoogste godheid der Feniciërs, vermoedelijk de zonnegod;

  4. de vader van Rechab en Baëna, de moordenaren van Isboseth.

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Rimmon' is op 25 dec. 2014 verwerkt.

Bromiley, Geoffrey W., The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988; 2002, s.v. Rimmon-1.

Klaus Koenen, Rimmon, Bibelwissenschaft.de, mei 2008.

Voetnoot

  1. Aldus Bromiley, Geoffrey W., The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988; 2002, s.v. Rimmon-1.